V "21 BS» s/A m. Ir- 1 Arbeidsdienst'. Laat ik eerlijk zijn: op deze leeftijd wilde je wel eens wat anders. Samen 'keet schoppen' tussen jongens van je eigen leeftijd trok me wel aan. Daarbij ging ik voorbij aan het feit dat het de bedoeling van de Duitsers was je om te vormen tot het Duitse denken en doen. Ik liet me keuren.. "Goederen werden meer waard dan geld, en zo ontstond een levendige ruil handel. Zo kwam er iemand bij vader in de zaak voor een schilderij. De man was ambtenaar in de Wieringermeer, de tarweschuur van Nederland. Ze kwamen overeen tot ruiling over te gaan: het schilderij, mits thuisgebracht, tegen een halve zak tarwe. "Op 17 maart kreeg ik bericht dat ik voor de PTT naar Duitsland zou wor den gezonden, om daar te gaan werken. De collega's Th. Leering en P. Prins waren al uitgezonden. De woede bij de post was groot toen bleek dat de opengevallen plaats van Prins zou worden ingenomen door niemand anders dan de man die de opdracht had om in de praktijk de mensen op te sporen en aan te geven die na de eva cuatie zonder toestemming waren achtergebleven. Hij bleef voor ons allemaal onbetrouwbaar en dat werd hem dan ook regelmatig duidelijk gemaakt. Hij vroeg en verkreeg na de oorlog overplaatsing naar Alkmaar. "Op 6 april was het dan zo ver. De lange reis naar het verre Berlijn kon beginnen. Heel wat voor een jongeman van 20, met nagenoeg geen levenservaring. Enkel die van een beschermd gezin. Mijn vader bracht me - met zijn nooit aflatende bezorgdheid - met de trein naar Amsterdam. De volgende dag kwamen we om 19.45 uur in de Berlin-Friedrichstrasse aan. We ontvingen een kaartje voor de S-baan naar Lichtenrade, waar we om 9 uur doodmoe in de barakken aankwamen. We wer den met 16 man op een kamer ingedeeld. Wat viel dat alles tegen! Er was niet op ons gerekend. Geen brood, geen koffie, een klein beetje vuur in de kachel en een smerige legkast. Aanvankelijk werd Eddy bij het sorteren van de pakketpost aan het werk gezet, maar hij mocht op zijn verzoek de bestelling in. Na een brand in de barakken betrok hij met een aantal andere Hollanders een ruimte boven een postkantoor. "Er vond een intens briefverkeer met thuis plaats"Tine, moeder, Jaap, vader, André en Frans deelden hem de Bergense nieuwtjes mee. Zo vernam hij dat ook Wim naar Duitsland had moeten vertrekken, dat Piet was ondergedoken en dat "op 13 mei onder verwijzing naar het politie-standrecht (kans op de doodstraf) alle radiotoestellen verbeurd waren verklaard en moesten worden ingeleverd. Op 28 augustus mocht Eddy met halfjaarlijks verlof naar huis. "Voorlopig zou het veertien dagen duren eer ik weer terug moest, maar... ik kreeg een oogontste king, waardoor ik onder behandeling van een oogarts kwam. De ontsteking viel erg mee en ik moest druppelen en een lapje voor het oog houden. Ik ontdekte dat indien ik niet druppelde, het oog niet beter werd... Dus maar rekken...Op 14 maart 1944 werd Eddy voorlopig ongeschikt verklaard voor werkzaamheden, ook in Holland. "Als ik zo het hele verhaal over de oorlogsperiode door mijn herinnering laat gaan, kom je meer dan ooit tot de ontdekking dat vader's naam in gouden letters gegrift zou moeten worden. Dan besef je nog weer eens extra wat hij voor ons heeft betekend. Hij was zo zorgzaam dat je het in die tijd eigenlijk veel te 'gewoonbegon te vinden. Wat je ook vroeg en wat er ook nodig was, als het mogelijk was hielp hij je met raad en daad. Tijdens het verdere verloop van de oorlog werd het voor ons jon gens te riskant om er op uit te gaan om levensmiddelen te kopen. We konden immers zo worden opgepakt. Het was dus vader die dat deed. Toen wij, Jan, Wim en ikzelf in Duitsland verbleven, verzorgde hij vele malen postpakketten met voedsel en zo nodig kleding. Allerlei formulieren vulde hij in, zocht de directeur van het postkantoor op, kocht voor zover mogelijk dingen die wij in Duitsland graag wilden hebben en ging overal achter aan. "De parochie in Bergen dacht goed aan haar jongens. Men had een postpak ket-actie georganiseerd. Omdat ik toch met verlof zou komen, had men het voor mij in Bergen bewaard. 7// V' r V 7- v< P X 1944 "Zou dit het laatste oorlogsjaar wordenJa, dat hoopten we vurig, en de tekenen wezen erop dat de geallieerden de sprong naar Europa zouden wagen. Maar aan het einde van het jaar zouden we ervaren dat dit voor een groot deel van Nederland nog geen bevrijding betekende. De bittere werkelijkheid bracht ons dat jaar alleen ontgoocheling. De Duitsers werden met de dag in alle opzichten grim miger. Maar ook het verzet groeide elke dag.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1995 | | pagina 31