©DITJJdiStö GOOCHELTOEREN Alkmaarse industriëlen DOOR Linksboven: Wat men zo al aan ambachts- en nijverheidsbedrijven op een kleine oppervlakte in onze binnensteden kon en kan aantreffen, laat deze foto uit 1903 zien. Deze opname van de Voordam is gemaakt vanaf het Waagplein over het water. Uiterst links het hoekpand aan de Dijk en de Schapebrug. In deze huizen werden onder meer de volgende neringen gedreven: een kaashandel, tapperij, mattenhandel, sigarenmakerij, koper- en blikslagerij, touwslagerij De Zwarte Kabel, koffiehuis, slijterij, Alkmaarsche Courant, orgelhandel en winkel voor koloniale waren. Rechtsboven: Een bestseller van uitgeverij Kluitman, 'Pietje Bell', door Chr. van Abkoude. Midden: Uitgeverij en drukkerij Kluitman is nog steeds in de wereld van het kinderboek een begrip. Daaraan hebben vooral de Pietje Bell-boeken het nodige bijgedragen. Een ander veel gelezen kinderboek van de uitgeverij is 'Dik Tromgeschreven door Joh. C. Kievit. De eerste editie verscheen in 1890 en inmiddels ligt de 76ste druk in de winkels. De drukkerij was oorspronkelijk gevestigd op de hoek van de Kapelsteeg, waar nu een winkel in schildersbenodigdheden is. Onder op de linkerpagina: Een portretje van de industrieel C. Bosman (1830-1911), die voor de Alkmaarse nijverheid en handels- en verkeerssector van grote betekenis is geweest. Technische School aan de Bergerweg. Hendrik volgde niet in het voetspoor van zijn vader, maar besloot banketbakker te worden. Op achttienjarige leeftijd vertrok hij naar Amsterdam om daar in een chocolaterie te gaan werken, naar eigen zeggen omdat hij koek niet lekker vond. Ook werkte hij enige jaren in Genève bij de grote Zwitserse chocoladefabriek Cailler. Deze Cailler haalde Hendrik over in zijn geboortestad een eigen fabriekje te stichten. Op 3 april 1905 werd in het perceel Varnebroek 17 begonnen met de produktie van chocolade. Het voltallige personeel bestond, behalve Hendrik, uit twee meisjes en één jongen. Het ging het bedrijf onmiddellijk voor de wind. In 1911 werkten er al 25 mensen. De ruimte aan het Varnebroek was te klein geworden, zodat een tweede fabriek in Rotterdam betrokken werd. Ook daar was al spoedig ruimtegebrek. In 1920 werd daarom een geheel nieuw complex aan de Noorderkade gebouwd, dat vijfjaar later al weer moest worden uitgebreid. Toen de Rotterdamse vestiging bij het bombardement in 1940 met de grond gelijk werd gemaakt, besloot Ringers zich geheel op Alkmaar te concentreren. Aanvankelijk werkten er 800 mensen in het complex aan de Noorderkade, waarmee de chocoladefabriek een zeer belangrijke schakel in de Alkmaarse nijverheid vormde. De produkten - made in Alkmaar - vonden hun weg naar 26 landen gelegen in alle vijf de werelddelen. Ringers kende elk lid van zijn personeel. In zijn onafscheidelijke witte laboratoriumjas dwaalde hij regelmatig door de grote fabriek. Nooit zou hij ontbreken als de toneelclub van de grote personeelsvereniging in de fabriekskantine een klucht opvoerde. In de jaren zestig liep het personeelsbestand door de automatisering terug van 800 naar 400. Grote onrust ontstond toen in 1969 bekend werd dat Ringers' Cacao en Chocoladefabriek N.V. een fusie was aangegaan met een Engelse firma. Niemand wist van de financiële problemen in het bedrijf; de klap kwam dan ook hard aan voor het personeel. En toen de fabriek een jaar later overging in handen van de Koninklijke Droste Fabrieken N.V. te Haarlem, betekende dit in feite het einde van het Alkmaarse bedrijf. In 1973 kwam het pand aan de Noorderkade vrij. Een droevige.zaak voor Hendrik Ringers, die zich pas op negentigjarige leeftijd, bij de fusie met het Engelse bedrijf, terugtrok. Hij stierf kort voor zijn 95ste verjaardag, op 23 maart 1975. Behalve Hendrik Ringers kende Alkmaar omstreeks de eeuwwisseling nog andere ondernemers. De IJzer- en metaalgieterij, die in 1879 van Den Helder naar Alkmaar werd verplaatst, werd geleid door de heren Bosch Reitz, Van Spall en Van Linden van den Heuvel. Het aantal werknemers van de fabriek schommelde steeds rond de tweehonderd. Het bedrijf specialiseerde zich in beveiligingsapparatuur. Zo werd het nieuwe Centraal Station van Amsterdam in 1889 van apparatuur van dit bedrijf voorzien. Bekende Alkmaarse ondernemersgeslachten zijn de families Bosman en Stoel. Cornelis Bosman, geboren in 1830, werd Alkmaars beroemdste stoombootreder, eigenaar van de Alkmaar Packet, met stoomveerdiensten op Amsterdam, van Enkhuizen naar Stavoren, van Den Helder naar Texel en van Harlingen naar Vlieland en

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 21