Linksboven: De opzichter
de heer De Kort, bekijkt het
restauratiewerk aan de
Grote Kerk in 192'4. Hij
vestigde zich later als
architect in Alkmaar.
Rechtsboven: Op 14 juli
1943 was men nog steeds met
de restauratie van de kerk
bezig.
Onder: De Waagtoren werd
gerestaureerd in 1913, nadat
al in 1884 de gehele rijk
versierde voorgevel onder
handen was genomen en
gedeeltelijk vernieuwd.
1865. Eerst van Den Helder tot Alkmaar, later
voortgezet tot Uitgeest, vanwaar men over
Haarlem naar Amsterdam kon sporen. Een heel
eind buiten de stad, in het weiland, verrees het
stationsgebouw, dat er nog steeds staat, in
tegenstelling tot de verdwenen stations van Den
Helder en Schagen. Binnen de stad vormde de
paardetram het openbare middel van vervoer. Het
paard werd later vervangen door een tractor, maar
toen kwamen al gauw de autobussen de taak
overnemen.
Openbaar nut had ook de gasfabriek die in 1854 bij
de Paardenmarkt werd gebouwd en in 1911 werd
vervangen door het complex aan de Helderseweg.
De grote gashouders waren meer nuttig dan fraai.
Bepaald geen versiering waren ook de enorme
ijzeren masten die onder andere op de Nieuwesloot
kwamen te staan. Zij moesten de bovengrondse
leidingen torsen van de - oorspronkelijk particuliere
- telefoonverbindingen. Mooier, en minstens even
nuttig, waren de dikwijls fraai versierde
lantaarnpalen die in de stad stonden om de
Alkmaarders licht te brengen. Na 1853 ging men de
olielampen door gaspitten vervangen. Die hielden
het uit tot 1968, toen de laatste gaslantaarns in de
Appelsteeg moesten wijken voor elektrisch licht.
Men ging steeds groter bouwen; naast de vele
nieuwe huizen verrezen ook indrukwekkende
bouwwerken in de stad, in de bekende
imitatiestijlen uit die tijd. Neo-gotische vormen
vertoonden de door Cuypers gebouwde Dominicus-
en Laurentiuskerk.Typische voorbeelden van
negentiende-eeuwse bouwkunst zijn, of waren, het
oude postkantoor aan de Koorstraat, het
Kadastergebouw aan de Gedempte Nieuwesloot,
het ROG (Rijks Opvoedings Gesticht) waar nu het
nieuwe postkantoor staat, de HBS aan de
Paardenmarkt en buiten de grachten het
Gerechtsgebouw en de Cadettenschool die in 1929
Centraal Ziekenhuis werd. Sindsdien heeft dit
ziekenhuis zich als een inktvlek door de groene
Hout uitgebreid en vormt het, met het
Elisabethziekenhuis, wel het grootste complex dat
buiten de wallen is verrezen.
Langs het Kanaal, zowel op de noord- als op de
zuidoever, werd ook heel wat gebouwd. De huisjes
en boerderijen aan de Noorderkade, waar opa met
zijn hondekar reed, zijn totaal verdwenen. De
chocoladefabriek van Ringers kwam er onder
andere voor in de plaats. Het gebouw is kortgeleden
in een nieuw wit jasje gestoken. Aan de Kanaalkade