Türf nog hout in huys Linksboven: De betere standen in Alkmaar hadden aan het eind van de vorige eeuw voldoende financiële middelen om ruim en geriefelijk te wonen. In 1850 werd het huis Oosterwijk gebouwd. Al in 1908 werd het afgebroken. Heihuis stond aan de Kennemerstraatweg. Op de zelfde oppervlakte woonden in de Ropjeskuil vele gezinnen. Rechtsboven: Een journalist vatte de geschiedenis van zes eeuwen Langestraat eens samen in de beeldende zinsnede: 'Van regentenpromenade tot fraaiste winkelstraat van Noord-Holland'Deze zeer oude foto werd gemaakt in 1870 toen de Langestraat nog de woonstraat van de Alkmaarse elite was. De stoepen voor de woonhuizen zijn helaas verdwenen. Rechts: Alkmaar werd in vroeger tijden druk bezocht door beurtschepen. De vele markten die onze stad kende, trok veel verkeer aan. Vooral het Luttik Oudorp, de Mient en de van ruikers en kruisen van bladeren, het bestrooien en versieren van de doodkisten met kruiden en het voor de kist uitdragen van kruisen was niet meer toegestaan. Ja, zelfs het verkopen op Sinterklaasavond van 'eetwaeren, snoeperyen ende poppegoet' moest zijn afgelopen. Toen in 1609 de godsdiensttwisten tussen de remonstranten en de contra-remonstranten op hun hoogtepunt waren, was de Grote Kerk nog steeds een publieke verzamelplaats. Op 3 maart van dat jaar bevond zich een grote menigte jongens in de kerk, 'makende een groot geraes'. Ze kregen een remonstrant te pakken, zetten hem in de broodkar van de armmeesters en reden met hem de kerk rond. De predikanten namen de vlucht, waarna boeken en papieren werden verscheurd. Het stadsbestuur liet de kerk afsluiten en bewaken. De volgende dag echter liep een menigte de wachters omver en verschafte zich toegang tot de kerk. Een groot vuur werd ontstoken. 'Daer hebben ze haer 351 Voordam. maar ook de Zijdam waren drukke punten en daar bevonden zich dan ook de diverse neringen en bestelhuizen. Deze tekening uit 1806 geeft een beeld van de Zijdam. Eigenlijk was er heel veel verboden in een stad als Alkmaar, ook waar het de kerk betrof. De Grote Kerk was van oudsher de plaats waar de openbare afkondigingen werden gedaan, alsook de publieke wandelplaats waar men elkaar trof. Het was weliswaar verboden in de kerk te klappen tijdens mis, lof en vespers, maar als er geen diensten waren, mocht het kennelijk wel. Ook schijnt het gewoonte te zijn geweest allerlei baldadigheden te plegen 'als een bruydegom mit syn bruyt te trouwen gaet'. Verboden werd lawaai te maken of het bruidspaar 'enige molestatie te doen'. Zelfs na de Hervorming kwam dit nog voor. Het stadsbestuur was er toen kennelijk veel aan gelegen de restanten van 'het paepsche bijgeloof' uit te roeien. Zo werd het versieren van lijken en het verstrekken van zoetemelk en wittebrood tijdens het kisten van ongehuwd overledenen verboden. Ook het maken ïmiuu

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 11