Een machtig heer De familie Van Reenen was in die tijd eigenaar van vrijwel alle bouwgrond, en uit kadastrale plannen blijkt dat men regelmatig kavels aan potentiële huizenbouwers verkocht voor f 1,50 per m2 In dit verband is het curieus vast te stellen welke macht Jacob van Reenen als verkoper heeft kunnen uitoefenen. De koper van een perceel bouwgrond voor een woning diende binnen anderhalf jaar de bouw te hebben voltooid. Hij diende een volledig bouwplan ter goedkeu ring aan de verkoper voor te leggen, schaal 1:100, in duplo. In het geval van goedkeuring door de verkoper werden de tekeningen gewaarmerkt en werd de koper verplicht nauwkeurig volgens tekening te werken. Bij afwijkingen was de verkoper gerechtigd de bouw 'te doen afbreken en weg ruimen ten koste van den koper van het terrein, terwijl de verkoper in geen gevai tot enige schadevergoeding zai gehouden zijn Sub 3 van het koopcontract somt bovendien de volgende beperkingen op: '...en zullen geene arbeiderswoningen, fabrieken of trafieken, geen bordelen, nacht-, dans-, koffie-, wijn-, bier- of speelhuizen, geen koetshuizen, stallen of pakhuizen, noch inrichtingen voor publieke vermakelijkheden, noch kerken, kloosters, zieken huizen, sanatoria of andere inrichtingen voor zieken of herstellenden mogen wor den opgericht, gesticht of gehouden; in of bij het perceel mogen niet worden ge vestigd inrichtingen als zijn bedoeld en omschreven in de Hinderwet. Op dit ter rein mogen geen vaikens gehouden worden en niet meer dan zes stuks pluimvee'. dende geulen in de wegen maakten. In een koopakte uit 1917 komt de naam 'Beemsterpark' voor. Men schijnt van gemeentewege plannen te hebben geopperd om het terrein tussen de Beemsterlaan en de Kruisweg een parkbestemming te geven. Bewoners van de Beemsterlaan in 1920 kenden het schoolterrein nog als licht geacci denteerd duingrond, begroeid met brem en kreupelhout, met enkele grep pels doorsneden en voorzien van een aantal akkertjes, terwijl er een paar geiten aan de pen stonden. Ontwerp De vroede vaderen van Bergen ver zochten twaalf burgemeesters en twee architecten in den lande om inzage in reeds gerealiseerde plannen van schoolgebouwen. Op 2 october 1919 werd besloten voor het ontwerp van het gebouw een prijsvraag uit te schrij ven, welk besluit op 5 februari 1920 weer werd ingetrokken. De architect H.L. Baron Taets van Amerongen (ge parenteerd aan de familie Van Reen en) zag op 2 februari af van het maken van een bouwplan om 'motieven van persoonlijke aard' (Aardig detail: de baron was telefonisch bereikbaar onder nummer 2). Op 9 februari 1920 werden de Ber gense architecten J.C. Leyen, J.D.(Jo- hn) Wildeboer en P. Elders verzocht om te reageren op een brief van het gemeentebestuur dd. 29 januari 1920, waarin de heren was gevraagd een ont werp te maken. Alle drie aanvaardden de opdracht. Op 21 februari 1920 werd een adviescollege gevormd ter beoor deling van de plannen, waarin de heren P. Baretta, hoofd van de openbare la gere school, J.M. Graadt van Roggen, graficus en kunstschilder, en Tjipke Visser, beeldhouwer, zitting hadden. De gemeenteraad heeft aan het ont werp van de architect J.D. Wildeboer, die aan de Studler van Surcklaan 17 gevestigd was, de voorkeur gegeven en wel bij raadsbesluit dd. 12 november 1920. De schoolnood was kennelijk hoog, want uit de datums blijkt dat men geen tijd verloren liet gaan. Het ontwerp van Wildeboer verraadt de in vloed van de architecten van de zgn. 'Amsterdamsche School', die zich voor dien in Bergen gemanifesteerd hebben in woningen aan de Lijtweg en in Park Meerwijk. Noodoplossing Omdat het 9e leerjaar met ingang van 1 mei 1921 aan het onderwijs moest worden toegevoegd en de nieuwe school dan nog niet klaar zou zijn, be sloot de gemeenteraad op 1 februari 1921 van de aannemers Pieter Bot en Jan Borst in Heerhugoward onder hands te huren een nieuw gebouwd woonhuis (houten noodwoning) onge nummerd, staande aan de Beemsterlaan te Bergen (N.H.voor een huurprijs van 700.— te rekenen van 1 mei 1921 tot het tijdstip, waarop de nieuw gebouwde school in deze gemeente in gebruik zal kunnen worden genomen; behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten, met ingang van 1 mei 1921 in het om schreven perceel te vestigen de 7e, 8e en 9e leerklasse der openbare lagere school in deze gemeente'. Wij hebben niet kunnen vaststellen op welke plek aan de Beemsterlaan de houten noodwo ning heeft gestaan. Gunning en bouw Op 26 november 1920 schreven de aannemers Pieter Bot en Jan Borst te Heerhugowaard in voor de bouw van het schoolgebouw voor de prijs van 104.263 inclusief het schilderwerk, waarvoor P. Kamp te Heerhugowaard 2.780 had geboden. De inschrijvings bedragen varieerden van 89.630 tot 136.200, en het schilderwerk van 2.780 tot 4.970. De bouw werd op 7 december 1920 aan de heren Bot en Borst gegund. De school, die slechts één bouwlaag had, werd niet onderheid maar 'op staal gefundeerd', d.w.z. ongeveer 80 cm diepe kuilen werden voorzien van 'poeren' die op de bodem 1 m2 groot waren en trapsgewijze tot het maaiveld werden opgemetseld. De bouw zal begin 1921 zijn begonnen, maar een exacte datum hebben wij niet kunnen vinden. De eerste drie lokalen konden op 1 september van dat jaar in gebruik worden genomen. Kennelijk werd er toen nog doorgebouwd, want de In spectie van het Rijksschooltoezicht verklaarde het gebouw pas op 8 april 1922 als voltooid. Ook over een offici ële ingebruikneming hebben wij niets kunnen vinden. De oorspronkelijke school had een oppervlakte van ca. 50 x 20 meter. Tot het gebouw behoorde ook een gymnas- 135

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1994 | | pagina 17