Consternatie en sentimentaliteit
Het besluit uit januari 1953 dat 'Bello' in de zomer van 1955 zijn laatste rit moest maken,
heeft onnoemelijk veel reacties losgemaakt. En niet alleen in Bergen en omgeving.
Aandoenlijk was een brief van 8 oktober 1954 van de 'Haagse Ooievaartjes' gericht
aan de HoogEdelAchtbare Heer Burgemeester der Gemeente Bergen NH, waarin de 'door
Badio en Grammafoon bekende klepperclub' een liedje aanbood ter nagedachtenis aan
'Bello'. Het liedje werd door kinderen van 6 tot 13 jaar gezongen en geklepperd 'in het
rythme van het denderend treintje, dat helaas op stal is gezet'. Enkele regels:
De locomotief trekt al puffend,
de last door het blinkende duin.
De bel blijft altijd maar bellen,
het treintje wordt juichend begroet.
Uit alle ramen hangen
de kinderen met vrolijk vertier.
Want straks aan de zee en stranden
herademt het jeugdig gemoed.
Ook de kranten uit onze regio wisten raad met het slechte nieuws. Enkele koppen:
Houding van oppositie in de Bergerraad fel bekritiseerd
"DIT IS LOSBANDIGHEID EN ANARCHIE"
Wildste geruchten gingen aan Bello's laatste reis vooraf
"ZE LATEN DE TRAM UIT DE RAILS LOPEN"
En op 1 september 1955 schreef de
Alkmaarsche Courant o.a.:
Het besluit tot opheffing heeft de laatste
weken de oude stoomtram getrokken in
de aandacht van het gehele Nederlandse
volk en sentimenten te voorschijn
gebracht, die voortsproten uit gevoelens
van sympathie voor een vervoermiddel,
dat honderd duizenden vacantiegangers in
de loop van een halve eeuw door één der
mooiste streken van Nederland heeft
gedragen.
en over de laatste reis:
De passagiers puilden uit de ramen van
de aftandse rijtuigjes, zó groot was de
belangstelling voor Bello's laatste rit.
Politiemannen hielden op de daken een
oog in het zeil.
Uit de 'Duinstreek' van 31 augustus 1955:
Overal in Bergen kon men gis
teren, op de afscheidsdag van
Bello, de volgende rouwadver
tentie zien aangeplakt:
Heden is op de leeftijd van
50 jaar en 42 dagen van ons
heengegaan onze trouwe vriend
BELLO
stoomtram van Alkmaar naar
Bergen en Bergen aan Zee.
Zijn nagedachtenis zal bij ons
in hoge ere blijven.
De treurende badgasten
en Bergenaren.
Bergen, N.H., 31 Augustus 1955.
Bergenaren en badgasten, die
iets willen bijdragen in de kos
ten van plaatsing in enkele dag
bladen van nevenstaande over
lijdensadvertentie, kunnen hier
voor terecht bij de Kiosk-houder.
Hei begrafenis-comité.
Zeer fraai is het rijm dat de redactie van
de 'Bergense Kroniek' in het Regionaal
Archief Alkmaar aantrof en dat met eer
biedige verontschuldiging was opgedra
gen aan Maria Lécina en Dieuwertje
Diekema en hun respectievelijke vaders
J.W.F. Werumeus Buning en Kees Stip:
De steenkool is zwart in Kerkrade
en de nacht in Heiligerlee,
maar zwarter nog dan de nacht en kolen
is ons trammetje naar zee.
Ik ging naar Londen met de nachtboot
en naar Bagdad vaak per k.l.m.,
maar liever nog wil ik naar Oostdorp reizen
in onze zo geliefde tram.
Ik voer per stoomschip naar Gibraltar
per vliegtuig vloog ik naar Milaan,
maar liever wil ik toch met Bello
opnieuw weer naar de Sparrenlaan gaan.
In Huizen suizen de lichtgasbuizen
en de waterleiding in Woudrichem,
maar nimmer kan een buis zo suizen
als mijn hoofd, na een rit met onze tram.
Een wolkbreuk in Siddeburen
of een overstroming in Yemen,
is minder natdan bij wat regen
de wagons in onze trouwe tram.
Wie heeft afgerekend met het leven
en lacht om de dood en om zijn stem,
die heeft geen reden om te lachen
om de n.s. en om de tram.
En toch; een stewardes heeft me verzorgd
ach, hoe 'k door haar vertroeteld werd,
maar liever nog blijf ik me scharen
onder de hoede van Ome Gert.
Ik zag de schepen aan de kade
en de koeien zag ik in Koedijk,
en Bello in jouw vette kussens
voelde ik me als Faroek zo rijk.
Mocht er echter ooit iets overschieten
in de kas van de n.s.,
Directeuren in mijn goedheid
geef ik U gratis deze les:
Onze goeie tram vernieuwen
is voor U niet louter scha.
Sterker nog durf ik U voorspellen:
't Brengt zeker centen in Uw la".
BELLO
36