Wie weet...? Wie weet waar bewoners, enz.? Uw antwoord graag
deze villa 'Huize Rhododendron' aan het redactie-adres Ifoto-archief P.
|7
De prent van de 'Wassenaar' behoort
zeker tot die categorie. Het tafereel
dat aan de bovenzijde staat afgedrukt
geeft weliswaar een door bliksem
schichten geteisterd schip weer dat
voor een linieschip zou kunnen door
gaan, maar de omgeving van het drama
lijkt in niets op de Noordzeekust.
Waarschijnlijk heeft drukker J. Wen-
del een plaatje (een houtsnede of hout
gravure) gebruikt dat hij nog in voor
raad had. Ook het vijftien strofen tel
lende rijm blinkt niet uit in authentici
teit. De opening is klassiek voor het
genre der rampüederen:
Wat zag men kortelings gebeuren,
Aan Neerlands Helden voor de Oost,
Om wien nog vele Menschen treuren,
't Zy hun Vrienden of hun kroost,
In January is afgevaren,
Neerlands Schip de WASSENAAR,
Van Texel kliefde zy de baaren,
En zy vreesden geen gevaar.
Onmiddellijk daarna slaat de 'woeste
Zee' toe en blijft voortrazen tot en met
het twaalfde couplet. Al in de derde
strofe laat de anonieme dichter zich
meeslepen door zijn hang naar drama
tische effecten: 'Duizend Mannen
hoort men kermen,/Een Zeventigtal
dat al verdrinkt!' De eerste drenkelin
gen spoelen in het vijfde couplet aan,
maar in het zesde schieten 'Egmond's
dappere Bootsgezellen' te hulp. Over
de reddingsacties hoort men echter
verder niets, terwijl de stoutmoedigheid
van Andries Coraelisz. Gouda, die met
zijn bomschuit 'De Jonge Pieter' 36
uur lang in touw was, zich toch voor
enkele prachtige taferelen zou hebben
geleend. Tientallen regels lang wordt
uitgeweid over het 'kermen', het ge
jammer van de nabestaanden en het
kraken van het reddeloos verloren
schip. Pas in de dertiende strofe is de
storm tot bedaren gekomen en horen
we hoe de 'overleden zielen' naar Alk
maar worden gebracht om daar onder
veel eerbetoon te worden begraven.
De dichter eindigt met een oproep
om het doel van 'De helden van de
WASSENAAR' ondanks de ramp niet
uit het oog te verliezen: de rust op
Java moet worden hersteld, de jeugd
moet dienst blijven nemen 'by land en
Vorst', want 'Men zal altyd niet ver
drinken, Als men naar Neerlands wel
zijn dorst'. Dat laatste is natuurlijk een
staaltje van 19de-eeuwse propaganda;
verdrinken deed men niet gauw, maar
de gevaren waar men wel aan bloot
stond werden bij de werving van kolo
niale vrijwilligers verzwegen. We be
hoeven daarvoor slechts te kijken naar
het lot van de opvarenden van het zus
terschip de 'Waterloo'. Toen dit na een
moeizame reis op 1 september 1827 op
de rede van Semarang arriveerde,
bleken 32 opvarenden de reis niet te
hebben overleefd - een groter aantal
dus dan de verdronkenen van de 'Was
senaar'.
Al met al is de nieuw ontdekte rijm
prent dus meer een tijdsdocument dan
een historisch betrouwbare bron. Wat
een geluk bij een ongeluk, dat Bergens
opperstrandvonder, burgemeester Hen
drik van Vladeracken, zijn administra
tie zo nauwkeurig heeft bijgehouden en
bewaard, zodat het werkelijk verloop
van de dramatische gebeurtenissen in
januari 1827 nog altijd kan worden
nagegaan.
Bronnen en literatuur
Regionaal Archief Alkmaar: Nieuw-
Archief Bergen, inv. nrs. 507 en 511.
Archief NZHRM, Amsterdam: Corr. met
station Egmond aan Zee 1821-1910.
Rijksmuseum Nederlands Scheepvaart
museum, Amsterdam:
a. Technische tekeningen
- III E 18: J. Keerbergen, Zijgalerij en
schegbeeld van de 'Wassenaar'.
- III E 30.1 en 30.2: Anoniem, Spiegel
en zijgalerij van een linieschip, vermoe
delijk de Waterloo
b. Modellen
- S 1215: Achterschip van de Waterloo'.
c. Prenten en tekeningen
-A 1199 (2) en S 1277 (13): N. Cam-
milieri. Het linieschip Wassenaar', ge
flankeerd door het fregat 'Schelde' en de
korvet 'Lynx', 1821. Ingekleurde penteke
ning.
- A 1656, 1827 XXVI: Gedrukte rijm
prent op het verongelukken van de Was
senaar', 1827.
- A 386 (4), 1824 XXII: De Waterloo'
loopt van stapel, 1824. Litho.
- S 4071, III AA a 6: Jan Mooij, de
Waterloo', 1828. Ingekleurde penteke
ning.
De lotgevallen van Zijner Majesteits
Linieschip 'De Waterloo', GA. Geerts,
Arnhem 1991.
Het Berger strand voor 1906, F.D. Zeiler,
in: Bergen aan Zee, badplaats sinds
1906, H. Jellema (red.), Schoorl 1981,
blz. 46-66.
stond? Wat zijn de namen van de Mooij, Bergen NH).