338
Terschelling. Behalve de rederij bezat Bosman,
later opgevolgd door zijn zoon ir. G.J. Bosman,
ook de scheepswerf en machinefabriek
't Hondsbosch, waar naast het repareren van
stoomboten, ook stoommachines en -ketels werden
vervaardigd. Omstreeks 1900 werkten er meer dan
zestig mensen in deze fabriek.
Voor het ontstaan van het huidige grote
bouwstoffenbedrijf Stoel van Klaveren moeten we
terug naar 1850, toen de grondlegger, W.F. Stoel,
een metselbedrijfje begon.Tien jaar later bouwde
hij naar eigen ontwerp een kalkoven voor het
fabriceren van schelpkalk. Al snel werd het aantal
ovens uitgebreid en begon hij bouwmaterialen aan
derden te leveren. Aan het eind van de negentiende
eeuw begon Stoel ook nog een scheepswerf voor
ijzeren schepen, een stoomsteenhouwerij en een
timmermanswerkplaats, waarmee hij zo'n veertig
mensen werk kon bieden. Het leveren van
bouwmaterialen, zoals tegels en dakbedekking, is
tot op de dag van vandaag de belangrijkste pijler
van de Stoel-groep gebleven.
Het aantal fabrieken in Alkmaar werd nog
uitgebreid met de stoommargarinefabriek
Kinheim, in 1880 opgericht door J.A. van den
Bosch, de in datzelfde jaar gestichte
Stoommeelfabriek en de 'Kennemerlandfabriek
van verduurzaamde levensmiddelen'. Deze fabriek
voor de conservering van tuinbouwprodukten werd
omstreeks 1900 door P.A. de Lange opgericht en in
1913 aan de N.V. Hoogenstraaten verkocht.
Geen van deze fabrieken bereikte echter een zeer
grote omvang. Ook in de loop van de twintigste
eeuw zijn er in Alkmaar geen mammoetfabrieken
bijgekomen. Op de plattegrond van de stad nemen
de industrieterreinen dan ook een bescheiden
plaats in. Hoewel de nijverheid niet meer weg te
denken valt uit de stedelijke samenleving, is
Alkmaar toch in de eerste plaats handels- en
verzorgingscentrum gebleven, een functie die de
stad al vele eeuwen bezit.
1988 UitgeverijWaanders b.v., Zwolle
Druk:Waanders b.v., Zwolle
ISBN 90 6630 769 2
Met de groei van de
fabrieken kwam er niet
alleen behoefte aan een
stijgend aantal werklieden,
maar ook aan
gespecialiseerd
kantoorpersoneel dat in
eigen werkruimten werd
ondergebracht. De hier
afgebeelde
administratieruimtes geven
een indruk van de inrichting
van dergelijke kantoren.
Met het ontstaan van
beroepen als typiste of
secretaresse kregen meisjes
en vrouwen nieuwe
mogelijkheden op de
arbeidsmarkt.
Linksboven: Het kantoor
van de Noordhollandse
Levensverzekerings
maatschappij.
Rechtsboven: Het interieur
van de effectenafdeling van
het Noordhollandsch
Landbouwcrediet in 1913.
Midden: Het kantoor van de
advocaat mr. W.C. Bosman
in Huize Voorhout. Hij was
één van de zonen van de
ondernemer C. Bosman.
Rechts: De ketel die hier op
de werf Nico laas Witsen aan
de Eilandswal in de bok
wordt gehangen, was
bestemd voor de Stad
Alkmaar. De foto is
genomen in februari 1908.
Op de omslag: Dit affiche
van de margarinefabriek
Kinheim geeft een mooi
beeld van de omvang van
het bedrijfsterrein aan de
Helderseweg. De ligging
aan het Kanaal was
natuurlijk zeer gunstig.
Alle afbeeldingen en
afgebeelde voorwerpen zijn,
tenzij anders vermeld,
afkomstig uit het
Gemeentearchief en het
Stedelijk Museum Alkmaar.