332
verkocht werd. Hierdoor dreigde de verkoop van
het betere bier weer in gevaar te komen. De
brouwers uit Alkmaar vonden daar echter wat op.
In die tijd werd de belastinginning aan particulieren
verpacht. De pachters betaalden een som aan de
overheid en moesten zelf maar zien hoe ze de
belasting inden. Het geïnde geld mochten ze
houden. De Alkmaarse brouwers verwierven in
1713 de belastingpacht op het bier en stonden toe,
dat deze op grote schaal werd ontdoken. De grote
omzet van bier, die hierdoor ontstond, maakte het
verlies van de pachtsom immers ruimschoots goed.
Het jaar daarop, toen de eerste levensbehoeften
zeer duur waren geworden, kwam de pacht van de
bierimpost in handen van twee particulieren, de
heren Sanjé en Cromhout. Belastingpachters waren
al zeer gehaat, maar toen Sanjé en Cromhout de
ontduiking van de bierimpost fors ter hand namen,
steeg de ontevredenheid tot een kookpunt. Bij drie
brouwers namen de pachters grote hoeveelheden
bier in beslag. Dit bleek olie op het vuur. Op
zondagmiddag 7 oktober na de kerkdienst - hetgeen
doet vermoeden dat de schare der verzamelde
gelovigen snode plannen smeedde in plaats van te
luisteren naar de dominee - barstte het oproer los.
Terwijl de pachter Sanjé zich verpoosde in zijn
tuinhuis, drong een grote menigte mannen,
vrouwen en kinderen zijn huis binnen. De woning
werd zo toegetakeld dat een tijdgenoot schreef, dat
zij veranderde in een nare spelonk. Deuren werden
ingetrapt, vensters ingeslagen en - eenmaal
binnengekomen - sloeg het volk alles stuk wat los en
vast zat. Andere stukken van de inventaris werden
uit de ramen gesmeten en kwamen in de grachten
terecht. Het vuur dat in de keuken brandde, laaide
op door de wind en maakte het huis alleen maar
troostelozer.
Bij het binnendringen van het volk was Sanjé op de
vlucht geslagen naar zijn kompaan Cromhout.Toen
het oproer echter uitgewoed was bij de eerste, werd
Linksboven: Hel magazijn
van de 'N. V. Kennemerland
fabriek van verduurzaamde
levensmiddelen'in 1903. De
conservenindustrie was in
opmars. Eigenaar van hel
bedrijf was P.A. de Lange.
Er waren ongeveer twintig
mensen in vaste dienst, maar
's zomers werden er voor het
verwerken van de nieuwe
aanvoer soms wel meer dan
honderd losse arbeiders
aangetrokken. Daarnaast
werkten er ook nog
gezinnen thuis voor de
fabriek. In 1913 verkocht De
Lange zijn bedrijf aan de
N. V. Hoogenstraaten uit
Leiden.
Rechtsboven: In de
kaasmakerij werd de
fabriekmatige
kaasproduktie ten koste van
het zelf kazen steeds verder
uitgebreid. Alkmaar bleef
met de Karpertonfabriek
aan de Kaarsemakersgracht
niet achter. In 1930 werd met
succes een groots jubileum
gevierd.
Midden: Voorbeelden van
Alkmaarse nijverheid.
Links de kaasfabriek van
Eyssen, die de bekende
ERU-produkten maakt, en
de chocoladefabriek Ero en
Rem omstreeks 1925.
Rechts is nog de fruithandel
van de gebroeders
Zandbergen te zien. Deze
afbeelding van de
Handelskade werd gemaakt
doorW.B. Tholen.