4è tt doet kunst en eer uitbraden. Voornamelijk daar waar Mars aanrandde onze zegewallen'. Tientallen dorps- en kerkbesturen wendden zich tot het Alkmaarse stadsbestuur met het verzoek een beschilderd raam te leveren als in hun dorp een nieuwe kerk werd gebouwd. Ons stadsbestuur was daar wel toe genegen, mits zo'n raam een prominente plaats in de kerk kreeg. Daarmee werd bedoeld, dat het Alkmaarse raam niet ver uit de buurt van de ramen die de grote steden leverden, mocht worden gezet. Aan de plaats van de ramen moest kunnen worden afgeleid hoe belangrijk onze stad was! Helaas zijn niet meer dan een vijftal glazen die zich in Alkmaar bevonden of door de stad werden geschonken, bewaard gebleven. Uit het einde van de zeventiende eeuw stammen maar enkele schilderijen die het interieur van de Grote Kerk tot onderwerp hebben. Ze zijn alle van de hand van de Haarlemse schilder Pieter Jansz. 232 Saenredam. Deze kunstenaar schilderde verscheidene Nederlandse kerken. Hij kwam verschillende keren in Alkmaar om opmetingen in de Sint Laurens te doen. Dat gebeurde op verzoek van zijn vriend, de bekende bouwmeester Jacob van Campen. Deze moest het front voor het nieuwe orgel ontwerpen en had dus behoefte aan de maten van de westelijke muur van de kerk. In 1661 was Saenredam hier weer. Toen tekende hij een week lang, eerst in de Grote Kerk, daarna in de Kapelkerk. De kunstenaar noteerde op zijn schetsen precies hoeveel uren hij er aan werkte.Twee schilderijen leverde dat op. Het ene hangt in Museum Boymans- van Beuningen in Rotterdam en stelt de ingang van de kerk voor. Het andere schilderij is in bezit van de gemeente Alkmaar en toont het schip van de kerk. Ook Emmanuel de Witte schilderde kerkinterieurs. Hij was wel in Alkmaar geboren, maar verliet als jongen de stad om in Delft het schildersvak te leren Hij kwam nog even terug naar Alkmaar, trok toen Linksboven: In de 19de eeuw was Pieter Plas de bekendste schilder van Alkmaar. Toen hij in 1853 overleed, maakte zijn zwager en leerling B. G. ten Berge deze grafsteen met een schilderspalet als symbool voor het beroep van de overledene. Plas werd begraven op het voor rooms-katholieken bestemde gedeelte van de toen nog nieuwe algemene begraafplaats. Pas jaren later zouden de rooms-katholieke Alkmaarders hun eigen begraafplaats krijgen. Rechtsboven: J.A. Crescent, de maker van deze waterverftekening, was een Alkmaarse kunstenaar uit de tijd toen het genre van de topografische afbeeldingen veel werd beoefend. Hij werkte in de stad en naaste omgeving. Deze tekening stelt de Bokkesluis in de Kaarsenmakersgracht voor, met het Waaggebouw en brouwerij De Boom in het verschiet. De Boom is te herkennen aan het nog altijd aanwezige biervat op de gevel. De tekening is uit 1788. Pas in 1877 is het stadsgezicht hier veranderd doordat de sluis werd vervangen door een wipbrug. Midden: Pieter Plas is voornamelijk bekend geworden als schilder van vee. Ware portretten van koeien en schapen kon hij maken. Zelfs als hij een landschap opzette, komen de beesten er prominent in voor, zoals hier in een rustiek tafereel ergens in de buurt van de stad. De tekenaar die rustig in de schaduw van een boom zit te werken, is misschien één van zijn leerlingen met wie hij regelmatig naar buiten trok.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 12