19. Algemene begraafplaats
Collectie Regionaal Archief Alkmaar
Collectie Regionaal Archief Alkmaar
Jaagpad en het Zeglis. Bedrijfsterreinen - zoals de Boekelermeer, Overdie
en Oudorp - verrezen later langs het kanaal.
Veel inwoners ervaren het kanaal vooral als een barrière die de stad ver
deelt, met name als de brug opengaat voor het scheepvaartverkeer.
De gemeenteraad heeft in 2017 de "Omgevingsvisie Alkmaar 2040” vast
gesteld. Die visie ziet het kanaal - aangeduid als stadsrivier - niet als een
obstakel maar als een uitdaging en kans voor de ontwikkeling van recre
atie, toerisme en vooral woningbouw.
2. Het afgesneden kanaalvak
In 1865 werd de eerste spoorlijn boven het Noordzeekanaal geopend.
De lijn liep van Alkmaar naar Den Helder en de trein moest na vertrek het
Noordhollands kanaal kruisen. Om een rechte oversteek via een draaibrug
te kunnen maken werd het kanaal enigszins verlegd en ontstond het Afge
sneden Kanaalvak. Met de elektrificatie van de lijn in 1958 werd na 93 jaar
dienst de draaibrug vervangen door een dubbelsporige ophaalbrug. In de
gemeente Alkmaar liggen in totaal 10 bruggen over het kanaal.
1. Koedijkervlotbrug
De Koedijkervlotbrug - een historisch monument - is de enige nog in
gebruik zijnde houten vlotbrug van ontwerper Jan Blanken, de inspecteur-
generaal van Rijkswaterstaat die de leiding had bij de aanleg van het
Noordhollands kanaal. De brug wordt tegenwoordig automatisch bediend.
Het gebruik is beperkt tot fietsers en voetgangers.
Bij de aanleg van het kanaal werden vele vlotbruggen gebouwd omdat het
kanaal - 37 meter wijd - voor de ophaalbruggen van toen te breed was.
Door deze breedte konden twee oorlogsschepen van toen elkaar passeren.
Om de vlotbrug te passeren worden vlotten onder het brughoofd getrok
ken en ontstaat een opening voldoende voor een schip met volle tuigage.
De resterende vier vlotbruggen die noordelijker over het kanaal liggen, zijn
aangepaste stalen pontonbruggen met groter draagvermogen.
Bezienswaardigheden rond Gijsbert Fontein Verschuir in Alkmaar en langs
het Alkmaarse deel van het Noordhollands kanaal tussen Koedijk en
Spijkerboor. (De nummers op de beide kaarten corresponderen met de
nummers in de onderstaande tekst.)
3. Het Tesselsche hek bij het Munnikenbolwerk
Hier was vroeger een tol gevestigd ook wel genoemd de Texelse Barrière.
Dit was de toegang tot de stad vanuit het noorden. Aan de kanaalkant
heet het water het Afgesneden Kanaalvlak. Aan de andere kant ligt de
Geestersingel; een deel van de oude stadsgracht. Via een vlotbrug bij het
Munnikenbolwerk kon het wegverkeer aan de oostkant van het kanaal
noordelijke bestemmingen bereiken. Na de aanleg van de Helderse Weg
aan de westkant van het kanaal verdween de brug in 1847.
4. De Kanaalkade
Na de aanleg van het kanaal had die zijde van de stad - wat wij nu de
Kanaalkade noemen - nog het uiterlijk van de vroegere stadswal, beplant
met bomen. Schepen waren voor laden en lossen vooralsnog aangewezen
op de Bierkade. Pas in 1867 werd de aarden stadswal afgegraven en werd
een kade aangelegd, waarlangs woningen en bedrijfspanden werden
gebouwd. Rond 1850 ontstond aan de 'lege' noordkant van het kanaal een
groeiende bedrijvigheid.
5. Stadhuis Langestraat
In 1455 bevond zich al een stadhuis in de Langestraat. In het stadhuis -
zoals wij dat nu kennen - oefende Fontein Verschuir in de loop der jaren
zijn uiteenlopende bestuurlijke functies uit: lid van de vroedschap, lid van
de gemeenteraad, wethouder en burgemeester. Koning Lodewijk Napoleon
stelde in 1811 de rechtbank Alkmaar in. Die rechtbank sprak tot ver in de
19e eeuw recht in de Grote Zaal van het stadhuis. Het beeld van Vrouwe
Justitia boven de entreepartij Langestraat 97 herinnert ons eraan dat de
rechtsprekende macht vroeger ook onderdak vond in het stadhuis.
Dankzij zijn inspanning en invloed wist Fontein Verschuir in 1827 te
bewerkstelligen dat voor Alkmaar de rechtbank behouden bleef.
6. Huize De Dieu Langestraat
Als afgevaardigde van Alkmaar in de Staten van Holland werkte Fontein
Verschuir veel samen met burgemeester Daniel Carel de Dieu. Zij verbleven
veel in het tegenover het Binnenhof gelegen Haagse logement “De Twee
Steden". Dat pand deed dienst als "ambassade" van de steden Alkmaar en
Enkhuizen. Die nauwe samenwerking zal ongetwijfeld eraan bijgedragen
hebben dat Fontein Verschuir verkering kreeg met de 18-jarige Cornelia
Frederica De Dieu, dochter van de genoemde burgemeester.
7. Drinkwaterpomp Kerkplein
In 1828 werd op het Noorderkerkplein (het huidige Kerkplein) een nieuwe
grote waterpomp geslagen. Geen overbodige luxe. Er was een gebrek aan
schoon drinkwater in de stad. Dit initiatief van Fontein Verschuir mislukte
echter. Het opgepompte water was niet goed. Pas in 1860 trad een echte
verbetering in. Omdat de pomp in de weg stond bij kermissen werd hij in
1870 alweer weggehaald.
8. Vleeshal Paternosterstraat
Fontein Verschuir had in Brussel een openbare vleeshal gezien. Dat was ook
iets voor Alkmaar! De burgemeester nam het initiatief om in een deel van
het weeshuis (hoek Gasthuisstraat/Pater Nosterstraat) een openbare vlees
hal te vestigen. Alle Alkmaarse vleeshouwers werden verplicht in die hal
Het in 1797 getrouwde stel vestigde zich in het pand Langestraat 114 dat wij
nu kennen als Huize De Dieu. Een affaire met een huismaagd leidde tot een
ongewenste zwangerschap. Fontein Verschuir dacht dit met zijn macht en
invloed "onder de pet te houden". Het lukte hem uiteindelijk toch niet dit
geheim te houden. Een heerlijk nieuwtje voor roddelende Alkmaarders.
9. Vlagincident op het Waagplein
Op 30 november 1813 landde de zoon van voormalig stadhouder Willem V
op het strand van Scheveningen. Voorafgaande aan deze gebeurtenis was
reeds 's avonds op 16 november 1813 in Alkmaar de kreet "Oranje boven" op
straat te horen. Maire (=burgemeester) Van Foreest en onderprefect Fontein
Verschuir verboden dat. Zij weigerden vooralsnog de proclamatie bekend
te maken dat Nederlanders ontslagen waren van hun eed van trouw aan
de Franse keizer Napoleon. Zij kozen een voorzichtige koers. Immers in
Den Helder was nog een Franse troepenmacht gelegerd. Die moest eerst
het land uit. Maar Alkmaar ging in verzet. Fontein Verschuir moest het
vege lijf redden door van zijn huis in de Langestraat te vluchten naar het
Hofje van Splinter (hoek Ritsevoort/Lindegracht). Uiteindelijk zwichtten Van
Foreest en Fontein Verschuir voor de druk van het volk. Zij gedoogden het
hijsen van de prinsenvlag. Schippersknecht Hannes Douwes beklom - onder
gejuich van een volgestroomd Waagplein - via de buitenkant de Waagto-
ren en hing de prinsenvlag op. Alkmaar had voor Oranje gekozen, aan de
Franse tijd was een einde gekomen.
10. Herenstraat/Dirk Duivelsweg
Hier stond ooit de Friese Buitenpoort die tien jaar na de aanleg van het
kanaal toch onder de slopershamer kwam om een hinderlijke bocht uit het
kanaal te kunnen halen. De vlotbrug verdween en werd ter hoogte van de
Herenstraat vervangen door een ijzeren draaibrug. Met de vrijkomende
kanaalgrond werd het Victorie-park aangelegd bovenop de oude stads
gracht. In 1876 werd het Victorie-beeld onthuld. Jaarlijks vindt op 8 oktober
hier de herdenking plaats van het beleg, het weerstaan gevolgd door
de aftocht van de Spanjaarden in 1573 tijdens de Tachtigjarige Oorlog.
Van Alkmaar de victorie! In dit specifieke deel van de stad werden vele
bodemvondsten gedaan. Op 17 oktober 1811 arriveerde keizer Napoleon
in een koets via de Friese poort in de stad Alkmaar. Ondanks de vele
versieringen en georganiseerde festiviteiten verliet Napoleon weer binnen
enkele minuten de stad op weg naar Beverwijk. Autoriteiten en burgers liet
hij verdwaasd achter. "Vrienden gaat naar huis, de keizer is al gepasseerd"
sprak Fontein Verschuir met tranen in zijn ogen de Alkmaarders toe.
11. Tussen Luttik Oudorp en Heiligland
De aanleg van het kanaal hield de afbraak in van het meest karakteristieke
hoekje van de stad. De Waterpoort, het Zakkendragershuis, het logement
Het Hof van Holland en een brandspuithuisje werden in juli 1821 slachtof
fers van de kanaalaanleg. Aan de overzijde van het water liggen het Heilig
land en het Veneetse Eiland, deel van de oude stad, maar door het kanaal
afgesneden van de binnenstad. Tot 1958 was er een vlotbrug als verbinding,
daarna kon men met een pontje naar de overkant. Van een deel van de
oude binnenstad werd het meer en meer een gebied voor nijverheid.
12. Veneetse eiland/'t Hondsbosch
Alkmaar kende in het begin van de 17e eeuw een vijftiental schepenma
kers. De drooglegging van de vele meren betekende een achteruitgang
voor deze nijverheid. De aanleg van het kanaal bood nieuwe kansen.
Scheepswerf 't Hondsbosch startte in 1837 op het eiland de bouw van het
kofschip Alkmaar. In 1842 bouwde de werf het zesde en laatste schip.
Plannen voor een nieuw kanaal van Amsterdam rechtstreeks naar de
Noordzee betekenden na 1866 echter vrijwel het einde van de scheeps
bouw. In 1870 kocht de firma Stoel scheepswerf Nicolaas Witsen uit
behoefte aan kleine boten voor haar vervoer van bouwmaterialen.
De werf fuseerde in 1932 tot Witsen Vis. Begin jaren '80 kwam het einde
voor de scheepswerf op de Eilandswal.
hun vlees te verkopen. De slagers protesteerden. Fontein Verschuir moest
bakzeil halen; het project mislukte jammerlijk.
14. Hijskraan Bierkade
Op de kaart van Drebbel uit 1597 is nabij de Huigbrouwerstraat een
hijskraan zichtbaar. Die locatie dankt daaraan nog zijn huidige naam
Kraanbuurt. De hijskraan verdween omdat de havenactiviteiten zich meer
naar het oosten van de stad verschoven. De aanleg van het Noordhollands
kanaal vormde voor Fontein Verschuir aanleiding om op de Bierkade naast
de Accijnstoren een hijskraan te bouwen. Het kanaal zou immers zorgen
voor een aanzienlijke groei van te verwerken goederen. De hijskraan bleek
echter niet goed te functioneren. In 1843 werd de kraan al ontmanteld.
15. Voormeer
Aan de Voormeer startte op 1 juli 1864 rederij Alkmaar Packet met de
stoomboot Alkmaar "Packet 1" een dienstregeling op het traject Alkmaar-
Zaandam-Amsterdam via Akersloot, Markenbinnen, Knollendam en verder
over de Zaan naar Amsterdam. De zeer populaire passagiersdienst heeft
tot 1950 bestaan, toen kon de rederij de concurrentie met het weg- en
treinverkeer niet meer volhouden.
16. Het Zeglis
Daar waar de Voormeer overgaat in het Zeglis was de oorspronkelijk stads
grens met de Hoge Brug en de Boompoort. Beide moesten voor de aanleg
van het kanaal gesloopt worden. In het Zeglis was van 1881 tot 1932 een
kanaalzwembad en van 1860 tot 1965 werd hier kalk gestookt in de vijf
ovens van de firma Stoel. De kalkovens werden in 1970 gesloopt.
17. Boekel
Tijdens de aanleg vonden er langs het kanaal regelmatig onlusten plaats.
De arbeiders (poldergasten) werkten van 's morgens vier tot 's avonds
zeven uur. Zij woonden bij het werk in armetierige hutten. Het werk was
zwaar, de betaling slecht en er vond uitbuiting plaats. Een greep naar
de drankfles was voor velen de mogelijkheid om alle ellende tijdelijk te
dragen maar moest ook wel leiden tot uitbarstingen van ongecontroleerde
woede. In Boekel vond op 27 mei 1823 een ernstig incident plaats met drie
doden tot gevolg. Aannemer Huijskens had zijn traject voor een te lage
prijs aangenomen en beknibbelde op de lonen. De poldergasten pikten
het niet, staakten het werk en belaagden de aannemer. Twee polder
gasten werden door de aannemer doodgeschoten en de aannemer werd
daarop door een woedende menigte doodgeslagen. Cavaleriesoldaten
moesten eraan te pas komen om de boel te sussen. Aan de overkant van
de pont bij Akersloot staat een bord met het dramatisch verhaal over de
poldergasten bij Boekel.
18. Spijkerboor
Het Heerenhuis in Spijkerboor was vroeger het polderhuis voor de in 2018
375-jarige Starnmeer. Ten tijde van de aanleg van het Noordhollands
Kanaal was het een centrale ontmoetingsplaats voor de leiding.
Koning Willem I is er op inspectie geweest en ook vele nieuwsgierige,
buitenlandse ingenieurs: Spijkerboor ligt ten slotte in het Land van Leegh-
water.
Op 2 januari 1838 overleed Fontein Verschuir - 73 jaar oud - te Alkmaar.
Zijn overlijden wekte weinig emotie op. Zijn karakter en stijl van besturen
waren daar ongetwijfeld debet aan. Hij werd begraven op de Algemene
Begraafplaats aan de Westerweg. Met de aanleg daarvan - op de plek van
het voormalige exercitieveld - werd in 1829 begonnen, nadat enkele jaren
daarvoor besloten was het begraven in en nabij de Grote Kerk te beëindi
gen. Het poortgebouw en de begraafplaats zijn het ontwerp van Jan David
Zocher. Fontein Verschuir was de eerste die een grafkelder kocht direct
gelegen nabij de ingang (grafnummer A6).
13. Bierkade
De Bierkade was
de plaats waar na
de opening van het
kanaal de schepen
konden afmeren. Van
deze kade vertrok
ken in een geregelde
dienst de stoomboten
van Zür Muhlen naar
Den Helder. Meer
rederijen maakten van
deze kade gebruik.
In het vierkante
torengebouw de Accijnstoren (1622) moesten de schippers hun ingevoerde
goederen aangeven en accijnzen betalen. In 1924 werd de accijnstoren vier
meter verplaatst vanwege het toegenomen wegverkeer over de Bierkade.
TT