Gemeenten Linksboven: Ruïne van de abdij van Egmond met rechts de Buurkerkaan het eind van de 18de eeuw vastgelegd door een onbekend kunstenaar. De overblijfselen van het complexdat in 1573 door de Geuzen werd verwoest, vormden nog lang een geliefd decor voor schilders en tekenaars, onder wie Jacob en Salomon van Ruisdael. Rechtsboven: Een portret van graaf Lamoraal van Egmond, door Th.A. Key. Deze beroemdste heer van Egmond was, samen met Hendrik van Brederode, heer van Bergen, één van de allereerste leiders van de opstand tegen Spanje. Beiden stierven ze in 1568, Egmond op het schavot te Brussel, Brederode in ballingschap te Recklinghausen. Midden: Een gezicht op het kasteel te Egmond, geschilderd door de 17de-eeuwse kunstenaar C.J. van der Heek. In die tijd was het fameuze Slot op den Hoefal een ruïne, maar waarschijnlijk bestonden er nog wel oudere afbeeldingen van vóór de verwoesting in 1573. We zien hier het oostelijk gedeelte, met rechts de Hoeverweg en Alkmaar op de achtergrond. duinen, vielen rechtstreeks onder de heer, terwijl het zogenaamde recht van aanwas inpolderingswerkzaamheden stimuleerde. Toch bleven er ook dorpen, die rechtstreeks onder de graaf en na 1581 onder de Staten van Holland en West-Friesland vielen: Akersloot, Groet en Limmen. In de zeventiende eeuw werd het gewoonte om in heerlijkheden te handelen. Daarbij liet de 'nouveau riche' van kooplieden en regenten, maar ook menige stad zich niet onbetuigd. Zo verwierf Alkmaar in 1730 Akersloot en het jaar daarop Koedijk en Schermerhorn met Noord- Schermer en Westmijzen. Zorg voor scheepvaart en waterstaatsbelangen zal bij de aankoop wel een grote rol hebben gespeeld. In 1749 werd de heerlijkheid van Broek op Langedijk door het dorpsbestuur zelf ingekocht, waarmee het lokale overheidsgezag weer op de plaats kwam waar het in feite hoorde. Enkele malen slaagden ook individuele dorpsbewoners erin om de heerlijke rechten aan zich te trekken. Koedijk werd door de stad in 1855 verkocht aan Hendrik Over. Het lot wil dat Alkmaar sinds 1975 aan diens nazaten weer een jaarlijks bedrag moet betalen wegens het visrecht. Warmenhuizen werd op 13 april 1861 voor f 8.029,20 gekocht door Rens Slot en CornelisTromp, landlieden in het dorp. Een half jaar later verkochten zij de rechten met 25 procent winst aan de gemeente. De heerlijkheid Bergen was bij de veiling van 1851 op het nippertje aan de aloude familie Leijens voorbij gegaan en toegewezen aan Jan Jacob van Reenen. De heerlijke rechten hadden intussen veel van hun betekenis verloren. Na de Bataafse Revolutie van 1795 werden bestuur en justitie gescheiden, terwijl overheidstaken niet langer voorwerp konden zijn van particulier bezit. Er kwam een uniform lokaal 297

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 5