Heldendaden van het voorgeslacht Santpoort. Er werd veel plezier gemaakt, veel gegeten en gedronken en er werd ook nog een uurtje getekend. Voortdurend waren er klachten dat het er op de tekenavonden veel te gezellig aan toeging en dat er meer praters en kijkers dan tekenaars waren. Op den duur gingen de serieuze werkers een nieuwe club, 'Doorwerken' genaamd, oprichten. Maar dat was pas in de twintigste eeuw. Een markant lid van KZOD was Keetje Witte, een telg uit het oude Alkmaarse brouwersgeslacht Witte. Keetje werd in 1876 geboren. Evenals bij haar broer Jan openbaarde zich bij haar al vroeg een talent voor tekenen. Zij kreeg tekenlessen van A. Klasener, die een begrip was in het Alkmaarse kunstleven. Inmiddels maakte KZOD een inzinking door en een nieuwe ledenaanwas werd bittere noodzaakIn 1900 besloot het bestuur om te proberen ook dames voor het lidmaatschap van de 236 vereniging te interesseren. Niet alleen Keetje Witte Linksboven: In dit gebouw in renaissancestijl is sinds 1968 het Stedelijk Museum gevestigd. Het is de Nieuwe Doelen waar in de 17de en 18de eeuw de schutterij bijeenkwam om te oefenen en vooral feest te vieren. Later was ook de tekenzaal van Kunst Zij Ons Doel hier gevestigd. Het gebouw heeft dus altijd kunst binnen zijn muren gekend: eerst de grote schuttersstukken die de schutters lieten maken om hun lokalen aan te kleden, daarna het werk van de schilderende en tekenende burgerij en tegenwoordig het kunstbezit van de gemeente. Rechtsboven: Tot 1968 was het museum gevestigd in het als zodanig in 1873 gebouwde pand aan de Breedstraat achter het stadhuis. Deze foto geeft een indruk van de opstelling van het museumbezit. Daartoe behoren ook oude meubels en voorwerpen zoals de bronzen vijzel die hier is te zien. Midden: Zo zag de Breedstraat, met links de vroegere garenmarkt, toen museum, er omstreeks 1865 uit. De zware toren van de Dominicuskerk heeft een eeuw lang dit beeld bepaald. Tegenwoordig staat er een bouwkundige schepping waarvan de kunstwaarde niet door iederen wordt erkend. werd aangezocht, ook de dames Lissone-Aghina, Cock, Hart en Kylstra traden toe. Keetje werd bijzonder actief in de vereniging en in 1905 werd zij tot secretaris verkozen. Twee jaar later zegde zij haar lidmaatschap van de vereniging op, want zij vertrok naar de Verenigde Staten. Na een langdurig buitenlands verblijf keerde zij in 1930 weer terug in ons land, waarna zij in 1954 in de bisschopsstad Nijmegen overleed. Keetje Witte was een opvallende verschijning in Alkmaar. Veelal gekleed in lange manchester rokken en met een baret schuin op haar hoofd was zij regelmatig in Alkmaar te zien, waar zij gezeten op een laag bankje en met een groot palet stadsgezichten schilderde. Helemaal buiten het Alkmaarse artistieke wereldje van de vorige eeuw stond de Arnhemse kunstenaar AlexanderVerHuell. Hij was rijk en feitelijk niet

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 16