Tijdrekenkunde in kort bestek
Vaak wordt in het desbetreffende stuk
uitdrukkelijk aangegeven, welke stijl er
is gebruikt. Uitdrukkingen als 'stilo
Brabantie', 'naer scriven shoefs* van
Hollant' en 'stijl van Doornik' geven bij
voorbeeld aan dat de Paasstijl is ge
bruikt. Maar een dergelijke stijlaan-
duiding wil niet zeggen dat de opsteller
van het stuk zich altijd van de genoem
de stijl bediende. Juist het feit dat de
stijl werd gememoreerd, kon net zo
goed betekenen dat de opsteller de
aangehaalde stijl om een of andere
reden bij uitzondering gebruikte!
Een middel om met zekerheid vast te
stellen welke stijl er in een bepaalde
tijd door een bepaalde autoriteit werd
gebruikt, is het raadplegen van door
hem in dat tijdvak (bij)gehouden chro
nologische registers. Uit de verande
ring van het jaartal blijkt dan, wanneer
bij deze autoriteit het nieuwe jaar be
gint.
Rekenwerk. Het gebruik van de Kerst
stijl betekent dat het in die stijl aange
geven jaartal in werkelijkheid een an
derjaartal kan zijn. Immers, bij date
ring volgens de Kerststijl begint op 24
december een nieuw kalenderjaar. Her
berekening vanuit de Kerststijl naar de
Jaardagstijl betekent voor alle tussen
25 en 31 december gedateerde stukken
dat het aangegeven (nieuwe) kalender
jaar met 1 wordt verminderd.
A priori geldt dit ook bij het gebruik
van de Paasstijl, zij het dat de veran
derlijke paasdatum voor wat meer re
kenwerk zorgt. De paasdatum was oor
spronkelijk vastgelegd in de Joodse
kalender. De berekeningsgrondslag
was niet een zonnejaar van 365 of 366
dagen, maar een maanjaar van 12
maanden van 29 of 30 dagen, van tijd
tot tijd afgewisseld met een jaar van 13
maanden. Aan de hand van ingewikkel
de berekeningen met een 19-jarige
maancyclus, heeft men al in de middel
eeuwen berekend dat Pasen valt op de
zondag na de eerste volle maan in de
lente. De vroegst mogelijke paasdatum
is dus 22 maart en de laatstmogelijke
paasdatum 25 april.
Voor het herleiden van volgens de
Paasstijl gedagtekende stukken naar de
Jaardagstijl, moet de paasdatum van
het desbetreffende kalendeijaar bekend
Naer scriven shoefs van Hollant vol
gens het schrijven stijlgebruikvan het
Hof van Holland.
zijn. Dit gegeven halen we uit het al
eerdergenoemde 'Taschenbuch' van
Grotefend. Aan de hand van de gevon
den paasdatum is het dan niet zo moei
lijk om een juiste datering volgens de
Jaardagstijl toe te passen. Overigens
moet ook nog rekening worden gehou
den met het feit, dat volgens de Paas
stijl een aantal dagen in het ene 'paas-
jaar' ontbreken, terwijl ze in het daar
op volgende 'paasjaar' twee maal kun
nen voorkomen.
Voorbeeld: het paasjaar 1524 loopt
van 27 maart (le paasdag) 1524 t/m 15
april 1525, het paasjaar 1525 loopt van
16 april (le paasdag) 1525 t/m 31
maart 1526. Dit betekent dat 3 april bij
voorbeeld in het paasjaar 1525 niet,
maar in het paasjaar 1524 twee maal
voorkomt.
Voor het gebruik van de Boodschap-
stijl wordt in dit verband kortheidshal
ve verwezen naar hetgeen over het ge
bruik van de Kerststijl vermeld is. Dit,
omdat Maria Boodschap net als Kerst
een onveranderlijke feestdag is met
een vaste plaats in de kalender.
Gelukkig zijn dit geen voorbeelden
van dagelijks voorkomende rekenarij.
Het artikel is bedoeld om een indruk
te geven, hoe achter een simpele date
ring meer kan schuilen dan zo op het
eerste gezicht wordt vermoed.
Geraadpleegde literatuur
Taschenbuch der Zeitrechnung,
H. Grotefend, Hannover, 1971.
Handboek der chronologie, R. Fruin,
Alphen aan de Rijn, 1934.
De chronologie van de middeleeuwen en
de moderne tijden in de Nederlanden,
E.I. Strubbe en L. Voet, Antwerpen-
Amsterdam, 1960.
Tijdrekenkunde voor de Nederlandse
geschiedenis (overdruk uit: 'Zuid-Hol
land', tweemaandelijks orgaan van de
Historische Vereniging voor Zuid-Hol
land, 6e jaargang nr. 2, bl.29-43),
W. Down er, 1973.
F e b r u a r ijSprokkelmaand.
AprilGrasmaand.
Hooimaand.
September,
Herfstmaand.
Gouda.
fmor.
nam.
ur.m.
ur.xs.
0-25
1- 3
i-33
i-59
2-24
2-4Ö
3- 7
3-2(5
3-45
4- 6
4-22
4-41
5- 0
5-19
5-4i
<5- 4
<5-35
7-n
7.-36
8-14
9- 1
Tex.1-
fmor.
nam.
nr.m.
«r.sn*
a-44
3-25
4- 3
4-33
4^59
5-24
"5-4*
6- 7
6-26
6-4
7- 6
7-22
7-41
8- 0
8.-19
8-41
9- 4
9-5
IO-II
10-36
rr-14
EakhnlfeH.
fmor. nam.
ur.m.
6- o 6-38
7- 8 7-34
8-21
9'/i
.9-4o
10-54
"-59
0-10
1-11
s-416
9-57
io-3S
XI-l6
Amfterdam.
fmor.
nam.
ur.m.
ur.m.
9- 0
9-38
10- 8
io-34
10-59
11-21
11-42
0- 1
0-20
0-40
©-57
I-I 6
i-35
ï-54
2-16
2-39
3-10
3-46
4-11
4-49
,5-46
40