Blokkades Linksboven: Het raadhuis van Heerhugowaard, gebouwd in 1915 in Oudhollandse stijl, en alweer gesloopt in 1966. Rechtsboven: De Middenweg te Heerhugowaard in het begin van deze eeuw, met gezicht op de rooms-katholieke kerk van de Heilige Dionysius. Dit gebouw, daterend uit 1870, werd in 1964 afgebroken. Ook de voor de Noordhollandse dorpen zo karakteristieke wegsloot met bruggetjes is grotendeels verdwenen. Tot ver in de negentiende eeuw vormden vaarwegen de belangrijkste verkeersverbindingen in het Noorderkwartier. Als regionaal marktcentrum had Alkmaar belang bij die verbindingen, waardoor de boeren letterlijk niet om de stad heen konden. De aanleg van de Koedijker Vaart in 1530-1532 en het graven van de Houtvaart met de Lamoraalsluis bij de droogmaking van de Egmondermeer in 1564-1565 vormen daarvan vroege voorbeelden. Maar niet alleen verbetering van vaarwegen werd door de stad gestimuleerd. Om te verhinderen dat de plattelanders andere steden zouden opzoeken, werden 'sluiproutes' dikwijls volgestort met bagger en afval, bruggen met opzet te laag gehouden, sluizen zonder overtoom gebouwd of werd het waterpeil in sommige vaarten verlaagd om passage van vrachtschuiten te verhinderen. Zo klaagden Amsterdam en Haarlem in 1638, dat Alkmaar zijn belofte van negen jaar daarvoor met betrekking tot het 'navigabel' houden van de zogenaamde Jan Booijens-overtoom niet was nagekomen. In 1654 dienden Schagen, Barsingerhorn, Oude en Nieuwe Niedorp, Winkel, Opmeer, Spanbroek, Obdam en Hensbroek een verzoek in bij de Staten om via de nieuwe ringvaart van de Heerhugowaard ongehinderd langs Alkmaar te kunnen varen. Hun klacht was, dat de vaart zo droog was komen te staan dat zelfs het varen van niet al te zwaar beladen schuiten werd gehinderd. 'Welcke verdrooginge niet simpelijck door het ordinaris stuijfsant en croos gewas veroorsaakt was.maar door de stadsarbeijders, geheele schuijten vol puijn ende sant, langs de kanten vandien geworpen wierden'. Ook hier was de bedoeling duidelijk: men diende naar Alkmaar en nergens anders heen te varen. De grootste conflicten ontstonden met de aartsrivaal Hoorn; hier beperkten beide partijen zich niet tot het storten van zand en puin, maar Hierboven: Het Niedorper Verlaat te Heerhugowaard in 1820, getekend door Cornelis de Bok. Het verlaat vormde een belangrijke schakel in de vaarverbinding met Alkmaar. De herberg in het midden is nog op deze plek terug te vinden.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 12