Jan van Baar Bergen in de jaren '40-'45 Vóór de Tweede Wereldoorlog was het zevenduizend inwoners tellende natuurdorp Bergen synoniem voor geliefd vakantieoord, dorp van boeren bedrijven, woonstede van welgcstelden en 'bezield dorp' voor schilders en schrijvers. In de vakantiemaanden juli en augustus trokken duizenden vakantie gangers Bergen binnen op zoek naar rust en ontspanning in bos, duin, strand en polderland. Een rit met de stoom tram, die de toeristen door de duinen naar Bergen aan Zee voerde, was een attractie op zich. Het Pesiebad en het natuurbad De Karpcrton waren landelij ke begrippen. Landelijke faam genoot Bergen evenzeer als het dorp van schil ders en schrijvers en als epi-centrum van de Bergense School. Niet onaanzienlijk waren de talrijke boerenbedrijven in de polders buiten het dorp. De aanwezig heid van het militaire vliegveld Bergen accentueerde eens te meer Bergens vele gezichten. Nauwelijks drie jaar later was de veelkleurige gemeente veranderd in een grauw, grijs en ontzield spookdorp waar de bezetter zich had ingegraven en waar driekwart van de bevolking hun woning had moeten verlaten. Het militaire vliegveld Bergen Het militaire vliegveld Bergen aan de Groeneweg in de Bergermeerpolder was aangelegd voor de verdediging van het Nederlandse luchtruim. In 1937 werd met de aanleg begonnen. Met geweldige hoeveelheden zand uit het duingebied werd het 152 hectare grote terrein gevlakt en van grasbanen voor zien. In de zomer van 1939 kon het vliegveld reeds opengesteld worden voor lichte verkenningsvliegtuigen als de Fokker CX-toestellen. In september Fokker G-1A te ontvangen. De brand stof voor de op Bergen gestationeerde vliegtuigen werd met tankschepen via het Noord-Hollands kanaal aangevoerd. Tankschepen met benzine meerden aan in Koedijk. De brandstof werd met spoorwagons naar het station Bergen gebracht. Daar tankten de tankauto's van het vliegveld de benzine over. Op het vliegveld waren totaal zevenhonderd militairen werkzaam. De Luchtverdedigingsgroep Bergen bestond uit twee batterijen luchtdoclar- tillerie, een zoeklichtafdeling, technisch Luchtvaartpersoneel en twee compag nieën bewakingstroepen. De mobilisatie Op 24 augustus 1939 met de aan kondiging van de vóórmobilisatie wer den hotels en pensions in Bergen aan Zee ontruimd voor de legering van dui zend militairen van het Twaalfde Depot Bataljon uit Groningen. Die dag arri veerden de eerste 38 militairen ter inkwartiering. Op 29 augustus volgde de algemene mobilisatie en op 1 september 1939 de staat van beleg. In die tussentijd streken duizend militairen (een bataljon infanterie, militairen van de kustwacht van het Tiende Depot Grensbataljon en een detachement van de marine) in Bergen aan Zee neer. Totaal 2000 man waren aan zee gelegerd. Zij verbleven aanvankelijk in hotels, pensions en in gevorderde particuliere woonhuizen. Het zgn. Parkhuis werd ingericht als militair studiehuis, het Duinmuseum als gasproefkamer en de vier loodsen aan de Witteweg werden gebruikt als opslag ruimten voor legergoederen. De in Bergen gelegerde militairen vormden weldra een sterk vertegen woordigend onderdeel van het Bergens gemeenschapsleven. De kustsoldaten gingen ter kerke in het Vredeskerkje, de militairen van het vliegveld deden mee aan zwemwedstrijden in het Pesiebad en de ontspanningsavonden werden opge luisterd door plaatselijke artiesten. De gemeente verleende de winkeliers in Bergen aan Zee toestemming hun win kels op zon- en werkdagen tot 22.00 uur open te houden. Op 16 september ver scheen zelfs een eigen periodiek voor de soldaten in Bergen aan Zee: 'Geeft Acht, Orgaan van Ontwikkeling en Ontspanning' van het Twaalfde Depotbataljon. Op 20 september 1939 bracht Prins Bernhard de in Bergen aan Zee geleger de soldaten een bezoek. Hij bezichtigde de onderkomens en de loopgraaf aan de

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1995 | | pagina 4