Linksboven: Kermis te
Egmond aan Zee omstreeks
het midden van de vorige
eeuw. Het festijn met
potsemakers en
heksenwegers vormde een
welkome afwisseling in het
eentonige vissersbestaan.
R. de Vries jr. (1813-1874)
maakte er deze litho van.
Over de Egmondse kermis
is nog steeds veel te doen; bij
veel mensen is ze berucht.
Nu waren Egmonders
gewend dat er in negatieve
bewoordingen over hen
werd gesproken. Alom
werden ze jutters en stropers
genoemd. Op die bijnamen
waren ze echter trots. De
'derpers' leefden in een
geïsoleerd visserplaatsje
waar zich een eigen dialect
heeft ontwikkeld. Men kent
er een Engelse 'w' en zet de
'hop de verkeerde plaats;
een Egmonder heeft het dan
ook over een 'ark en een
heimer'.
Rechtsboven: De
Egmondse reddingsboot
komt te Bergen aan Zee aan
met slachtoffers van de
beschieting van de Renata
Leonhardt op 16 juli 1917.
Zo kreeg het vredige
Noord- Kennemerland
onverwachts te maken met
de harde werkelijkheid van
de Eerste Wereldoorlog.
Midden: Muzikaal vertier in
de muziektent vóór Hotel
Zeezicht in Egmond aan
Zee in 1895. Nóg liggen er
bomschuiten op het strand.
Ander gebruik van het duin bleek op den duur meer
voordeel op te leveren: als produktiebos, als
waterwingebied en als recreatieterrein. De
bebossing vond op uitgebreide schaal plaats onder
Castricum en Schoorl (Staatsduinen). Plannen
hiervoor waren al ontworpen door de geoloog en
landbouwkundige W.C.H. Staring, zoon van de
dichter, in zijn verhandeling uit 1862 'Hoe onze kale
duinen in dennenbosschen te veranderen zijn'.
Recent onderzoek heeft uitgewezen, dat vooral
naaldbos op den duur de verdroging in de hand
werkt, en dat naar een natuurlijker, gemengde
begroeiing moet worden gestreefd. Het waterpeil in
de duinen is echter in de eerste plaats gedaald door
de drinkwateronttrekking. In 1885 werd daartoe
een concessie gekocht van de heer van Bergen en
ontstond de Alkmaarsche Waterleidingmij. In 1903
werd met de winning bij Bakkum begonnen. Een en
ander leidde tot de oprichting van een provinciaal
bedrijf (PWN) en tot de stichting van het
Noordhollands Duinreservaat. In de loop van de
negentiende eeuw ontstond een vroege vorm van
het moderne toerisme. Oudhollandse steden als
Alkmaar vormden met Zuiderzeestadjes en de
Zaanstreek een reisdoel dat bereikbaar werd door
spoorlijnen en snellere bootverbindingen als de
Alkmaar Packet. Het is echter de opkomst van het
badleven die de aantrekkingskracht van de kust het
meest heeft verhoogd.
Vanaf 1870 trokken 's zomers gasten naar de oude
vissersdorpen, die daarin een welkome aanvulling
op hun karige verdiensten vonden. In Egmond aan
Zee hield de neergang van de traditionele
kustvisserij met bomschuiten ongeveer gelijke tred
met de ontwikkeling van het toerisme. De aanleg
van tramlijnen naar deze en andere kustplaatsen
heeft de communicatie verder verbeterd.
Bergen aan Zee werd in 1906 als familiebadplaats
gesticht door het burgemeestersechtpaar Van
Reenen-Völter, die als 'heer en vrouwe' de vrije 313