I TJENSJIEN I RINGERS Pijpgaz en chocolade Rechtsboven: De cacao- en chocoladefabriek van Ringers werd sedert de oprichting in 1905 snel een begrip. Niet alleen in Alkmaar, maar ook ver daarbuiten. Het complex aan de Noorderkade, aan de overzijde van het Noordhollands Kanaal, werd in 1920 geopend. De opname is van omstreeks 1950. Linksboven: Mevrouw Oudhoff aan het werk op de inpakafdeling van Ringers' fabriek. De foto is uit het jaar 1955. Rechts: Tijdens het Acht- Oktoberfeest van 1930 reed deze praalwagen mee, die er geen twijfel over laat bestaan wie de sponsor was. 11 tprvek uit: mat aan vrtfci en 4 £01 haaAijUa Bonbon. Jb aan Uunaasches Ung van. nttgemaene pikants. muiaK. \ah bijzonder/ vort y'O. ook gebruik gemaakt van paardekracht. Ook in de mosterdmakerij vinden we deze twee soorten molens: windmolens en paardemolens. In 1628 werd een windmolentje gebouwd op hetWezenland, waar het tot 1873 heeft gestaan. In de Mosterdsteeg liep in De Schelvisch de hele dag een paard zijn rondjes te draaien. Het ambachtelijk kleinbedrijf met daarnaast wat grotere werkplaatsen of molens, dat is het beeld van de Alkmaarse nijverheid tot ver in de negentiende eeuw. Vóór 1850 werden alle werktuigen met de hand bediend of door molens voortgedreven. In de tweede helft van deze eeuw kwamen er, zij het in een langzaam tempo, kenmerkende veranderingen op gang. Het eerste teken van wat later met de term industrialisatie werd aangeduid, viel in 1853 waar te nemen.Toen werd aan de Paardenmarkt een 'pijpgazfabriek' opgericht waar ter verlichting van de stad gas werd geproduceerd. De fabriek had drie fornuizen, vijftien retorten, twee gemetselde gaskuipen van elk 460 kubieke 'Ned. ellen' en één stoommachine om in de winter water te verwarmen. De kop was er af. Alkmaar ging echt mechaniseren! Ook de bedrijfsgrootte wijst op een nieuwe ontwikkeling. De gasfabriek telde het voor de Kaasstad ongekend grote aantal van twaalf a veertien werklieden. De particuliere fabriek ging in 1883 over in handen van de overheid. De eerste gaslantaarn kwam op de hoek van de Koorstraat en de Oude Gracht. Het gas kostte 21 cent per kubieke meter. In 1856 kreeg het stadhuis gasbranders. Ondanks de komst van de elektriciteit hielden de gaslantaarns het lang uit. Pas in 1967 werden de laatste gedoofd. In 1876 telde Alkmaar in totaal vijf stoommachines. Behalve in de gasfabriek, stond er in de cichoreibranderij van Overeem zo'n werktuig, 335

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 19