ONS ORGAAN Bij de inwijding van de Stadsarmenschool in Alkmaar in 1809 moesten de leerlingen een loflied zingen op de stichters. Dankbaar dienden ze te zijn dat ze nu kennis konden vergaren, waardoor een deugdzaam bestaan in het verschiet lag. 'Wat zoude er van ons zijn gegroeid In vroege levensdagen? Had niet haar Menschenvrinnend hart Het oog op ons geslagen! Zij-met ons treurig lot begaan Wees ons den weg tot kennis aan. En wilde elks ziel bereiden. Om, bij 't ontluiken van de jeugd, Vader zorgt t£i Si ervoor Rechtsboven: Het bestuur van de Armenraad in de jaren dertig van de 20ste eeuw. Van links naar rechts: notaris G.A. Ver kade, W.J.D. Appel, P. Termaat, mevr. M. Cohen Stuart-Wiehers, dr. H.J.M. Hofstra (voorzitter), G. Figéek secretarismr. A. Schenkeveld en J. Sijp Jr. Midden: De secretaresse van de Armenraad, mej. Van Rijn, nam in 1918 het initiatief tot oprichting van de Vereniging Kinderbewaarplaats. Begin 1920 werd de bewaarplaats geopend in een houten barak op het terrein van het voormalig Burgerweeshuis aan de Gasthuisstraat. Hier werden jonge kinderen van werkende moeders verzorgd. In 1932 werd een nieuw onderkomen onder de naam kleuterhuis in gebruik genomen, maar de belangstelling voor de bewaarplaats nam toen al zienderogen af. In juli 1933 werd het gebouwtje gebruikt door de Vereniging voor Zuigelingenbescherming. In 1936 werd de Vereniging Kinderbewaarplaats opgeheven. slotsom van niet. Armoede was toch in hoofdzaak de schuld van de armen zelf, vond men. Het ontbrak hen aan wezenlijke deugden als matigheid, arbeidzaamheid en regelmaat. De ondeugden van de armen werden door de bedeling alleen maar vergroot. Het gedrag van de armen diende aangepakt te worden, of zoals een auteur uit die tijd schreef: 'Het is de verdorvenheid des volks op welke men werken moet'. Slechts bejaarden, zieken en invaliden mochten nog worden bedeeld. De andere armen moesten in werkinrichtingen worden geplaatst alwaar zij zouden worden opgevoed tot een arbeidzaam levenVan groot belang was dat kinderen van armen onderwijs konden volgen. 'Naarmate de kinderen der behoeftigen naar een goed vast plan worden opgeleid en gevormd, zullen zij allengs als werkzame en nuttige leden der maatschappij intreden', zo was het idee. Aan het feit dat armoede vooral een economisch gegeven is, 282 ging men voorbij De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, gesticht in 1784, verenigde veel van de mensen met nieuwe ideeën over de armenzorg. In Alkmaar werd in 1786 een department van de Maatschappij opgericht. Met grote voortvarendheid togen de leden aan de slag. Ze propageerden hervorming van de armenzorg en ontplooiden eigen initiatieven. Er werd een school gesticht voor minvermogende kinderen, een volksbibliotheek, een naaischool voor behoeftige meisjes, een spaarbank en een armenbewaarschool. Verder werden volksvoordrachten gehouden en volksboekjes uitgegeven. 't Nut had het meeste succes op het gebied van het onderwijs. Haar ideeën over de opvoeding van kinderen van armen werden al snel overgenomen. Er kwam in Alkmaar een Stadsarmenschool die in 1845 vijftig a zestig leerlingen telde. Wat betreft de bedeling veranderde er niets. Hoewel het idee van werkverschaffing ingang vond bij diverse

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 14