Jacob van Reenen op 92-jarige leef tijd, zittend in het naar hem genoem de Van Reenenpark, tijdens het bloe mencorso in 1951. Naast hem de toenmalige burgemeester, dr. W. Huygens (fotocollectie VVV-Bergen aan Zee). De Van Reenen-servituten Dat doel werd bereikt door middel van servituten. Het begrip servituut danken wij, zoals zo veel onderdelen van ons burgerlijk recht, aan de oude Romei nen. Wanneer ik met mijn buurman een afspraak maak om een bepaald gebruik van diens erf te mogen maken (bijvoorbeeld een inrit naar mijn huis over zijn erf) of bepaalde beperkingen op zijn erf te leggen (bijvoorbeeld mijn vrije uitzicht over zijn land te laten genieten, zodat hij er niet op bouwen mag) en als ik die afspraak dan ook behoorlijk laat vastleggen, dan is de buurman tegenover mij daaraan gebon den en kan ik hem te allen tijde aan zijn plicht houden. Maar verkoopt buurman zijn erf, dan is de nieuwe eigenaar tegenover mij tot niets verplicht, want met hèm had ik geen afspraak; en omgekeerd, verkoop ik mijn huis, dan is buurman van de last ont slagen, want met mijn opvolger had hij geen afspraak. Maar met een servituut, die geniale uitvinding van de Romeinen, is dat anders. Het woord is aan het Latijn ontleend en betekent 'dienstbaarheid', ons woord 'erfdienstbaarheid' drukt het nog duidelijker uit. Want weliswaar wordt een servituut 'tussen mensen' overeengekomen maar het werkt als een afspraak 'tussen erven'; het doet er niet meer toe wie de toevallige eige naar van het erf is, de last blijft ook na eigendomsovergang op het 'dienende erf kleven, en het genot blijft toeko men aan de eigenaar van het 'heersen de erf ook al wisselt de eigendom nog zo vaak. Hierin nu vonden de Van Reenens het middel om de ontwikkeling van het doip in de hand te houden. De geme entebesturen hadden in die tijd nog niet zulke verreikende bevoegdheden als thans. De servituten vervulden dus de rol die tegenwoordig door bestem- mengsplannen, bouwverordeningen en andere wettelijke bepalingen worden vervuld. Wie de tekst van de uitvoerige 'Van Reenen-servituten' heeft ontworpen, weet ik niet, maar ongetwijfeld is de zakelijke inhoud aan de Van Reenens zelf te danken. Er was aan van alles gedacht. Zo moest op het verkochte terrein binnen een bepaalde tijd een huis gebouwd en voltooid zijn; grond- speculatie werd daardoor voor de ko per onmogelijk gemaakt. Het bouwplan moest de goedkeuring hebben van de Heer van Bergen; latere verbouwingen eveneens. Ook de bestemming en het gebruik werden aan banden gelegd. Zo lezen wij in een akte uit 1928: 'en zul len geene arbeiderswoningen, fabrieken of trafieken, geen nacht-, dans-, koffie-, wijn-, bier- of speelhuizen, geen koets huizen, stallen of pakhuizen, noch in richtingen voor publieke vermakelijk heden of winkelneringen, noch kerken, kloosters, ziekenhuizen, sanatoria of andere inrichtingen voor zieken of her stellenden mogen worden opgericht'... en verderop staat: 'Op dit terrein mogen geen varkens gehouden worden en niet meer dan zes stuks pluimvee'. Zo gaat het bladzijden lang door. Bij elke latere eigendomsoverdracht wer den deze uitvoerige voorschriften let terlijk in de overdrachtsakten opgeno men. Enige jaren geleden - het was in de tijd dat elke notariële akte volledig moest worden voorgelezen vóór de ondertekening - heb ik een notaris eens halverwege de voorlezing het stuk zien neerleggen met de woorden "gena dige hemel!", deze diep adem horen scheppen en toen de lange voordracht horen voortzetten. Ja, wij kunnen nu wel wat glimlachen (en/of zuchten) over deze soms wat pietluttig aandoende bepalingen, maar we mogen niet vergeten dat er een weldadige werking van is uitgegaan in een tijd dat het woord 'ruimtelijke ordening' nog niet bestond, en wij kunnen er dankbaar voor zijn dat Ber gen mede dank zij deze middelen ge spaard is gebleven voor de wildgroei die elders in het land te zien is. In onze tijd Na de Tweede Wereldoorlog is de invloed van de familie Van Reenen geleidelijk teruggelopen. Het wegennet in Bergen aan Zee werd door de ge meente overgenomen en de Zeeweg werd in 1949 met het omliggende duinter rein aan de Provincie verkocht. 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1995 | | pagina 21