Alkmaar krijgt stijl
Linksboven: De héél oude
Friesebrug, die dateerde uit
1835. De foto is in 1895
genomen vanaf de
Noorderkade. Aan de
overkant staat café de
Muizen vreugd, met stalling
voor paarden en rijtuigen.
Rechts daarvan het
logement van Gerling, zo te
zien van iets minder allooi.
De brug werd in 1923
vervangen door een nieuwe
die in 1953 alweer te klein
was.
Rechtsboven: Het
Noordhollands Kanaal, met
links de brug over de
Kaarsenmakersgracht en de
Kanaalkade, die toen nog
vol bomen stond. In de verte
is de gashouder van de
gasfabriek aan de
Helderseweg te zien.
De woonhuizen werden in de zeventiende eeuw als
regel van steen gebouwd. Houten gevels en rieten
daken waren nadrukkelijk door het stadsbestuur
verboden. Grote branden hadden toen nog
voornamelijk plaats in bedrijfsgebouwen. Zo
verbrandden in 1605 de zoutketen (en in 1619
weer), in 1611 debaanhuizen van de lijnbaan buiten
de Nieuwpoort (en in 1621 weer) en in 1657 de
runmolen bij de Boompoort. Ook in de eeuw
daarna brandde er heel wat af. In 1720 brouwerij De
Drie Ruyten (later Het Lam), in 1733 oliemolen de
Hercules bij 't Zeglis en in 1746 het baan- en
teerhuis buiten de Boompoort. Grote branden in de
binnenstad woedden in 1755 in hetTuchthuis en in
1756 aan het Luttik Oudorp. Het waren niet alleen
houten bouwsels die gevaar liepen: de schijnbaar zo
solide stenen Kapelkerk brandde in 1760 volledig
uit.
Het typerend element van het zeventiende-eeuwse
huis was de trapgevel. Dit was de meest logische
aansluiting van de recht opgemetselde voorgevel
aan de schuine lijn van het dakvlak. Al deze
trapgevels, van de eenvoudigste tot de meest
versierde, doen prettig aan door hun verantwoorde
en regelmatige verhoudingen. De panden
Oudegracht 182 vormen een prachtige groep van
drie gelijke trapgevels. Eén van de mooiste
voorbeelden is wel het Huis met de Schopjes aan
het Luttik Oudorp 110. Hiervan is ook de onderpui
nog in oude vorm, hetgeen een zeldzaamheid is.
Het is geen wonder dat in de negentiende en
twintigste eeuw nog dikwijls een huis met een
'nostalgische' trapgevel werd gebouwd. Meestal
zijn deze echter slechter van verhoudingen en
lelijker door ander materiaal en overbodige
versieringen.
Om de toch wat eenvoudige trapgevel wat meer
sierwaarde te geven, paste men varianten toe als de
halsgevel en de pilastergevel, waarbij het aantal
257