Bekanntmachung Der Höhere ff- und Polizeiführer Nord- west gibt bekannt: Bekendmaking De Höhere ff- und Polizeiführer Nord- west maakt bekend: Wegen fortgesetzter Plünderung wurde am 25. Oktober 1944 in Ber gen ein niederlandischer Staatsangehöriger stand- rechtlich ersehossen. Ahreisscit uiler hcseliüillgcn «les Pl.ik.itvs ist str.ifh.u- augustus 1944 de totale ontruiming van Bergen. Waarnemend NSB-burgemees- ter W.K. Sweerts (sinds kort opvolger van eerste NSB-burgemeester G.J.H. Fijn) beval dat alle voor evacuatie aange wezen personen vóór 19 augustus 1944 de gemeente dienden te verlaten. "Zij, die op genoemde datum niet vertrokken zijn, stellen zich bloot aan strafmaatre gelen." Een week later waarschuwde Sweerts de achterblijvers dat op 26 en 28 augustus 1944 de verhuiswagen onaan gekondigd voor de deur zou staan. De evacuatie duldde geen langer uitstel. Na deze operatie bleven nog slechts 1500 'onmisbare personen' in Bergen achter. Ook de nieuwe stroom geëvacueerde Bergenaren zochten hun heil in de rand gemeenten. In Alkmaar werden de eva- cuées opgevangen in het Alkmaarse raadhuis, restaurant Kinheim en het gebouw Waakt en Bidt aan de Laat waar zij per wijk werden ingedeeld. Voorzichtige schattingen wezen uit dat in het begin van de winter van 1944- 1945 ruim 1500 Bergenaren in Alkmaar vertoefden. De vorming van de BS In september 1944 bundelden de landelijke verzetsgroepen LO-KP, de Ordedienst en de Raad van Verzet hun krachten in de Binnenlandse Strijdkrachten. In het Noord-Hollandse Gewest XI van de BS werd G.J.M. Wasteneckcr tot Gewestelijk Commandant benoemd. Hoewel de coördinatie tussen de verschillende ver zetsgroepen niet altijd even vlekkeloos verliep, was het verzet nooit eerder zo hecht georganiseerd. Ook kon het ver- Wegens herhaalde plun dering werd op 25 Oc- tober 1944 in Bergen een Nederlandsch staatsbur ger standrechtelijk dood geschoten. Afscheuren of hcscli.ulhicn v.ui dit aanplakbiljet is strafbaar zet sinds kort beschikken over voldoen de wapenen, munitie en springstoffen dank zij de vele wapendroppingen op de droppingfields in Noord-Holland. RVV-groepen en KP's van de LO's (zoals de Knokploegen in de dorps- mond werden aangeduid) verrichtten sabotage en pleegden overvallen op Distributiekantoren en Bevolkingsregisters. Soms zag het gewa pend verzet zich ook genoodzaakt ver- radelij ke elementen (Landwachters die infiltreerden in verzetsgroepen) uit de weg te ruimen. De Verzetsgroep Bergen met Ed Brieffies, Arie Dekker, Dirk Dekker, Rein Dekker, Jan Diesfeld, Jan Leening, Bertus Martin, Joop Martin, Jaap Nieuwland, Jaap Slijkcrman, Klaas van Wijk en anderen, alsmede de politie mensen Japin, Jan van Benthum cn Sjors van Son raakten ook steeds meer betrokken bij het gewapende verzet. Sientje ten Holt cn Truus Bonarius waren de vaste koeriersters van de groep. De Verzetsgroep Bergen verleen de bijstand bij overvallen op Distributiekantoren, verzorgde het transport van wapenen die op de drop pingfields in Noord-Holland waren uit geworpen en oefende zich met de wape nen. Daarnaast hield de groep een waak zaam oog op de andere illegale activitei ten in het dorp. De Hongerwinter Na Dolle Dinsdag, 5 september 1944, de proclamatie van de Spoorwegstaking en de verloren slag om Arnhem, beleefde de Bergense bevol king de moeilijkste tijd van de bezetting. Met de Spoorwegstaking (die een nieu we stroom onderduikers met zich bracht) was het vervoer van bijvoor beeld levensmiddelen vrijwel tot staan gebracht. Het gebrek aan eten werd nij pend temeer daar een lange, strenge winter voor de boeg stond. Veel, zo niet alles, was op de bon. Een gezin kreeg 400 gram brood per week. De Centrale Keuken, gevestigd aan de Breelaan nummer 12 (thans slagerij Vis), bood een prak van bieten of wortelen met aardappelen en een enkele keer pap of soep. Op het eten was niets aan te merken, maar de Gaarkeuken kon de vraag naar voedsel bij lange na niet aan. Aanvullende levensmiddelen waren dan ook meestal afkomstig van de Bergense boeren. Op hen is in de bezettingstijd een groot beroep gedaan. De meeste boeren waren goed, betrouwbaar en onbaatzuchtig. Dat betekende dat zij (naast de aflevering van een gecontro leerde productie ten behoeve van de bezetter en de distributie) eventuele eigen onderduikers te eten moesten geven, melk en voedsel leverden aan de illegaliteit en geen 'neen' wilden verko pen aan langskomende voedselzoekers. Slachtoffers van de bezetting (voor zover bekend) - Jan A.Martin, geboren 21 juli 1919 te Bergen, zoon van de smid Joop Martin van de Van Borselenlaan 8, was (voor zover bekend) het eerste Bergense slachtoffer van de Duitse terreur. Hij werd op 25 juni 1942 te Bloemcndaal gefusilleerd 'wegens diefstal van een vuurwapen en munitie van een Duitse soldaat'. De steen op het kerkhof aan de Kerkedijk (waarop ook de naam van Jan Walter) herinnert aan de dood van Jan Martin. - De Bergense arts Jan A. Blok van de Breelaan 6, onder meer betrokken bij het spionagewerk op het vliegveld Bergen en bemiddelaar bij het helpen onderduiken van Joden, was onder andere aangesloten bij een Vrij Nederland-groep. Na verraad werd de hele groep opgerold. Ook Jan Blok viel in handen van de Duitsers. Van 1 april 1941 tot 28 juni 1942 verbleef hij in het Oranjehotel - de strafgevangenis te Scheveningen. Op een onbekend tijdstip werd hij opnieuw gearresteerd. Jan Blok overleed in Duitse gevangenschap. Op 21 september 1946 droeg het 'Patiëntencomité wijlen dokter J. Blok' een stenen gedachtenis over aan het gemeentebestuur. De herdenkingsbank van dokter Blok staat aan de Breelaan

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1995 | | pagina 11