Wi
Boerderij Houtlust, Zuidervaart 60, Zuidschermer
Plaquette, achterzijde oorlogs
monument bij kerk Stompetoren
HBS, Paardenmarkt, Alkmaar
civiele techniek. Een groot deel van zijn studie liep gelijk op met die
van Anton Mussert, de latere leider van de NSB. Willem studeerde af
in de richting die het meest verband hield met het boerenbedrijf: land
meten en waterpassen. Na zijn afstuderen, in 1918, werd hij assistent
van professor H.J. Heuvelink, en na diens emeritaat in 1926, slechts
31 jaar jong, zijn opvolger. Hij deed dit met dezelfde leeropdracht:
landmeten, waterpassen, en geodesie, de wetenschap die de bepaling
van de vorm van de aarde en van delen van het aardoppervlak tot
onderwerp heeft.
Als hoogleraar maakte Schermerhorn naam op het terrein van de
luchtkartering, het vervaardigen van kaarten op basis van foto's vanuit
vliegtuigen, waarvan hij internationaal een van de pioniers werd.
Landelijke bekendheid verkreeg hij in de tweede helft van de jaren
dertig door het vanuit de lucht in kaart brengen van Nederlands
Nieuw-Guinea. Hij zelf verbleef in 1936 enkele maanden in Nieuw-
Guinea om ter plaatse leiding te geven aan de luchtkartering van dit
immense onontgonnen land. De Delftse hoogleraar Schermerhorn was
dus niet het type van de stoffige studeerkamergeleerde.
Dat bleek ook uit zijn vele nevenfuncties op maatschappelijk gebied.
Zo was hij onder meer vicevoorzitter van de Vrijzinnig-Protestantse
Radio Omroep (VPRO). Tijdens zijn studie in Delft waren Willem en zijn
vrouw Barbara Rook lid geworden van de Remonstrantse Gemeente.
Zijn hele verdere leven zou Schermerhorn een vooraanstaande plaats
innemen in de vrijzinnig-protestantse wereld. Op grond van deze en
andere activiteiten in de jaren dertig kan hij voor die periode
getypeerd worden als een geëngageerde intellectueel.
In het voorjaar van 1938 werd Schermerhorn, die zich als redacteur van
een vrijzinnig-protestants maandblad scherp anti-NSB had uitgelaten,
voorzitter van de EDD. Hoewel het zwaartepunt binnen de EDD lag bij
de bestrijding van het nationaalsocialisme, sprak de vereniging zich
ook uit tegen het communisme. Daarnaast oefende Schermerhorn
als voorzitter van de EDD kritiek uit op de 'hokjes- en schotjesgeest'
die in Nederland de boventoon voerde. Daarmee doelde hij op wat
later de verzuiling genoemd zou gaan worden: de woekering van
maatschappelijke organisaties op levensbeschouwelijke (katholieke,
orthodox-protestantse, socialistische) grondslag. Dit zou de noodzake
lijke hervorming van de Nederlandse samenleving in de weg staan.
Schermerhorns voorzitterschap van de EDD zou tijdens de Duitse
bezetting grote persoonlijke gevolgen voor hem krijgen.
Na het begin van die bezetting in mei 1940 zou Schermerhorn nog
twee jaar zijn hoogleraarschap blijven uitoefenen. Maar begin
mei 1942 werd hij, samen met ongeveer 450 andere vooraanstaande
Nederlanders, op last van de Duitse autoriteiten gearresteerd
en overgebracht
In de tweede helft van de jaren dertig (van de vorige eeuw) zou Scher
merhorn zich ook op politiek terrein begeven. Bij de verkiezingen voor
de Provinciale Staten van 1935 behaalde de Nationaal-Socialistische
Beweging (NSB), geleid door Schermerhorns vroegere studiegenoot
Mussert, in een klap bijna acht procent van de stemmen. Er ging een
schok door het land: zou zich in Nederland een soortgelijke ontwikke
ling voordoen als in Duitsland? Hier had de NSDAP van Adolf Hitler bij
elke verkiezing haar stemmental weten te verdubbelen, om tenslotte
eind januari 1933 min of meer legaal aan de macht te komen. Velen
meenden dat aan de opmars van de NSB een halt moest worden toe
geroepen, wat in juni 1935 leidde tot de oprichting van de vereniging
Eenheid door Democratie (EDD). De EDD wilde boven de bestaande
politieke partijen een eenheidsfront vormen tegen de NSB.
de Boer-Stam, en hun twee nog heel jonge kinderen. In de nacht van
10 op 11 oktober 1944 logeerde Schermerhorn bij zijn neef, waardoor
hij zijdelings betrokken raakte bij 'het drama van Houtlust', en zelf
ternauwernood aan de dood ontsnapte. Op 11 oktober om half vier
's-nachts verliet een vrachtwagen Houtlust om wapens op te halen, die
ten noorden van de Schermer gedropt zouden zijn en bestemd waren
voor het verzet. In het dorp Rustenburg stuitte de vrachtwagen op een
naar het Klein Seminarie 'Beekvliet' in het Brabantse
Sint-Michielsgestel. Deze gijzelaars zouden met hun leven borg staan
tegen aanslagen van het verzet op Duits militair en civiel personeel
en op Nederlanders die met de Duitsers samenwerkten. De gijzelaars
waren geselecteerd op basis van hun anti-Duitse gezindheid.
Bovendien was de NSB betrokken geweest bij de opstelling van de
arrestatielijsten. In het geval van Schermerhorn bood dit de NSB de
mogelijkheid een oude rekening met hem te vereffenen: zijn voorzit
terschap van de EDD. Na enige tijd werd Schermerhorn gekozen tot
leider van de gijzelaars, een voor hem tweeledige taak: het bepleiten
van de belangen van de gijzelaars bij de Duitse kampcommandant, en
omgekeerd, het doorgeven van de aanwijzingen van die commandant
aan de gijzelaars. Maar daarnaast diende hij zorg te dragen voor de
goede geest onder de gijzelaars. Bepaald geen sinecure, want de man
nen zaten dicht opeengepakt en waren ruw van de ene op de andere
dag gescheiden van vrouw en kinderen. Schermerhorn vervulde zijn
leiderschap op voortreffelijke wijze; door zijn medegijzelaars werd hij
op handen gedragen.
In Beekvliet kwamen gesprekken op gang over naoorlogse politieke en
maatschappelijke vernieuwing, en ook daarin vervulde Schermerhorn
een hoofdrol. Hij kreeg de leiding over een groep mannen, afkomstig
uit verschillende vooroorlogse partijen, die na de bevrijding een organi
satie wilden oprichten om de Nederlandse samenleving te hervomen.
Als naam werd gekozen voor Nederlandse Volksbeweging (NVB),
waarvan Schermerhorn voorzitter zou moeten worden. De NVB zou zelf
niet als politieke partij moeten optreden, maar op de na de bezetting
terugkerende partijen moeten inwerken. Einddoel was de totstand
koming van een tweedeling in de Nederlandse politiek in de vorm
van een vooruitstrevende en een conservatieve partij. Daarmee zou
de partijvorming op christelijke grondslag (katholiek en protestants)
verdwijnen, en ook de verzuiling. In december 1943 werd Schermer
horn na anderhalf jaar gijzeling vrijgelaten. Vanaf dat moment zat
hij, tot aan de bevrijding, op verschillende adressen in Amsterdam
ondergedoken, om zich met verzetsactiviteiten bezig te houden.
Al spoedig werd hij een van de leidende figuren in een verzetsgroep
die het illegale blad Je Maintiendrai uitgaf. Dit blad richtte zich op het
propageren van de in Beekvliet gesmede plannen voor naoorlogse po
litieke en maatschappelijke vernieuwing. Via de 'Je Maintiendrai-groep'
kwam Schermerhorn in contact met vooraanstaande leiders van andere
verzetsgroepen.
Af en toe onderbrak Schermerhorn zijn verblijf in Amsterdam voor een
uitstapje naar de Schermer, waar hij dan bij familie verbleef. Dat kon
zijn bij zijn zus Nelie, die getrouwd was met Joop de Jong, de hervorm
de predikant van Stompetoren, de hoofdplaats van de Schermerpolder.
Of bij zijn neef Dirk de Boer, die vlak bij de boerderij Houtlust
woonde aan de Zuidervaart in de Schermer. Houtlust Jzelf werd
bewoond door Piet de Boer, de zoon van zijn neef, diens vrouw Trien
Het kabinet Schermerhorn-Drees zag zich met enorme problemen
geconfronteerd: de materiële en psychische schade van de oorlog was
zeer groot. Ook rees de vraag hoe het verder moest met de meer dan
100.000 gearresteerden die vastzaten op verdenking van hulpverlening
aan de vijand en ander onvaderlandslievend gedrag. Vanaf de tweede
helft van augustus 1945 kwam daar nog een geheel nieuwe situatie in
Indonesië bij.
Aanvankelijk had het kabinet een bijdrage willen leveren aan de oor
log in Azië van de geallieerden tegen Japan, maar door het afwerpen
van twee Amerikaanse atoombommen was Japan onverwacht snel - op
15 augustus - gecapituleerd. Enkele dagen later riepen de nationalisti
sche leiders Soekarno en Hatta de 'Republik Indonesia' uit, die spoedig
het gezag over Java en Sumatra uitoefenden. De Nederlandse regering
was niet bereid zich hierbij neer te leggen en weigerde aanvankelijk
met Soekarno en de zijnen te onderhandelen. Men stond echter be
trekkelijk machteloos, doordat er nog geen troepen ter plaatse waren.
Gedurende het gehele jaar dat Schermerhorn als premier optrad,
vroeg de Indonesische problematiek zeer veel van zijn aandacht.
Maar daarnaast wenste hij voortgang te maken met het vernieuwings
proces. De NVB trad in onderhandeling met de provisorisch terugge
keerde politieke partijen om tot nieuwe verhoudingen te komen.
Dit was slechts ten dele succesvol; alleen de Sociaal-Democratische
Arbeiderspartij, de vooruitstrevend-liberale Vrijzinnig-Democratische
Bond en de progressief-protestantse splinterpartij Christelijk-Democra-
tische Unie waren bereid in een nieuwe politieke formatie op te gaan.
Zo kwam begin februari 1946 de Partij van de Arbeid tot stand, waar-
patrouille van de Landwacht, waarop een vuurgevecht ontstond.
Eén verzetsstrijder kwam om het leven, een ander viel gewond in
handen van te hulp geschoten Duitsers. Door de Duitse verhoormetho
den werd hij ertoe gebracht de naam van Houtlust te noemen.
In de vroege ochtend na de schietpartij werd Schermerhorn door zijn
neef Dirk de Boer om advies gevraagd. Men ging er toen nog vanuit
dat de Duitsers geen gevangenen hadden gemaakt en dus niet wisten
dat de vrachtauto van Houtlust vertrokken was. In een interview dat
haar in 1989 werd afgenomen, heeft Trien de Boer-Stam Schermer
horns advies weergegeven. Hij meende dat het allemaal niet zo'n vaart
zou lopen, want blijkbaar was de naam Houtlust bij de Duitsers niet
bekend, 'anders zouden zij er al wel geweest zijn'. Daarop was Scher
merhorn op de fiets gestapt en naar Amsterdam vertrokken, waardoor
hij niet aanwezig was toen zich enkele uren later het noodlot over
Houtlust voltrok. Halverwege de ochtend arriveerde bij de boerderij
een ware legermacht van Sicherheitspolizei en Ordnungspolizei.
Vader en zoon Dirk en Piet de Boer werden doodgeschoten; ook drie
andere leden van de verzetsgroep en een onderduiker zouden het
drama niet overleven. De eeuwenoude boerderij werd met de grond
gelijkgemaakt.
Heeft Schermerhorn zich zijn leven lang schuldig gevoeld over zijn
advies om de boerderij niet volledig te ontruimen, zoals Trien de
Boer-Stam stelt? Hij heeft zich nooit in die geest uitgelaten, maar wel
heeft hij zich na de oorlog ingezet voor de herbouw van Houtlust.
Als voorzitter van de Commissie-Generaal voor Indonesië correspon
deerde hij daarover in het voorjaar van 1947 vanuit Batavia met zijn
aanstaande schoonzoon Barend van Dam, de rechterhand van minister
van Landbouw Sicco Mansholt.
De bezielende leiding die in het gijzelaarskamp van Schermerhorn was
uitgegaan, was doorgedrongen tot koningin Wilhelmina in Londen.
Ook was zij op de hoogte van de in Beekvliet gesmede plannen voor
vernieuwing van de Nederlandse politiek en samenleving. Deze sloten
aan bij haar eigen denkbeelden over een grondige vernieuwing van de
vooroorlogse maatschappij. Zo valt te verklaren dat Willem Scher
merhorn een van de twee mannen was die zij direct na de volledige
bevrijding van Nederland als eersten bij zich ontbood. Nog voor de
maand mei was verstreken, droeg zij Schermerhorn, samen met de
vooraanstaande SDAP-politicus en verzetsman Willem Drees, op een
kabinet te formeren.
In korte tijd vormden Schermerhorn en Drees een kabinet, dat aantrad
onder de leuze: 'Herstel en Vernieuwing'. In onderling overleg hadden
de beide mannen besloten dat Schermerhorn premier, en Drees
vicepremier zou worden. Doordat de politieke partijen nog niet waren
teruggekeerd, stond het kabinet daar enigszins los van, en kan het als
een koninklijk kabinet worden gezien. De benoemde ministers waren
gezocht in de Beekvliet-groep, dus voorstanders van hervorming van
de samenleving.
van Schermerhorn een van de oprichters en hoofdbestuurslid werd.
Maar daarmee was de door de NVB nagestreefde 'doorbraak' mislukt,
want de katholieke en protestantse leiders hadden er in meerderheid
voor gekozen met hun vooroorlogse partijen terug te keren.
De vraag was of dit ook gold voor hun achterban; dat zou blijken bij
de eerste naoorlogse Kamerverkiezingen, gehouden in mei 1946.
De uitkomst ervan was een grote teleurstelling voor de PvdA: niet zij
werd de grootste partij, maar de Katholieke Volkspartij. Deze eiste nu
het premierschap voor zich op. Premier Beel was niet bereid Schermer
horn in zijn kabinet op te nemen, maar wel Drees (als vicepremier), die
daarmee politiek leider van de PvdA werd. Hiermee was Schermerhorn
voor die positie uitgeschakeld.
Voor hem werd een andere functie gevonden in het voorzitterschap
van een uit drie mannen bestaande Commissie-Generaal voor Indone
sië. Deze commissie diende luitenant-gouverneur-generaal Van Mook
terzijde te staan in diens onderhandelingen met de nieuwe Republiek.
Ondanks de aanvankelijke weigering had het kabinet-Schermerhorn-
Drees zich toch gedwongen gezien met de Republiek om de tafel te
gaan zitten, maar was nog niet tot een overeenkomst gekomen.
Gehoopt werd nu dat de Commissie-Generaal, samen met Van Mook,
erin zou slagen de ontstane impasse te doorbreken. Half september
1946 vertrokken Schermerhorn en zijn medecommissarissen naar
Batavia. Mede door de goede persoonlijke band die hij wist te smeden
met Soetan Sjahrir, de belangrijkste onderhandelaar aan Indonesische
zijde, slaagde Schermerhorn er al in november in een conceptover-
eenkomst met de Republiek tot stand te brengen: het akkoord van
Linggadjati. Dit akkoord hield globaal in dat de Indonesische Republiek
het gezag over Java en Sumatra zou krijgen en dat de gehele archipel
bij het Nederlands koninkrijk zou blijven behoren. Het akkoord van
Linggadjati diende echter nog wel goedgekeurd te worden door de
regeringen en parlementen van beide partijen.
Toen het Nederlandse kabinet de overeenkomst aan de Tweede Kamer
voorlegde, kwam de KVP, die vond dat er teveel concessies aan de
Republiek waren gedaan, met allerlei bezwaren. Dit leidde tot de
'aankleding' van het akkoord van Linggadjati in de vorm van eenzijdige
toevoegingen aan de overeenkomst, ten voordele van Nederland.
Schermerhorn, die voor de parlementaire behandeling van het akkoord
naar Nederland was overgekomen, maakte toen de fout met deze
toevoegingen in te stemmen.
Terug in Batavia bleek Schermerhorn dat de Republiek zich geenszins
aan de eenzijdige toevoegingen van Nederland gebonden achtte,
waardoor de officiële ondertekening van het akkoord van Linggadjati
nog maanden op zich liet wachten. Maar ook daarna verslechterden de
verhoudingen steeds verder, mede door schendingen over en weer van
het nog vóór Linggadjati tot stand gekomen militaire bestand.
Half juli 1947 nam Van Mook, gemachtigd door de Nederlandse rege
ring, het besluit tot een grootscheepse aanval op de Republiek, die
verhullend 'politionele actie' werd genoemd. Schermerhorn had hierte
genover een enigszins tweeslachtige positie ingenomen: enerzijds had
hij aangedrongen op internationale bemiddeling, maar anderzijds had
hij de Republikeinse hoofdstad Djogjakarta een 'geestelijke pesthaard'
genoemd, die opgeruimd diende te worden.
Met de militaire aanval op de Republiek was Schermerhorns missie,
gericht op vreedzame dekolonisatie, mislukt. In feite was hiermee ook
zijn politieke rol uitgespeeld. Eind juli keerde hij definitief terug naar
Nederland; in oktober hield de Commissie-Generaal op te bestaan.
Bij de verkiezingen van 1948 liet Schermerhorn zich nog wel tot lid
van de Tweede Kamer kiezen, maar in 1951 gaf hij zijn lidmaatschap
daarvan op om over te gaan naar de Eerste Kamer.
Inmiddels had Schermerhorn ook zijn vooroorlogse loopbaan hervat.
Hij nam nu de dagelijkse leiding op zich van het International Training
Centre for Aerial Survey, dat nauw samenwerkte met de afdeling
geodesie van de TH Delft. Het was bedoeld voor de opleiding van
mensen uit de derde wereld in de methoden en technieken van lucht-
kartering. In 1964 ging hij op zeventigjarige leeftijd met pensioen.
Half augustus 1971 werd Schermerhorn getroffen door een hartaanval,
waarvan hij weliswaar herstelde, maar die hem dwong zijn bezighe
den te beperken. Wel trad hij in de jaren zeventig nog op als adviseur
inzake een fusie van Noord-Hollandse waterschappen, waarbij ook het
waterschap de Schermeer betrokken was. Hierin komt Schermerhorns
verbondenheid tot uiting met de streek waaruit hij afkomstig was.
Op 10 maart 1977 overleed hij toch nog vrij plotseling. De rouwdienst
werd gehouden in de hervormde kerk van Stompetoren. M Namens
de PvdA werd het woord gevoerd door Schermerhorns vriend en nau-
Een speciale plaats op deze kaart is ingeruimd voor het dorp
Schermerhorn. We kunnen aannemen dat de voorouders van onze
hoofdpersoon hier hebben gewoond. Het dorp is meer dan een
bezoek waard. We vinden hier het Molenmuseum in een molen
die deel uitmaakt van de zeer fotogenieke "molendriegang".
Verder vinden we in het dorp een monumentale 17e eeuwse
kerk en het "kleinste huisje van Schermerhorn", dat bezocht kan
worden.
Kerk, Noordervaart 122, Stompetoren
we politieke geestverwant Sicco Mansholt. De urn met zijn as werd bij
gezet in het familiegraf bij de kerk. Het was op dezelfde begraafplaats
waar zijn neef Dirk de Boer, diens zoon Piet en de andere slachtoffers
van het drama van Houtlust begraven liggen. Bijna was ook Schermer
horn daarvan het slachtoffer geworden, maar er waren hem nog 33
levensjaren vergund geweest. Zo sloot de cirkel van Willem Schermer
horns leven zich: in de Schermer werd hij geboren, en de aarde van de
Schermer werd zijn laatste rustplaats. Ter gelegenheid van het 350-ja-
rig bestaan van de Schermer onthulde oud-premier Joop den Uyl op 25
mei 1983 een plaquette met de beeltenis van Schermerhorn 8
aangebracht op het oorlogsmonument bij de kerk van Stompetoren.
II I III i