Praten over het weer Linksboven: Een bekende verschijning rond de eeuwwisseling was de zogenaamde hondekar: een kar waarbij een hond als trekdier functioneerde. Omstreeks 1900 werd deze foto van een hondekar op de Schermerweg gemaakt. De last was voor onze vierpoters vaak veel te zwaar en regelmatig waren zij de uitputting nabij. Rechtsboven: Veel meer dan vandaag speelde het leven zich op straat af. De straat was de ontmoetingsplaats bij uitstek, waar nieuwtjes werden uitgewisseld en waar iedereen iedereen teerde kennen. Op deze vooroorlogse foto van de Tienenwal zien we van links naar rechts de heer Honing Jan Zwart, Albert Zwart, Reijer Koster, vrachtrijder, J. de Honing, vrachtrijder te Driehuizen, alsmede Pallemans die meubelmaker was op het Heiligland. Midden: In 1902 werd deze foto gemaakt van de paardetram, die in de Langestraat staat te wachten op passagiers voor een ritje naar het station. Toen nam men nog de tijd om een praatje te maken of om nieuwsgierig te kijken hoe de fotograaf zijn werk verrichtte. Veel ander vertier was er namelijk niet. voor veel vertier in de stad. Behalve de kooplieden met hun kramen vol gebruiksgoederen en snuisterijen kwamen kwakzalvers, potsenmakers en acrobaten naar Alkmaar. Vreemde toneelgezelschappen en het Alkmaarse gezelschap Rethorica gaven hun voorstellingen. Merkwaardige dieren, zoals beren, leeuwen en olifanten werden den volke getoond en muzikanten en liedjeszangers gaven staaltjes van hun kunnen ten beste. Bovendien was er elke week marktdag. Niet alleen bij de Waag, waar de schepen en wagens met kaas aankwamen, maar ook in de straten er omheen, waar de verschillende neringen hun vaste plaats hadden. De controles bij de Accijnstoren en de stadspoorten, het aanleggen van de bierschepen op hetVeneetse Eiland, het overtrekken en schutten van de schepen op overtomen en in sluizen, de verrichtingen van de ambachtslieden op straat of in de open werkplaatsen, het zal allemaal tot de levendigheid hebben bijgedragen. Er zal veel te zien zijn geweest! Het weer was in vroeger dagen veel belangrijker dan tegenwoordig. Een slechte zomer kon armoede en zelfs hongersnood tot gevolg hebben. Doordat vooral het graan van ver moest worden aangevoerd, schoten de prijzen omhoog. Soms kwam er te weinig op de markt, zodat alleen de welgestelden de prijzen konden betalen en het volk honger leed. Een strenge winter die weken of maanden duurde, betekende eveneens armoede voor velen. De scheepvaart lag stil en bedrijven en neringen staakten hun produktie, met werkloosheid als gevolg. Geen wonder dat men het weer nauwlettend in de gaten hield en lering probeerde te trekken uit de tekenen die men waarnam. Zo hield de historieschrijver Gijsbert Boomkamp 353

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 13