Teruglopende collecten
een lagere prijs voor het brood hoefden te betalen
dan de rijken. In andere dure jaren kregen de
armenzorginstellingen extra subsidies om de armen
van het nodige brood te voorzien.
Al deze maatregelen zorgden ervoor dat de rust in
de stad meestal bewaard bleef. In enkele dure jaren
waren er evenwel oproeren zoals in 1714. Behalve
dat het brood prijzig was, werd het in dat jaar de
armen moeilijker gemaakt bier te kopen. De
belastinginners gingen namelijk strenger optreden
tegen brouwers die de accijns op bier ontdoken. Bij
verschillende brouwers namen zij grote
hoeveelheden bier in beslag. Dit bleek olie op het
vuur. Geleid door de gedachte 'het brood duur en
nu ook al geen bier meer' kwam het volk in
opstand. Eerst werd het huis van belastinginner
Sanjé op de hoek Verdronken Oord/Nieuwstraat
bestormd. Deuren en vensters moesten het
ontgelden, waarna binnen alles werd stukgeslagen
280 en allerlei goederen in het water werden gesmeten.
De wind die door de open deuren speelde, deed het
vuur in de keuken oplaaien en het huis veranderde
in 'een naare spelonk', zoals een toeschouwer later
opmerkte. Vervolgens moest het huis van
belastinginner Cromhout het ontgelden. De
schutterij die nu in actie kwam, wist te voorkomen
dat ook nog andere woningen door de woedende
massa werden vernield. Het bleef echter nog zeer
lange tijd onrustig in de stad. Als één van de
plunderaars werd Anna Klinkert gearresteerd, 'een
vrouwspersoon van de geringste soorte der
inwoonders'. Zij werd met haar vier kinderen, die
ook aan het oproer hadden deelgenomen, uit het
gewest Holland verbannen.
In Alkmaar was in de tijd tot omstreeks 1800, net als
in de meeste andere Hollandse steden, een
omvangrijk stelsel van voorzieningen voor armen
Linksboven: De
binnenplaats van het Huis
van Achten ofwel
Provenhuis van Nordingen.
De foto werd in 1907
gemaakt door A. Erkamp.
Het werd in 1656 opgericht
na het overlijden van Johan
van Nordingen. Deze
bepaalde, dat er uit zijn
nalatenschap een
provenhuis moest worden
ingericht voor zes tot acht
vervallen manspersonen
die niet in staat waren aan de
kost te komen.
Rechtsboven: Bij het
250-jarig bestaan van het
Huis van Achten werden in
1907 de proveniers op de
foto gezet.
Van links naar rechts: J.J.
v.d. Roest (72), P. Bos (72),
G. Eggers (65), A.v.d. Berg
(75), J. Groot (76), B.H.
van Gils (71), J. Jan se (76),
G.H. Buers (81).
Links: ln 1902 werd deze
foto genomen van de
zuidkant van het Huis van
Achten aan de Gedempte
Nieuwesloot.
Onder: Een tekening van C.
Pronk uit 1729 van het
Wildemanshofje met gezicht
op de Werfbrug.