ft I I I B 0 I 8 I s s s i Alkmaarders op de kaart f <2? si de Bibliotheek^' [B] Religie Regionaal Archief i Alkmaar [gr W Ti" BiZ IJ De werkkamer van Truitje op de Bierka- in 1845. Onderzoek en tekst: Emmie Snijders, Regionaal Archief Alkmaar Route: Bert Muis, Historische Vereniging Alkmaar Vormgeving: Team DTP gemeente Alkmaar Oplage: 2000 'De Groote Kerk te Alkmaar' gemeente ALKMAAR^ HISTORISCHE VERENIGING ALKMAAR Iffil 1*1 IEI lil l¥i lïi nma Uitgave van Groep Alkmaardersopdekaart.nl. Zie ook www.alkmaardersopdekaart.nl Afbeeldingen: Regionaal Archief Alkmaar en Stedelijk Museum Alkmaar schrijven. Na Almagro volgde De Graaf van Devonshire. De Gids-redacteur E.J. Potgieter schreef anoniem een zeer kritische recensie over dat werk. Hij had opmerkingen over de schrijfstijl, vond het te weinig historisch onderlegd en hij zag graag Nederlandse onderwerpen. Truitje nam het advies over en schreef in 1840 de roman Het Huis Lauernesse, waarin Toussaint probeerde 'den invloed te schetsen, dien de hervorming had uitgeoefend op het burgerlijk en huiselijk leven van de Nederlanders uit die dagen.' Het boek werd goed ont vangen, hoewel Potgieter enige kritiek uitte op het orthodox-chris- telijk karakter ervan. [E] Literaire vrienden De Kring van Heiloo en De Gids (1840-1842) Na het schrijven van haar eerste drie boeken trad Truitje toe tot een tweetal literaire kringen. Gids-redacteur Potgieter had haar in 1838 voorgesteld aan studievriend Johannes Hasebroek. Diens pastorie in Heiloo was een ontmoetingsplek voor jonge letterkundigen waaronder Hasebroeks zus Betsy en zijn vrienden Nicolaas Beets en politicus en taalkundige Jacob van Lennep. Op haar beurt intro duceerde Truitje de Alkmaarse dichter Willem Hofdijk in de groep. Deze 'Kring van Heiloo' kwam regelmatig bijeen. Tegelijkertijd werd Truitje ook opgenomen in de groep rondom De Gids, een gevreesd tijdschrift vanwege de scherpe recensies. De twee groepen verschilden sterk van elkaar. Waar de Heilooër- Truitje Toussaint in 1848, gravure door [H] Oeuvre en eerbetoon. Truitjes zeventigste verjaardag Truitje had inmiddels een indrukwekkend oeuvre opgebouwd. Ze werd volop geprezen om haar psychologisch inzicht dat bij de uitgebreide en stijlvolle karakterschetsen van haar personages goed tot uiting kwam. Ook haar durf om bepaalde onderwerpen aan te snijden leverde veel bewondering op. Toch vonden veel lezers wel dat ze in haar boeken neigde naar langdradigheid en was vooral het zelfbedachte namaak Oud-Hollands enkele letterkundigen een doorn in het oog. kring een religieuze grondslag had, was het karakter van De Gids meer liberaal en wetenschappelijk. Hierdoor kwam Truitje wel eens tussen twee partijen te staan. Dit verergerde toen Truitje een relatie kreeg met Reinier Bakhuizen van den Brink, mederedacteur van De Gids. Truitjes populariteit uitte zich met een groots eerbetoon op haar zeven tigste verjaardag in 1882. Door de grote hoeveelheid bijdragen van ver- Johannes Bosboom rond 1845. Litho door P. Blommers. RAA [C] Eerbetonen - Het borstbeeld in 1912 Op de honderste geboortedag van Truitje wilde de stad Alkmaar haar waardering laten blijken door het oprichten van een gedenkteken van de bekende schrijfster. Het initiatief kwam van J.A. Verkuyl, docent op de cadettenschool, J. Klootsema, directeur van het Rijksopvoedingsge sticht en raadslid A.F. Thomsen. Zij wilden haar huldigen 'buiten hare godsdienstige en politieke opvattingen om, als een van de grootste vrouwen des lands en eereburgeres van Alkmaar, die in het letterkun dig Nederland eene hooge positie bekleed heeft.' Het plan werd tijdens een bespreking in het stadhuis enthousiast opge pakt. De keuze was nu: een bank of een borstbeeld? Er werd gekozen voor een buste, omdat deze beter zou passen bij Truitjes persoonlijk heid. Een bank werd door de commissie te modern geacht voor een schrijfster die zich met historische onderwerpen inliet. Op 16 september werd de buste onthuld ter hoogte van huis 'Kennemerhoek'. Verkuyl had de eer de feestrede uit te spreken. In zijn toespraak benadrukte hij dat de 'artistieke waardeering heeft gezegevierd over geloofsverdeeld heid'. De buste is ontworpen door de Nederlandse beeldhouwer August Falise (1875-1936) die ook beelden heeft gemaakt van Van Oldenbarnevelt en architect Pierre Cuypers. Over de plaatsing is goed nagedacht: het is zo Onthulling van het borstbeeld van A.L.G. Bosboom-Toussaint op 16 september 1912 in Alkmaar. Aan het woord is de heer Verkuyl. Fotograaf A.J.W. de Veer. RAA geplaatst dat zij richting de oude stad kijkt. In hetzelfde jaar als de onthulling van het borstbeeld was er in de bibliotheek van de Rijksuni versiteit in Utrecht een tentoonstelling gewijd aan A.L.G. Bosboom- Toussaint. Dat landelijke karakter van de herdenking was ook te zien aan de prominente gasten die bij de onthulling aanwezig of betrokken waren. Jonkheer Six legde namens koningin Wilhelmina een palmtak aan de voet van het monument. Na de plechtigheid konden de aanwezigen een tentoonstelling bezich tigen in de raadzaal van het stadhuis. Bij gunstig weer volgde een tuin partij op het landgoed Nijenburgh, verzorgd door jhr. Mr. P. van Foreest. Ten slotte was er die avond in de Harmonie een toneelopvoering van Truitjes boek Majoor Frans, dat speciaal voor de gelegenheid was ge maakt. De huidige locatie van het borstbeeld is niet dezelfde als van 1912. Oor spronkelijk stond de buste precies op de plek waar nu de glazen toe gang naar de Singelgarage staat. Naast het beeld zijn er nog enkele kleinere gedenktekens voor Truitje in Alkmaar te vinden. Voorbeelden zijn de plaquette van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde op haar woonhuis aan de Bierkade en de namen van drie villa's gelegen aan het Kennemerpark. In de ja ren 1970 werd Truitje ten slotte nog geëerd door de Alkmaarse vrouwenbeweging omdat ze - onder andere vanwege Majoor Frans - door die groep werd be schouwd als feministe van het eerste uur. 1861: De triomf van Pisani 1862: De terugkeer van Golgotha 1864: Het laatst bedrijf van een stormachtig leven 1866: De verrassing van Hoey in 1595 1868: Frits Millioen en zijne vrienden 1870-'71: De Delftsche wonderdokter 1879: Langs een omweg 1880: Raymond de schrijnwerker I I I BB •e s ja e BB ISïlSïlSïlSflSïl Bijdrage van P.H. Witkamp in Truitjes album amicorum (1882). t.b.v. deze wandelkaart lichtelijk bewerkt. Collectie RAA Kennemerwaard Lijst met enkele andere werken van Truitje die niet in de tekst zijn genoemd 1839: Engelschen te Rome 1842: Een kroon voor Karel den Stoute 1847: Mejonkvr. de Mauléon 1849: Het huis Honselaarsdijk in 1631 1850: Moedervreugde en moederlijden 1850: Moedervreugde en moederlijden 1853: Don Abbondio II 1856: Historische Novellen 1858: Een Leydsch student in 1593 Het leven van A.L.G. Bosboom-Toussaint Door de chronologische volgorde kan het verhaal ook los van de wandeling worden gelezen. Hiervoor negeert u simpelweg de vetgedrukte letters tussen haakjes. 2012 Groep Alkmaardersopdekaart.nl en Regionaal Archief Alkmaar [F] In 1846 verdiende Truitje eindelijk genoeg om het ouderlijk huis te kunnen verlaten. Ze ging wonen in een kleine kamer op de Bierkade. Het gemis van haar verloofde was nog groot en Truitje zocht afleiding bij familie en vrienden. Tijdens een verblijf in Den Haag ontmoette ze de Haagse kerkinterieurschilder Johannes Bosboom (1817-1891). Kort na die ontmoeting kwam het Truitje ter ore dat Bakhuizen zich met ene Julie Simon had ingelaten en ze verbrak de verloving. Gelukkiger tijden kwamen pas weer in 1848, toen ze haar intrek kon nemen in haar eigen huis op Bierkade 23. Ook vond ze weer geluk bij Bosboom. De zes jaar jongere schilder was onder de indruk van Truitje en vroeg haar ten hu welijk. Truitje Bosboom-Toussaint op latere leeftijd. Gravure hoog zelfs dat Truitje uit onvrede over de kwaliteit van de dienst in de Grote Kerk overstapte naar de Remon strantse Kerk op het Fnidsen. Deze verandering van kerkgemeenschap werd haar door de hervormde gemeente niet in dank afgenomen; een huisbezoek volgde. Toch trouwde Truitje wel weer in de Grote Kerk, waar ze als baby ook gedoopt was. Geloof was erg belangrijk voor Truitje. Ze beleed een orthodox-christe- lijk protestantisme dat in haar verhalen geregeld terug komt. Hierdoor bestempelden veel katholieken Truitjes werk als eenzijdig en bevoor oordeeld. Ze werd zelfs beschuldigd van antipapisme. Het is daarom opvallend te zien dat ook haar roomse collega's een bijdrage leverden in het al bum amicorum dat Truitje ter ere van haar zeventigste verjaardag cadeau kreeg. Nadruk leggen op Truitjes alge mene gave als schrijfster was dus van belang bij het organiseren van latere na tionale eerbetonen. Het borstbeeld van Truitje aan de Ken- nemersingel kort na de onthulling. Rechts de Molen van Piet. Vervaardi ger onbekend. ca. 1912. RAA Een moeilijke tijd (1841-1851) De bekendmaking van de verloving met Bakhuizen viel niet bij ieder een goed. En tot overmaat van ramp moest hij door schulden Neder land in 1843 ontvluchten. Truitje bleef haar verloofde trouw en brak met iedereen die hem na zijn vlucht liet vallen, waaronder de colle ga's van De Gids. Ze dreigde ver der in een isolement te raken toen de Hasebroeks dat zelfde jaar naar Breda verhuisden. Op literair gebied ging het Truitje nog voor de wind. Ze kreeg voor haar verdiensten zelfs het ere- burgerschap van de stad Alkmaar de. Schilderij door J. Bosboom (1846). in 1845. Collectie Stedelijk Museum Alkmaar [G] Gezien haar strenge geloof is het niet verwonderlijk dat Truitje elke zon dag trouw naar de kerk ging. Maar door haar strenge geloofsbelijdenis stelde Truitje hoge eisen aan de prediking. Zo dwrJ.Bosboo~m(1880).RAA Geheel rechts het ouderlijk huis haar moeder was niet al te best van Truitje op de Mient 6. Ver vaardigd door J.A. Crescent in 1819. RAA schillende vooraanstaande Nederlanders had deze huldiging een nationaal karakter. Truitje kreeg een kostbare sierkist cadeau met daarin een zogeheten album amicorum dat gevuld was met gelukwensen, opdrach ten, gedichten, tekeningen en schilderwerken van bijna achthonderd vrienden en bewon deraars. Schrijfster Truitje Bosboom-Toussaint ffi. [D] Begin literaire carrière (1835-1840) Na haar terugkomst uit Hoorn wilde Truitje in haar eigen onderhoud voorzien. Ze sloeg aan het vertalen maar kon geen enkele uitgever vinden. Op ad vies van een Friese uitgever begon ze met het schrijven van eigen werk. Haar eerste novelle Almagro kwam in 1837 uit. Het ver haal over een zeerover zond ze naar het li berale literaire tijdschrift De Gids die het opnam in de jaarlijkse bundel Neder- landsch Magazijn van Romans en Verhalen. Met haar eerste verdiende geld kocht Trui tje een schrijflessenaartje en een leunstoel waarop ze al haar andere boeken zou gaan d.j. sluyter. raa Het huwelijk met Bosboom (1851-1886) De aanstaande bruiloft werd groots gevierd in Alkmaar. Op de voor avond van de huwelijksdag uitte de stad opnieuw zijn bewondering voor de beroemde schrijfster door een geïllumineerde stoomboot aan te meren voor het huis aan de Bierkade. Vanaf het vaartuig bracht de schutterij het bruidspaar een serenade, gevolgd door een vuurwerk- voorstelling. De volgende dag, 3 april 1851, trouwde het paar in de Grote Kerk van Alkmaar. De wittebroodsweken bracht Truitje nog door op de Bier kade, maar op 24 april verhuisde ze definitief naar Den Haag. Daar bleef Truitje schrijven en bracht ze in 1854 De Alkmaarsche wees uit. Ook haar beroemde Leycester-drieluik voltooi de ze daar in 1855. Op latere leeftijd schreef Truitje naast historische romans ook verha len met een eigentijds onderwerp. De bekendste hiervan is Majoor Frans uit 1874, een verhaal over een freule die zich alles behalve vrouwe lijk gedraagt. Het was een negen- tiende-eeuwse bestseller. Binnen tien jaar werd het zes keer herdrukt en kwamen er vertalingen in meer dan zes landen, waaronder Zweden en Rusland. [A] Jeugd en opleiding (1812-1835) Anna Louisa Geertruida Toussaint, Truitje voor vrienden, werd op 16 september 1812 geboren als dochter van afstammelingen van Franse Hu genoten. Haar vader Hendrik was apotheker. Na de bevalling gaf het v kindje geen krimp en ze was zo klein dat familie en vrienden dach- ten dat ze het niet zou halen. Won- a derbaarlijk genoeg bleef het in le ven, maar haar hele jeugd zou Truitje een ziekelijk, bleek en teer aangezicht houden. De relatie met en dat verergerde met de geboorte van haar broertje in 1820. Truitjes vader besloot de opvoeding van zijn doch ter over te laten aan zijn moeder in Harlingen. Haar oma en tantes verdienden de kost met handwerken. Dat was niks voor Truitje, die tijdens de werkzaamheden liever uit literatuur voorlas. Na voltooiing van haar schooltijd keerde Truitje terug naar haar ou derlijk huis. Truitje zocht een manier om zo snel mogelijk op eigen benen te staan en ging een opleiding volgen tot onderwijzeres. In 1833 behaalde zij haar diploma en werd ze gouvernante bij de pa triciërsfamilie De Bruyn Kops in Hoorn. Het lesgeven aan de kinde ren viel haar zwaar door gebrek aan overwicht. Alleen 's avonds had ze het naar haar zin wanneer ze kon lezen uit de uitgebreide bibliotheek van de familie Kops. Ze hield het werk uiteindelijk twee jaar vol en keerde in 1835 terug naar haar ouders. Daar kreeg ze een bovenkamer toegewezen waar zij zich van haar familie kon afzon deren. [i] Album Amicorum Na de dood van de schrijfster in 1886 werd het album amicorum door haar nabestaanden in bruikleen gegeven aan de Koninklijke Bi bliotheek in Den Haag. Onder de indruk van alle Alkmaarse aandacht voor Truitje in 1912 schonk de familie het album aan het Alkmaarse gemeentearchief annex gemeentemuseum. In de jaren zestig vond een scheiding plaats in de collecties van het archief en museum. De prachtig versierde houten cassette werd toebedeeld aan het Stedelijk Museum Alkmaar waar het in de vaste expositie is opgenomen. Het album dat in de cassette was geborgen kwam in het bezit van het archief. Het is één van de meest waardevolle bezittin gen van het Regionaal Archief Alkmaar omdat het vele, tot dus ver onbekende, aquarellen en De ebbenhouten cassette waarin het al- tekeningen van kunstenaars be- bum amicorum aan Truitje werd ge- horende tot de Haagse School schonken. Thans in de collectie van het bevat. stedelijkMuseum Alkmaar. RAA in het kader van het programma 'Matamorfoze' (een initiatief van het Ministerie van OCW en gecoördineerd door de Koninklijke Biblio theek) is het album gedigitaliseerd. Hierdoor is het volledige album te zien op de beeldbank van het Regionaal Archief Alkmaar en op de site van het Geheugen van Nederland. lïölïi ivrai] iïËIïi lÏEJÏi liraèl Overlijden In Den Haag groeide Truitje uit van een door D.J. sluyter (1858). ziekelijke en schuchtere juffrouw tot een RAA dame met een streng en voluptueus voorko men. Ze overleed uiteindelijk op 13 april 1886 op 73-jarige leeftijd. An derhalf jaar na haar dood werd met steun van vooraanstaande Neder landse vrouwen een grafmonument voor haar opgericht op de Algemene Begraafplaats in Den Haag. v Ml

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarders op de kaart | 2012 | | pagina 2