Ëtil. Bond ra Arbeiders in bel BirtÉii! enz. De werkstaking bij GERRIT TERHAAK (Iroote Openbare Vergadering Alkmaar molenstad (Koniakiijk Goedgekeurd). (donderdag I April 's avonds 8 uur, Lokaal „de Harmonie", groote zaal. Cnrpl/prc. I. GOUDSMIT, Bontarclarls. oljlöftülöj p BOEKHORST, Bondsvoorzittar. ONDERWERP: N.B. Be heer TERHAAK is tot debat uitgenoodigd Entrée 5 cent. Op ter vergadering De staking bij Terhaak De vermoedelijk langste staking uit de Aikmaarse geschiedenis werd uitgevochten bij de koekfabriek van Gerrit Terhaak en zijn zoon. De staking begon op 29 maart 1909 en duurde ruim twee maanden. De fabriek, waar zo'n veertig mensen werkten, was gevestigd aan de Lindengracht in het pand waarin zich nu een dansschool bevindt. De stakers hadden vele grieven tegen hun patroon: de werktijden waren lang, de lonen waren laag, er werd niet doorbetaald bij ziekte en de patroon bejegende zijn personeel onheus. De vlam sloeg echter in de pan toen vakbondsleden werden ontslagen. Met een ongekende felheid voerde men strijd. Het regende ingezonden brieven in de plaatselijke pers. Druk bezochte protestmeetings werden georganiseerd. Er werd gepost bij de fabriek. Werkwilligen werden door een joelende menigte 'naar huis gebracht'. Samenscholingen vonden plaats voor het huis van Terhaak in de Wilhelminalaan. Terhaak wilde van geen wijken weten en was bereid tot het uiterste te gaan. Hij trok uit de wijde omtrek werkwilligen aan om de plaats van de stakers in te nemen. Vooral het verarmde Egmond aan Zee bleek een reservoir waaruit kon worden geput. Wekenlang hield de staking Alkmaar in grote spanning, maar uiteindelijk moesten de stakers het hoofd buigen. Terhaak had de krachtmeting gewonnen. Vooral in de niet-ambachtelijk georganiseerde bedrijfstakken werden soms windmolens gebruikt. Windkracht is een goedkope energiebron, maar de molen zelf vergde natuurlijk een behoorlijke investering. Vaak probeerde een ondernemer kapitaalkrachtige lieden voor de financiering van een molen te interesseren. Deze werden dan 'parten'- ofwel aandeelhouders. Alkmaar heeft verschillende soorten industriemolens gekend. De houtzaagmolen is zelfs een Aikmaarse uitvinding geweest. Aan het eind van de zestiende eeuw vroeg Cornelis Cornelisz. van Uitgeest een octrooi op deze uitvinding aan en daarna ging op een erf ten noorden van het Zeglis de zagerij van start. De molen met de naam Het Juffertje ging later naar Zaandam, waar in de loop van de zeventiende eeuw tientallen zaagmolens 334 werden neergezet. Het Juffertje was zeker niet de eerste windmolen die in de Aikmaarse nijverheid werd gebruikt. Al vóór het beleg in 1573 waren er enkele runmolens gebouwd. Deze werden gebruikt voor het malen van eikeschors, dat een essentiële hulpstof van de leerlooierijen was. Op 21 april 1586 kreeg Jan Jacobsz. du Bois toestemming van de vroedschap om een papiermolen met woonhuis neer te zetten tussen de Ton en het Huis ter Lucht aan het Zeglis. In 1604 volgde een tweede aan de noordkant van de stad, die de fraaie naam De Dikke Guurt kreeg. De huidige Papiermolenstraat herinnert nog aan dit bedrijf. In de voor de stad zo belangrijke gort- en grutnering werden ook verschillende molens voor het pellen gebruikt. Ondanks de achteruitgang in de tweede helft van de zeventiende eeuw waren er kort na 1700 nog vijf van deze molens in bedrijf. Behalve van windkracht werd er in deze branche Hierboven: Arbeiders in dienst van het slachthuis aan de Helderseweg in 1908. Het grootbedrijf en de machinale verwerking deden ook in de voedingsmiddelenbranche luin intrede, de slagerij niet uitgezonderd. Steeds minder slagers slachtten zelf, steeds meer deden ze een beroep op de slachthuizen. Hiernaast op de rechterpagina: Grootscheepse reclame met behulp van advertenties en affiches is een verschijnsel dat met de flink aantrekkende industrialisatie ontstaat. Ringers bleef natuurlijk niet achter!

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 18