Linksboven: Bergen aan
Zee is de enige badplaats
aan de Noordhollandse
kustdie niet uit een
bestaand vissersdorp is
gegroeid, maar is gesticht in
1906. We zien hier de situatie
omstreeks 1909. Aan het
einde van de Zeeweg staat
het nog niet voltooide Hotel
Nassau-Bergen; daarvóór
pension Wilhelmina met
links pension Juliana.
Omstreeks 1870 was het
strandleven ontdekt en
trokken 's zomers gasten
naar de oude vissersdorpen
aan de kust.
Rechtsboven: Alle
kleinkinderen van
dr. J.C. Schreuderuit
Leeuwarden op vakantie in
Bergen aan Zee in augustus
1939. Wat een verschil met
het strandtafereel van een
kwart eeuw daarvóór!
Midden: Het strand te
Bergen aan Zee omstreeks
1912. In die tijd kwam men
nog voornamelijk naar zee
om te flaneren en zich in
strandstoelen van de zon af
te wenden. Gebaad werd et-
alleen uit koetsjes (rechts)
die in zee werden getrokken;
het zonnebaden moest nog
worden ontdekt.
in de verte een zonderlinge rei van leelijke daken in
't gelid staan. Dit is Koedijk, dat langs het kanaal
zich uitstrekt ...'Toch was het lommerrijke,
besloten landschap langs de duinvoet van
betrekkelijk recente oorsprong. In de vroege
middeleeuwen had zich op de geestgrond veel bos
bevonden, waaraan namen als Heiloo, Schoorl en
Scharloo (bewesten de Bergerhout) nog
herinneren. Ook het laagland was met een 'woud'
van elzen en wilgen overdekt geweest. De
ontginning van het veen en de rigoureuze kap van
beuken- en eikenbossen leidden tot verdroging en
verstuiving. De tot 56 meter reikende duinen zijn
tussen de elfde en de zestiende eeuw ontstaan en
hebben veel bouwland en dorpen - waaronder het
oudste Egmond en Oudburg bij Bergen -
overstoven. De invoer en de lucratieve fok van
konijnen, waarmee namens de rechthebbenden de
duinmeiers werden belast, heeft de toestand nog
aanzienlijk verergerd. In het begin van de zestiende
eeuw klaagden de inwoners van Camp dat zij in tien
jaar tijd ruim veertig hectare aan het stuifzand
hadden moeten prijsgeven. Nog in 1799, toen het
dorp Schoorl zwaar te lijden had gehad van de
invasie van Russen en Engelsen, is overwogen het
een eind landinwaarts te herbouwen. Wel was
overal in de eerste helft van de zeventiende eeuw de
systematische helmplant ter hand genomen,
waardoor de uitbreiding van de duinen ten leste
werd gestuit.
In de zestiende eeuw was men ook met de
herbebossing begonnen. Op sommige plaatsen -
zoals bij Heiloo en Bergen - waren nog restjes
oerbos aanwezig in de vorm van houtwallen,
geriefbosjes en eikehakhout. Vanuit de eerste
landhuizen werden lanen beplant en plantages
aangelegd.Ter Coulster, dat van middeleeuwse
oorsprong is, en Poelenburgh onder Schoorl
behoren wat dat betreft tot de pioniers.
Al in de zestiende eeuw ontstond de Alkmaarder 311