Dames In 1851 vond in Alkmaar hel huwelijk plaats van de schrijfster A.L.G. Toussaint en de Haagse kunstschilder Joltannes Bosboom. De bruidegom maakte in dat jaar dit fijnzinnige portret van zijn bruid en van zichzelf als schilder. Beide tekeningen van het beroemde kunstenaarsechtpaar hangen in de aan hen gewijde kamer in het Stedelijk Museum Alkmaar. Midden links: Alcmaria Victrix is de trotse wapenspreuk van de stad die in 1573 het beleg door de Spanjaarden afsloeg. Dit vignet siert de eerste bladzijde van een album met aquarellen door de in zijn tijd geliefde vaderlandse kunstenaar A lexander VerHuell. Hij bood zijn werk in 1873 aan aan jhr. mr. C. van Foreest. Midden rechts: VerHuell heeft in zijn album ook het geslacht Van Foreest willen eren. Daarom begint het met twee scènes uit het leven van de beroemde Pieter van Foreest, de arts die ook Willem de Zwijger heeft behandeld. dat soort tekeningen, die 'kunstboeken' werden genoemd. Anderen tekenden naar gipsmodel of stelden stillevens van voorwerpen op. Ze moesten vormen leren beheersen en mooi leren 'schaduwen' tekenen. De meest gevorderde groep tekende naar levend model. Dochters van leden zaten - netjes aangekleed - model. Maar er werden ook wel opvallende typen van de straat opgepikt om als tekenvoorbeeld te dienen. Deze tekenavonden waren niet de enige bijdrage tot de artistieke vorming van de leden. Er was een andere manier die blijkbaar zeer in de smaak viel. Op gezette tijden hield KZOD een zogenaamde 'kunstbeschouwing'. Het bestuur liet dan een collectie tekeningen of aquarellen komen, die op zo'n avond van hand tot hand ging en kritisch werd bekeken en besproken. Dat kon een collectie zijn die van een zustervereniging werd geleend of van een groep kunstenaars uit Amsterdam, Den Haag of Utrecht. Dat laatste gebeurde vaak op voorwaarde dat er ook wat werd gekocht. Soms werden er tekeningen van oude meesters van particuliere verzamelaars geleend. Dat was riskant, maar er gebeurden nooit ongelukken mee.Tegen het einde van de vorige eeuw, tussen het 65-jarig en het 70-jarig bestaan van de vereniging in, organiseerde het bestuur zelfs een reeks tentoonstellingen van oude en nieuwe kunst. Die sloegen zeer in. Pieter Plas was toen al overleden en ook zijn opvolger M. JStucki had als directeur weer plaats gemaakt voor de kerkschilder A. Klasener. 's Zomers ging het gezelschap wel eens buiten tekenen.Tenminste als er belangstelling voor was, en die was wel eens heel klein. Ook werden er 'kunstreizen' gemaakt en van één zo'n tocht is het verslag bewaard gebleven. Het werd een rit met een Jan Plezier naar de ruïne van Brederode bij 235

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 15