Drukkers in de Langestraat
Midden op de linkerpagina:
Eén van de twaalf houten
maandbordjes uit omstreeks
1540, afkomstig uit het
provenhuis Paling en Van
Foreest. Op dit bordje voor
de maand februari is de
bakker afgebeeld. Het
randschrift luidt: 'Ic schuf
het broot al inden oven; die
meneghe (de hoeveelheid
brodenes met den
meelbuidel bestoven
Linksboven: Echt
handwerk zonder
machinale gereedschappen
is vandaag de dag
nauwelijks meer te vinden.
Hier een steenhouwer aan
het werk. De foto is gemaakt
in 1941.
Rechtsboven: De kuiperij
van Koos Stikvoort op de
Achterdam. Stikvoort
(1891-1975) trad met de
beoefening van de kuiperij
in de sporen van zijn vader,
zoals in het ambacht
eeuwenlang gebruikelijk is
geweest. Zijn hart ging
echter uit naar het vak van
kunstschilder. Omstreeks
zijn zestigste legde hij zich
daar, en met succes, geheel
op toe.
Midden: Op deze foto uit
1905 is de hoek Laat - Groot
Nieuwland te zien, waar de
firma N. Smit en Zn. een
'schilders-, glazenmakers-
en kamerbehangersaffaire'
dreef. Rechts de winkel van
bakker Manheim, die in
1907 door een nieuw pand
werd vervangen.
De stadsregeerders hielden de touwtjes stevig in
handen, niet in de laatste plaats omdat zij vreesden
dat, als de gilden hun gang konden gaan, de
meesters ook op politiek terrein als pressiegroep
zouden gaan optreden. Van elders in de
Nederlanden was bekend dat een dergelijk streven
grote spanningen in de stad had gegeven. In
Alkmaar hebben de gilden nooit direct politieke
macht kunnen uitoefenen. Weliswaar kregen de
gilden in 1426 van gravin Jacoba van Beieren een
privilege waarin hun hoofdlieden gerechtigd
werden burgemeesters en schepenen te kiezen en
keuren en accijnzen vast te stellen, maar het is de
vraag of er ooit gebruik van deze voorrechten is
gemaakt. Jacoba werd namelijk al snel door haar
tegenstander Filips van Bourgondië aan de kant
geschoven en de Alkmaarders werden door hem
met de intrekking van hun privileges bestraft,
omdat zij de gravin hadden geholpen. Om de
ambachtslieden kort te houden, werden lang niet
alle verzoeken een gilde te mogen oprichten,
ingewilligd.
Een kleine, maar interessante bedrijfstak in
Alkmaar gedurende de periode 1500-1650 was de
boekdrukkerij. De drukkers waren niet verenigd in
een gilde. Dat werd voor zo'n bescheiden groepje
- gedurende anderhalve eeuw niet meer dan 25 -
waarschijnlijk ook niet noodzakelijk gevonden.
Omstreeks 1515 vestigde zich als eerste drukker
Jacob van Deventer in de stad. Boven het IJ liep
Alkmaar daarmee voorop. Enkhuizen en Hoorn
kregen pas respectievelijk in 1580 en 1584 een
drukker binnen hun muren. De komst van Van
Deventer zal vooral in verband gezien moeten
worden met de bloei van de Latijnse school in de
zestiende eeuw. Uit het onderwijs kwam er vraag
naar gedrukte leerboekjes en schoolzangen. 323