□Eli aiaP CHRISTUS KONING REDDER VAN ONS VOLK De groep AlkmaardersopdeKaart zet belangrijke en/of invloedrijke Alkmaarders letterlijk op de kaart. Er wordt een kaart gebruikt uit de periode waarin deze Alkmaarders leefden. Op de kaart zijn bezienswaardigheden aangegeven die met de hoofdpersoon te maken hebben. Verder wordt een beschrijving gegeven van het leven en de werken van de hoofdrolspeler. De hoofdpersoon van de kaart behoeft niet een persoon te zijn, maar kan ook een gebouw, gebeurtenis enz. zijn. Het overzicht van monumenten en herdenkingstekens op de kaart is niet uitputtend. De groep AlkmaardersopdeKaart realiseert zich dat er meer herdenkingstekens zijn dan die op onze kaart zijn vermeld. Te denken valt bijvoorbeeld aan plaquettes in schoolgebouwen, kantoorgebouwen of bedrijven. Een bijzondere categorie van herdenkingstekens zijn de bekende bronzen of zwarte vierkante herdenkingsstenen (ook wel Stolpersteine genoemd), die we in vele straten voor een aantal huizen in de stad aantreffen. Het zijn minimonumentjes die verwijzen naar joodse Alkmaarders, die op die plek hebben gewoond, op transport zijn gesteld en in een concentratiekamp zijn omgebracht. Alkmaar telde 213 joodse inwoners. In 2020 wordt herdacht dat wij sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog 75 jaar in vrijheid hebben kunnen leven. Zij zijn uit hun huizen verdreven. Van hen zijn 133 in een concentratiekamp vermoord. De Stichting Herdenkingsstenen joods Alkmaar heeft als eerbetoon aan deze Alkmaarders in de afgelopen jaren bij het laatste woonadres van deze omgebrachte joodse Alkmaarders de herdenkingsstenen geplaatst. Voor deze editie hebben we gekozen voor een bijzondere kaart. De kaart is gemaakt als wandschildering in het trappenhuis van een schoolgebouw, de Aloysiusjongens- school (nu basisschool De Kring), Koornlaan 2. In 1945 legde Broeder Donatianus (Jacob Molenkamp) het Alkmaar van 1573 en 1945 zeer gedetailleerd vast. Het kunstwerk is gemaakt ter ere van de bevrijding. Het was gereed in 1946. Fotograaf Joop Elsenga maakte van de muurschildering met behulp van een steiger een serie deelfoto's, die later aan elkaar zijn bevestigd. De ronde foto's (portret Fritz Conijn en Bevrijding) zijn een kunstwerk van Pauline Bakker en onderdeel van de “Walk of History". De foto's van de herdenkingsmonumenten en gedenktekens zijn van de Fotoclub Alkmaar. Een ander bijzonder herdenkingsmonument is het kunstwerk Levenslicht, een Holocaust-monument. Dit is gemaakt door Daan Roosegaarde en maakt deel uit van een landelijk project waaraan zo'n 170 Nederlandse gemeenten deelnemen vanwege de ‘Viering van 75 jaar Vrijheid'. Het bestaat uit losse stenen, die zijn bewerkt met lichtgevende verf. Een steeds dovend licht laat deze als het ware ademen, leven. Elke steen staat voor één van de 104.000 Holocaustslachtoffers en zijn verdeeld over de deelnemende gemeentes. Binnen de gemeente Alkmaar reist het monument na het Canadaplein nog naar Schermerhorn (vanaf 14 februari) en De Rijp (vanaf 1 maart). Uiteindelijk zullen de stenen een permanente plek krijgen in Alkmaar. Het vieren van de vrijheid en het herdenken van de offers die velen voor die vrijheid hebben gebracht, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit jubileum is voor de groep AlkmaardersopdeKaart aanleiding om bij inwoners van onze gemeente, die indertijd hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid, zijn omgekomen of vervolgd werden stil te staan. Het gaat daarbij om Alkmaarders, die naar concentratiekampen zijn vervoerd, in het verzet zijn gegaan, als militair zijn gesneuveld of het slachtoffer zijn geworden van oorlogsgeweld. Op de kaart is zichtbaar gemaakt op welke plaat sen een monument of herdenkingsteken (bijvoorbeeld een plaquette) te vinden is, die verwijzen naar de toenmalige inwoners die gesneuveld of vermoord zijn. In de teksten lichten we toe welke mensen op die plekken herdacht worden en om welke redenen of door welke oorzaken zij om het leven zijn gekomen. Deze uitgave is de 11e in de reeks: Truitje Bosboom-Toussaint (2012), Cornelis Drebbel (2013), Jan Adriaanszoon Leeghwater (2015), Jan Wils (2016), Caesar van Everdingen (2016), Maria Tesselschade Roemers Visscher (2017), de Grote of Sint-Laurenskerk geschilderd door Salomon van Ruysdael (2018), Jan Boon (2018), 500 jaar Grote of Sint Laurenskerk (2018) en Gijsbert Fontein Verschuir (2019). Bram (Abraham) Daalder mag hier niet onvermeld blijven. Op de Bram Daalder MAVO aan de Rubenslaan 14 was lange tijd een plaquette bevestigd met zijn naam. Na opgaan van de MAVO in een scholengemeenschap werd de plaquette verwijderd. Bram Daalder werd in 1920 in Alkmaar geboren. Hij volgde onderwijs op de ULO in de Krelagestraat. Begin 1942 werd hij bij het uitvoeren van een activiteit voor het verzet - als gevolg van verraad - door de politie op de Paardenmarkt gearresteerd. Acht maanden zat hij gevangen in het "Oranjehotel" te Scheveningen. Daarna werd hij door de Duitse bezetter ondergebracht in kamp Haaren en vervolgens in kamp Amersfoort. Als administratief medewerker probeerde hij, door persoonskaarten te vernietigen, het leven van medegevangenen te redden. Eind 1944 werd hij overge bracht naar concentratiekamp Neugamme. Daaruit wist hij te ontvluchten, maar werd toch weer opgepakt. Hij overleed uiteindelijk in kamp Buchenwald. Plaquette van omgekomen NS-medewerkers in Alkmaar, Stationsweg 43 De (waarschijnlijk) koperen plaquette is aangebracht in 110 Neder landse stationsgebouwen en is een herinnering aan de omgekomen personeelsleden van de Nederlandse Spoorwegen. De plaquette in het Alkmaarse stationsgebouw is aangebracht ter nagedachtenis aan drie personeelsleden van de NS die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen, beschieting met name, zijn omgekomen. Het opschrift van de plaquette luidt: TER NAGEDACHTENIS AAN HEN DIE VIELEN 1940-1945, A.J.C. HOEP, J. KUSTERS, H. PORTE Het ontwerp was van Ir. H.G.J. Schelling en dhr. H.J. Winkelman nam de uitvoering voor zijn rekening. De datum van onthulling was 29 oktober 1947. De namen staan ook op het Monument voor Gevallen Spoorwegpersoneel te Utrecht. Onder de naam is een afbeelding van een gevleugeld wiel aangebracht. Dit is het voormalige sym bool van de NS. In de nacht van 14 op 15 september 2011 werd de herdenkingsplaquette gestolen. Gedacht werd dat het de dief om het koper te doen was. De plaquette is teruggevonden en geplaatst in de traverse bovenaan de trappen aan de stadszijde van het station. HULDE EN GEBED VOOR DE SOLDATEN UIT ONZE PAROCHIE DIE VIELEN VOOR ONS VADERLAND 10-14 MEI 1940, MATHEUS DEKKER, PETRUS NICOLAAS DE LANGE, SIMON PETRUS SCHOUTEN Ter nagedachtenis aan de gesneuvelde soldaten uit de parochie is een gedenkplaat aangebracht naast de kerkdeur. De tekst luidt: ten: Verzetsmonument Stompetoren (nummer 16 op de kaart) en op deze plek waar hij met lotgenoten is doodgeschoten. .Rosa Heintje (1908) is lerares Engels. Ook was ze een begenadigd pianiste. In 1936 trad ze in Alkmaar in het huwelijk met Herbert Cecil Tobin. Herbert was een Engelsman, geboren in Londen. Na hun huwelijk vertrokken zij naar Engeland. Hierdoor overleefde ook Rosa de oorlog. Net als zoon Aron moesten ook Izaak en Rosette op 5 maart 1942 Alkmaar verlaten. Uiteindelijk kwam het echtpaar in Westerbork terecht van waar ze op 23 maart 1943 naar Sobibor werden getrans porteerd. Bij aankomst werden ze gelijk vergast. De plaquette is in natuursteen uitgevoerd en de tekst erop luidt: LE ZICHARON TER HERINNERING DIT HUIS WERD BEWOOND DOOR DE HEER I. PRINS AZN EN ZIJN ECHTGENOTE MEVROUW R. PRINS-VLESSING GEEERDE BURGERS DEZER STAD ZE WERDEN WEGGEVOERD DOOR DE DUITSE BEZETTERS OP DE 5E MAART 1942 EN ZIJN IN SOBIBOR OMGE KOMEN LOO TISJKACH VERGEET HET NIET, DEUT: 25-19 het Zeglis werden verwoest. In de nacht van 15 op 16 januari 1942 drongen negen vliegtuigen van het Britse Bomber Command het Nederlandse luchtruim binnen. Het doel was Nederlandse vliegvel den te bombarderen. Waarschijnlijk hebben deze vliegtuigen per abuis een aantal bommen op Alkmaar laten vallen. Zowel enkele panden aan de Oudegracht als een drietal panden aan het begin van het Zeglis huisnummer 4, 12 en 16) werden door de bommen getroffen. Aan de Oudegracht viel een aantal gewonden Aan het Zeglis waren echter - naast enkele gewonden - zes dode lijke slachtoffers te betreuren. Zes Alkmaarders, waaronder twee kinderen, werden het slachtoffer van dit "vergisbombardement". Hun namen staan vermeld op het herdenkingsteken in het plantsoentje. Het straatnaambord Fritz Conijnlaan Fritz Gerhard Marie Conijn werd in 1923 in Alkmaar geboren en groeide op als energieke, vrolijke en sociale jongen in een gezin met vijf kinderen. Bij het uitbreken van de oorlog was Fritz scholier op het rooms-katholiek lyceum (het huidige Petrus Canisius College). Door een sterk rechtvaardigheidsgevoel ondernam hij, gesteund door zijn familie, actie tegen het onrecht. In eerste in stantie bracht hij met een goochelact geld bijeen voor de vrouwen van zeelieden die op geallieerde schepen voeren. Al snel volgt hulp aan onderduikers en het regelen van de geldstromen van het illegale Zeemansfonds. Fritz, of Frikkel, zoals zijn familie hem wel noemde, ontpopte zich als een groot organisatorisch talent. Via het ‘natte fonds' kwam hij halverwege de oorlog in aanraking met de topstukken uit het landelijk verzet. Fritz ging een leidende rol te spelen in diverse knokploegen in Noord-Holland en hij ging over tot gewapend verzet, zoals overvallen op politiebureaus, wapen- en bonnentransporten en distributiekantoren. Fritz nam steeds grotere risico's en wanneer hij in Amsterdam een kameraad probeerde vrij te kopen, werd hij gearresteerd. Na enkele dagen van marteling en verhoor werd hij op 21-jarige leeftijd in kamp Vught gefusilleerd. Na de oorlog werd hem postuum het Verzetskruis toegekend. Fritz geldt, samen met zijn zwager Herdenkingsteken bombardement Zeglis In het plantsoentje langs het Noord-Hollands kanaal, aan het einde van de Voormeer vlak vóór de Boompoortbrug, bevindt zich een her denkingsteken. Dit monument is hier geplaatst als herinnering aan het bombardement, waarbij een drietal huizen aan het begin van De Stedemaagd, herdenkingsmonument Harddraverslaan Het vrouwenbeeld is geplaatst in 1950. Op de sokkel van het beeld staat een gedicht van Adriaan Roland Holst: ZIJ STAAT HIER IN DE NAAM VAN ALLEN DIE STRIJDEND TOTTER DOOD ZIJN GEGAAN IN ONZE NOOD ONS ZIJN ONTVALLEN DOCH VAN VRIJHEIDSSTONDE AF AAN VOORGOED WEER OP TE STAAN Plaquette van I. Prins A. Prins-Vlessing. Dit echtpaar woonde op de Bierkade 15. De plaquette is aan de zijgevel in de Keizerstraat geplaatst. Izaak Prins werd op 3 maart 1873 geboren in Alkmaar als zoon van Aron Prins, collecteur Staatsloterij, en Roosje de Jonge. Hij was accountant en leraar boekhouden. Hij trouwde in 1901 op Texel met Rosette Vlessing. Izaak en Rosette gaan in Alkmaar wonen, eerst aan de Oudegracht, vervolgens aan de Bierkade. Rosette was zeer actief in Alkmaar. Zo was ze onder meer bestuurslid van het Witte Kruis, bestuurslid van de Openbare Leeszaal, lid van de Vrijheidsbond en lid van de armenraad. Er worden drie kinderen geboren. .Aron (1903), ongehuwd en advocaat Alkmaar. Als gevolg van de maatregelen die de Duitsers voor joden hadden opgesteld, moest Aron in maart 1942 naar Amsterdam verhuizen. Hij verblijft daar bij professor Palasch. Omdat hij zijn gastheer niet in gevaar wilde brengen, besluit Aron om niet te gaan onderduiken. Dat wordt hem fataal. In juli 1943 wordt hij bij een grote razzia opgepakt en naar Westerbork overgebracht. Vanuit Westerbork wordt hij 20 juli op transport gesteld naar Sobibor waar hij bij aankomst wordt vergast. Dit was het laatste transport van Westerbork naar Sobibor. .Elias (1904) is toneelregisseur en declamator. Hij overleeft de oorlog doordat hij in de meidagen van 1940 op het nippertje naar Engeland weet te ontkomen. Hij komt te wonen in Bath. Tegen het eind van de oorlog zamelt de Rotary Club Bath, op initi atief van Elias, geld en goederen in voor de Alkmaarse bevolking. Met het kleine straatorgeltje, dat nu nog in de hal van het stadhuis in Alkmaar staat, wordt £1.000 en een grote hoeveelheid kleding en goederen opgehaald. Dat orgeltje staat symbool voor een vriendschapsband die nu bijna zeventig jaar bestaat. De relatie tussen Bath en Alkmaar is waarschijnlijk een van de eerste, zo niet het eerste internationale stedencontact geweest. Op de achterzijde luidt de tekst: ALS DANKBARE HERINNERING AAN ONZE BEVRIJ DING GEPLAATST DOOR HET GENOOTSCHAP DE STILLE OMGANG OP INITIATIEF VAN DE VOORZITTER JACOB BAART ONTHULD EN INGEWIJD DOOR DE H. EERW. DEKEN JACOBS OP HET FEEST VAN CHRISTUS KONIN 1948 2) Christus Koning, Redder van ons Volk. Oorlogsmonument bij de rooms-katholieke Sint Josephkerk, Nassaulaan 4 Het monument uit 1948 is een bronzen beeld van een staand Christusfiguur met opgeheven armen. Het beeld is een uiting van dankbaarheid dat de stad Alkmaar redelijk gespaard is gebleven voor vernielingen door oorlogshan delingen en dankbaarheid voor de bevrijding. Destijds had de plaatsing van het beeld wel wat voeten in de aarde onder de bevolking. Het beeld is geplaatst op een zuilvormig voetstuk. De tekst op de voorzijde van het voetstuk luidt: DOOR de heer. I.PRINS AZN EN ZIJN echtgenote mevrouw r.prins-vlessing GEËERDE BURGERS DEZER STAD ZE WERDEN WEGGEVOERD DOOR DE DUITSE BEZETTERS OP DE 5E MAART 1942 ÉN ZIJN IN SOBIBOR OMGEKOMEN LOO TISJKACH VERGEE^H"S Op deze plek zijn tijdens de Tweede We reldoorlog vijf verzets mensen gefusilleerd. Op 17 november 1944 werden in Alkmaar Pier Booy (43), Arie Kapitein (53), Marinus Post (42), Pieter van Velzen (31), en Frans van der Zeijden (31) als vergelding voor de aanslag op een veldwachter, door de bezetter gefusilleerd. Ieder jaar op 4 mei herdenkt hier de Alkmaarse bevolking, onder aanvoering van de burgemeester, haar oorlogsslachtoffers. Na een toespraak in de Grote Kerk begeeft een groot gezelschap zich naar de Alkmaarder Hout om twee minuten stilte te betrachten en een krans te leggen. Het Stedelijk Harmonie orkest SDG Alkmaar en scouting De Geuzen verlenen hieraan hun medewerking. In het boek Verzet in West-Friesland komt de naam Frans van der Zeijden, een van de gefusilleerde verzetsmen sen, voor. Hij was sigarenhandelaar en dreef een tabaksgroothandel in de Magdalenastraat. Als handelaar verkocht hij ook aan de Duitse autoriteiten tabakswaar. Door de regelmatige bezoeken werd hij gezien als 'een der hunnen'. Hij reed met het verzet (mee) op de vrachtwagen die de wapens op zou halen, was bij het vuurgevecht op de Rustenburgerbrug gewond geraakt en werd door de Duitsers herkend als ‘de sigarettenverkoper uit de Magdalenastraat'. De naam Frans van der Zeijden wordt vermeld op twee monumen- De Rijp 12-14 Graft 14 Rusten burg 15-18 - BELEG V? VA?, 21 AUGUSTUS DOOR DON FRET - HET 121 VENDELEN STUKKEN.GE5CHLT ZUVERTRCXKEN DEN RCK1 1573 LOF ENDE DANK ZU GOD ALMACHTIG. 1 l|\ E SHERF.N UBE 'wovawr e HET toren

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarders op de kaart | 2020 | | pagina 1