WAEKERS Soo in dc Hooftwagt als op de Ordcrcen Regelcmcntwaer nae de Stads Poortenhacr lullen hebben te gedragen. Ifr^Ë leer en Burgermeeftercn ende Re- C RJ?; geer der s der Stad Alkmaar-, hebben goed gevon- tc Ordonneren cn te Gebieden, gelyk deielven by delen wel f.xprellelyk Ordonneren cn Gebieden Dat Niemant en lal hebben ligtvecrdel) k tefweeren, veel minby denaeme Gods of den Donder Biixemolyet diergelijks, op poene van (es Stnyvers. Dat ook Niemant lal vermogen een pypToebakin eigendommen en toezicht op openbare instellingen, kwamen de functionarissen uit de hogere klassen en standen. Zo waren er de kerkmeesters die zorg droegen voor het beheer en onderhoud van de Grote en de Kapelkerk. Deze gebouwen waren namelijk eigendom van de stad. Verder waren er de weesmeesters, de armmeesters, de gasthuismeesters, die ieder door het stadsbestuur waren belast met een eigen taak en een aanzienlijke eigen verantwoordelijkheid hadden. Deze functies dienden nog al eens als opstapje naar het lidmaatschap van de vroedschap. Een uitgebreide taak hadden de fabriekmeesters die zorgden voor wat tegenwoordig Openbare Werken heet. Vooral na 1517 kregen de fabriekmeesters flink werk. In dat jaar was de stad door de Friezen, die een verbond hadden met het vijandige gewest Gelre, geplunderd en voor een deel verwoest. De vestingbouw is één van hun eerste belangrijke opdrachten geweest. Hiervoor Linksboven: Het stadswapen versierde ieder officieel drukwerk van de stad. De stadsdrukker mocht onder het wapen zijn naam drukken; in 1710 was dat C. van Trier. Rechtsboven: Het stadhuis dateert uit de eerste helft van de 16de eeuw, maar is in de loop der eeuwen veelvuldig uitgebreid en veranderd. De oorspronkelijke torenspits is in 1858 vervangen door de niet bij het gebouw passende neogotische spits die op deze foto is te zien. In 1927 is de fout hersteld en werd de lelijke spits vervangen door de huidige toren. Midden: Het burgemeestersechtpaar Willem Baert (1637-1684) en Elisabeth Kessel (1640-1717). Zij behoren beide tot families die in vele generaties bestuurders van de stad en van de om Alkmaar liggende grote waterschappen hebben voortgebracht. Onder: De leeuwen naast het stadswapen komen ook voor in steen op de bordestrappen. moesten zij plannen maken, maar ook grond aankopen of onteigenen en contracten sluiten met leveranciers. Deze fabriekmeesters, ook wel fortificatiemeesters geheten, waren lieden met veel praktische ervaring. De bekendste onder hen is mr. Adriaan Anthonisz., die aan het eind van de zestiende eeuw ook buiten Alkmaar een grote reputatie als vestingbouwkundige kreeg. Hij bracht het ook tot burgemeester. In de loop der jaren werden de fabriekmeesters steeds meer regenten die zich, deftig als zij zich voelden, steeds minder met het uitvoerende werk inlieten. Tot 1657 schreven de fabriekmeesters zelf hun jaarlijkse rekeningen van ontvangsten en uitgaven. De afrekening met de thesaurier vond éénmaal per jaar plaats, wat dan met een maaltijd gepaard ging. Als schrijfloon voor de rekening ontvingen zij een stuiver per bladzijdeOm dat loon zo hoog mogelijk te laten oplopen, werd er zo groot en uitvoerig geschreven dat er slechts weinig posten op een

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 5