ll I 1 II - ll- VICTORIA 11 AlkmaardersopdeKaart De weldoener van De Rijp: Jan Boon junior (1758 -1847) Oplage: 3000 Facebook: www.facebook.com/alkmaardersopdekaart HETSCHERMER/EILAND Stedelijk Museum Alkmaar Regionaal Archief Engelse zeeoorlogen Geheim testament JAN BOON ET KONINIGEJTKEf] VERGUNNING. N li u1 ||ligtiiikr begraven 11 DE HEER JAN BOON JUNIOR. GERORHN-Jj* 1)JE RIJP. ■F Jan Boon junior (1758 -1847), weldoener, koopman en laatste reder van De Rijp /g ’5 Uitgave van: Stichting AlkmaardersopdeKaart Teksten: Rosa Bernhard Bijdrage fotografie: Anoushka van Velzen Kleuring kaart: Chris Duinmeijer Vormgeving: Gerard Stals Druk: Marcelis Dékavé Stichting AlkmaardersopdeKaart 2018 OUDHEIDKUNDIGE VERENIGING gemeente ALKMAAP^ Museum In 't Houten Huis EMHTR Jan Boon junior op 87-jarige leeftijd, geschilderd door Jan Kieft Stichting Jan Boon, De Rijp Alkmaar KUNST UITLEEN ALKMAAR Jan Boon junior was de laatste telg uit een rijke familie van reders en koop lieden in De Rijp. Door de eeuwen heen hadden zijn voorvaderen een groot fortuin opgebouwd. Als enige erfgenaam van het familiekapitaal bepaalde Jan Boon dat na zijn dood uit zijn vermogen een fonds moest worden gesticht om de werkloosheid en armoede in De Rijp te bestrijden. Uit zijn nalaten schap werd de Maatschappij tot Bevordering van Nijverheid in De Rijp opge richt. Met de in 1969 opgerichte Stichting Jan Boon worden nog steeds soci ale en culturele projecten ondersteund. We kijken terug naar hoe de familie Boon haar kapitaal opbouwde en eindigen bij Boons testament. Gaat u met ons mee? Het fortuin van de voorvaderen van Jan Boon junior vindt zijn oorsprong in de visserij, zowel de Grote- (haringen) als de Kleine Visserij (walvissen). In de periode 1500 - 1540 werd met kleine boten gevaren. Omdat er geen conser- veringsmogelijkheden waren, moest de vangst snel aan land worden ge bracht. Dat veranderde na 1540 met de komst van haringbuizen. Op deze grote schepen kon het kaken, zouten en tonnen aan boord plaatsvinden. Door de Spaanse oorlog in het zuiden verplaatste de visserij zich naar het noorden. Vanuit vissersplaatsen als Enkhuizen en De Rijp werd vooral op ha ringen gevist. De vloten groeiden, de bevolking ook, beide zelfs explosief. Vanaf 1575 ontstonden in De Rijp zelfs eigen scheepswerven waar haringbui zen werden gebouwd. Walvisjacht Grote concurrentie en daardoor sterk gereduceerde opbrengsten maakte dat de reders op zoek gingen naar een alternatieve inkomstenbron. Dat werd de walvisvaart. Dit was mogelijk doordat in 1642 het octrooi van de Noordse Compagnie afliep en andere plaatsen ook op walvissen konden jagen. De overgrootvader van Jan Boon junior, Allert Cornelisz. Boon (geboren in 1643), Stichting AlkmaardersopdeKaart zet belangrijke mensen uit het verleden van de huidige gemeente Alkmaar op de kaart. Hun bijdrage aan het cultureel erfgoed maakt het zeer de moeite waard om hun levensloop te volgen aan de hand van een routekaart. Eerder werden bijzondere Alkmaarders op deze wijze geportretteerd. Dit keer is het de beurt aan Jan Boon junior, reder en koopman uit De Rijp. Jan Boon junior, zoon van Jan Boon, trad in 1783 op 25-jarige leeftijd te Krom menie in het huwelijk met Trijntje Lakeman. In die tijd zette hij de negoties van zijn voorouders voort. Onder zijn directie voer in 1787, ‘88 en ‘89 de wal- Hij beleefde gouden jaren met de walvisvaart. In 1671 bijvoorbeeld, vingen de vissers uit De Rijp met 158 schepen een recordaantal walvissen: 1083. Als je dat aantal vermenigvuldigt met de gemiddelde opbrengst, negenduizend gulden, dan wordt enigszins duidelijk wat voor een fortuin de walvisvaart opleverde. Al die visserijbedrijven brachten tevens een ongekend grote be drijvigheid in het dorp: scheepswerven, houtzagerijen, hennepklopperijen en touwslagerijen. De Rijp werd dankzij de visserij een zeer welvarend dorp. Niet voor niets staan er in het wapen van de voormalige gemeente Graft-De Rijp twee haringen en een walvis afgebeeld en zijn er vele straten vernoemd naar schepen uit die tijd. Harpoenen en speren De walvisvaart was echter niet zonder risico's. Je had tussen de dertig en vijftig bemanningsleden nodig en een kapitaal van vijftienduizend gulden om de reis te bekostigen. Regelmatig sloegen beman ningsleden overboord als ze in een sloep met har poenen en speren achter de walvissen aanjoegen. Ook kon het gebeuren dat de walvis met zijn staart de sloep in tweeën brak of het hele bootje met zich mee onder water trok. Er kwamen dus nogal wat be manningsleden om het leven. Dat verklaart de aan wezigheid van de diverse weeshuizen in De Rijp en Graft. Maar als het schip eenmaal veilig terug in de haven was, inclusief een flinke vangst, dan werden de bemanningsleden wel rijkelijk beloond voor dit gevaarlijke werk. Na 150 jaar intensief jagen viel de vangst steeds meer tegen. In 1793 stond de teller nog maar op 72 walvisvangsten; de walvissen waren praktisch uitgeroeid. was zo'n walvisvaarder. Hij was hierin zeker niet de enige. Het is nu niet meer voor te stellen, maar de walvisjacht was een populaire nijverheid. De omrin gende meren van De Rijp waren ondertussen drooggemalen, waardoor de directe verbinding met de Zuiderzee was afgesloten en ook de visserij op de voormalige meren was gestopt. De reders zochten het verderop. En wel he lemaal in Groenland. Zo ook Allert Boon. Firma Aldert en Jan Boon Grietje, de tante van Jan Boon junior, had twee echtgenoten overleefd. Beide mannen waren schatrijke uitrusters van schepen, reders genaamd. Grietje had geen kinderen gekregen en toen zij in 1766 overleed, liet zij haar zeer grote vermogen na aan haar broers Aldert en Jan. Zij begonnen samen de firma Aldert en Jan Boon. Zij waren handige ondernemers en spreidden hun zaakjes. Ze verwierven aandelen in walvisvaarders, haringschepen en vee handel en waren mede-eigenaren van een lijnbaan (De Poel), een zeilmake rij, leerlooierij en een taanhuis. Daarnaast handelde de firma onder andere in soda, koffie, kaas, tonnen en kuipen en zelfs huizen. Partijen touw werden naar Frankrijk, Curacao en Cadiz verscheept. Vol met exotische producten kwam de boot weer terug naar Nederland waar de goederen direct werden verhandeld. Je zou kunnen zeggen dat de firma een multinational avant la lettre was. De Maatschappij Jan Boon had tijdens zijn leven al bepaald wie de directeur zou worden van de Maatschappij. Dat was Henricus Boonacker, makelaar en gemeentesecre taris van De Rijp. Zijn zoon Adolf werd benoemd tot adjunct-directeur. Er zou al snel veel kritiek komen op het 'eigenmachtig optreden' van beide heren. De zaak liep zo hoog op dat het voor het Provinciaal Gerechtshof moest ko men en uiteindelijk werden de directeur en de adjunct-directeur zelfs ge schorst. Drie jaar later werd er een overeenstemming gevonden en konden Henricus en Adolf weer hun functies oppakken. Op 5 mei 1844, drie jaar voor zijn dood, stelt Jan Boon junior een ‘geheim testament' op. Op die dag, terwijl zijn broer Wijnand nog in leven is, vermeldt de wilsbeschikking dat grote legaten worden nagelaten aan zijn broer, verre familieleden en aan de Doopsgezinde Diaconie en Weeshuis in De Rijp. Kleine legaten worden vermaakt aan diverse kerkgenootschappen, kosteloos on derwijs aan arme kinderen en een jaarlijkse uitkering aan hulpbehoevende inwoners van de gemeente De Rijp. Tevens wordt er in het testament be paald dat er een Naamloze Vennootschap moet worden opgericht met als doel om de continuïteit van de nijverheid te waarborgen, en dit alles om de welvaart van de gemeente De Rijp te bevorderen. De naam werd de Maat schappij tot Bevordering van Nijverheid met als aandeelhouders de Doops gezinde Diaconie, het Doopsgezinde Weeshuis, de Nederlands Hervormde Diaconie, de gemeente De Rijp en het gemene Wees- en Armenhuis. visvaarder ‘De Rust van het Vaderland' uit. In deze nadagen van de walvis vaart heeft Boon junior slechts vijf walvissen weten te vangen. Voor Boon was hiermee het einde van de walvisvaart in zicht. Ook gooiden de Engelse zeeoorlogen roet in het eten. In 1795 werd de Repu bliek door de Fransen bezet en raakte Nederland betrokken in een conflict met Engeland. Om te voorkomen dat de schepen door de Engelsen werden aangevallen, voer men onder neutrale vlag. Zo schafte Jan Boon junior voor de haringbuis 'De Taanman' in 1797 een Russische pas en papieren aan. Bij de dood van de vader van Jan Boon junior, in 1813, werd de nalatenschap in drie gelijkwaardige parten verdeeld onder de kinderen Jan, Wijnand en Geertje. Ieder kreeg wat onroerend goed, een derde 'buizenportie' en een bepaalde tak van bedrijvigheid. Zo werd Jan de touwslagerij 'De Poel' toege wezen. Ook zette hij de handel in huiden, koehaar en koesmeer voort. Junior handelde ook in soda en koffie. Hij kocht land, huizen en pakhuizen aan en investeerde in buitenlandse staatspapieren. De grote erfenis van Jan Boon junior is voornamelijk ontstaan door vererving. Als laatste overgebleven lid van een rijke familie was het Boon junior, die bepaalde wat er met het vermogen zou gebeuren. Net als meer familieleden bleef ook hij kinderloos en zodoende zocht hij een goede bestemming voor zijn nalatenschap. Tenslotte bepaalt Boon dat het uitdelen van levensmiddelen en brandstoffen, zoals hij dat tijdens zijn leven had gedaan, moet worden voortgezet (300 gulden per jaar). Hij schrijft een brief aan de koning waarin hij zijn plannen bekend maakt, maar stelt als voorwaarde dat hij wil worden begraven naast zijn vrouw, die is begraven in de Grote Kerk van De Rijp. Dat lijkt een pro bleem, want na haar dood was het inmiddels verboden om mensen in kerken te begraven. Maar de koning strijkt met zijn hand over zijn hart en verleent Boon een vergunning. Hij is hierdoor één van de laatste Nederlanders die in een kerk zijn laatste rustplaats vindt. Overlijden Op 31 maart 1847 komt op 89-jarige leeftijd een einde aan het leven van Jan Boon junior. Zoals hij nadrukkelijk had gewenst, wordt hij begraven naast het graf van zijn vrouw in de Grote Kerk van De Rijp. Op het graf staat als laatste zin geschreven: Hij was de weldoener der Gemeente in leven en in sterven.' Een treffende omschrijving van een man die veel deed aan liefdadigheid. Hij verleende tijdens zijn leven steun aan 'behoeftigen die leven van de on derstand' en aan particulieren verstrekte hij leningen. Aan de Doopsgezinde Gemeente, waar hij 53 jaar lang lid van was, schonk hij regelmatig geldbe dragen. Zijn nalatenschap bestond uit 315.390 gulden. Omgerekend naar he dendaagse koopkracht is dat 2.737.834. De gasfabriek Naast het voortzetten van de oude activiteiten, probeerde de Maatschappij nieuwe initiatieven te ontplooien. Men kreeg een oogje op het exploiteren van gas en zo kwam het dat de maatschappij in 1878 de bestaande gasfa briek in De Rijp overnam. Uiteindelijk bleek dit een slimme zet en is het van groot belang geweest voor het dorp. Het kwam maar weinig voor dat zo'n Nog altijd een weldoener Tot vandaag aan toe wordt er regelmatig door sociaal-culturele instellingen een beroep gedaan op het fonds dat Jan Boon ter beschikking heeft gesteld. Vrijwel altijd wordt er in meer of mindere mate geldelijke steun verleend. De herinnering aan Jan Boon junior wordt nog altijd levend gehouden in het naar hem vernoemde museum, gevestigd in 'Het Walhuis'. Op deze manier kan de geïnteresseerde bezoeker zien hoe de familie Boon een belangrijke stempel op het leven van De Rijp heeft gedrukt. Zo wordt 'de weldoener van De Rijp' nog steeds in ere gehouden. relatief kleine plaats kon beschikken over 'stadsgas'. De gemeente werd een grote afnemer, door straatverlichting en de verlichting van enkele gemeente lijke gebouwen. Het ging zo goed met de gasfabriek, dat in 1900 een nieuwe fabriek gebouwd werd. In 1959 fuseerden de plaatselijke gasfabriek met een regionaal gasbedrijf en werd de fabriek verkocht aan het Regionale Gasbedrijf Zaanstreek-Waterland. De gasfabriek was, naast de visserij, de enige tak van nijverheid die voor de maatschappij echt succesvol is geweest. In 1902 begon men met een nieuwe activiteit, door de oprichting van de tabak- en sigarenfabriek 'De Nijverheid'. Maar dit bedrijf leed grote verliezen en al snel werd het geliquideerd. Ook in de opeenvolgende jaren legden de andere nijverheden het loodje. Uiteinde lijk is in 1969 de NV omgezet in een BV. Daarnaast is er een stichting. Deze Stichting Jan Boon houdt zij zich alleen nog bezig met 'het verlenen van bij stand op charitatief terrein'. Ux-pÉN ofP'i 61 JAREN i:n 1< STICHTING AKEMA1* >T VaN I HIER RUST TRIJNTJE I ECJITWO jan b or OVERLEDEN 14 Deelnemers: Annelies V. Janssen, Bart van Groen, Jan Jansen, Aldert Pilkes, Fred Hoek, Klaas te Bos, Emmie Snijders j ZIJNER ONTSLAPENE GADE. I TER RUSTE f TE WORDEN; GELE GD. N ED RIGHÊID j WAS HAA R EER EK E EED. j MIJ WAS DE WELDOENER D RG E M E E NT E -NdLEVÈN ENÏN STERVEN.I dèm. «4 tA'brv.muj i7>8. EN ALDAAR O V R I, E D EN. I D E N 31 M A A R Tv 1 a 4 7. I HET WAS ZIJN VERLANGEN. I AAlMIE ZIJDE' -?x I Gasfabriek. DE RIJP.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarders op de kaart | 2018 | | pagina 2