*r. ...bij weer zo'n vooruitstap van de geit tiet ie ook meteen haar voorraad keuteltjes vallen... in te krijgen. Hoe ze hem ook schudden, zijn hoofd viel dan naar de een dan naar de andere kant. Wat nu gedaan? Weet je wat, zei er een, als we de kippenren nou onder steboven houden, dan leggen we hem daarin. Zo gezegd, zo gedaan. De mannen, die dan voorop met het bin nenhok zouden weglopen, tilden dit van de grond, maar ze stonden niet zo erg vast meer op hun benen en floep, daar struikelde er een en de anderen verloren daarbij ook hun evenwicht en met een plof viel het hok op de grond. Het deurtje, dat zeker al een beetje gammel was, viel uit zijn krikkemikke en onder luid gekakel en gewapper van rondvliegende veren, vlogen de kippen over en door de mannen heen de wijde wereld in. Onder veel gelach werd het hok weer omhoog getild en de rest van het stel tilde de ren met Sijmen erin op hun schouders, 't Lijkt nou net een be grafenis, zei een van de koorzangers en begon luidkeels De Profundis te zingen met zijn zware basstem. Direct daarop begonnen de anderen mee te zingen. Sommige zo vals als de mieter, maar dat mocht niet hinderen. Een van hen schoot het te binnen, dat er ergens een witkwast hing en kwam daar even later mee aanlopen, doopte die in het melkpotje en kletste er Ome Sijmen mee nat. Ziezo, die is dan alvast gezegend en zo zette de stoet zich in beweging en kwam na een poosje, nog luidkeels zingend, in de Loudelsweg aan, waar ze de boel dan zouden afleveren. Tante Ma stond al diep bedroefd op de weg en toen ze haar Sijmen zo zag, begon ze luid te huilen en riep: "Nou gaat mijn Sijmen dóóód". Bij de achterdeur, trouwens vroeger hadden vele huisjes alleen maar een achterdeur, daar werd de kippenren omgekieperd en de inhoud rolde als een blok eruit en bleef liggen waar hij terecht kwam. Een paar man nen namen hem op en droegen hem in huis en zette hem stevig in een hoek van de kamer neer, waarop de man met zijn zware basstem zei: "Hier vrouw, daar heb je het zwijn". Ze knielde bij Sijmen neer en kermde: "Dat hebben jullie gedaan en nou gaat hij vast dóóód". "Welnee", zei er een, "maak je maar niks ongerust, hij is al leen maar hardstikke besopen". Door een van hen werd het potje met melk, dat intussen de kleur gekregen had van slappe koffie met teveel melk erin, op de tafel gezet en zei: "We hebben hier de melk ook nog hoor", en zo droop het stel af met de witkwast nog drui pend in hun hand. Dit zei dan tot slot nog vermeld. De kippen kwamen in de loop van de vol gende dagen allemaal weer terug. Iedereen in het dorp hoorde over de verhuizing, met alle gevolgen van dien en wie een kip ontdekte op hun erf, die er niet hoorde, wist direct waar ze het diertje naar toe moesten brengen. Intussen had de timmerman het hok gerepareerd. Een kip met een sterk avontuurlijke drang, werd heel bij het 'Vrouwtje van Duin' weggehaald. Voor degenen die niet weten waar dit is, wel, het heet nu 'Duinvermaak'." Met toestemming van de auteur overge nomen uit 'De familie Min', door H.J. Min, Pirola Schoorl 1990. De pen tekeningen zijn van Bennie Stam-Min, Schagen. ...en onder luid gekakel en gewapper van rondvliegende veren vlogen de kippen over en door de mannen heen... 133

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Bergense kroniek | 1994 | | pagina 15