politieke veranderingen belichaamd. Hij heeft de vele bestuurswisselingen meegemaakt, sinds hij als jong jurist uit Friesland naar Alkmaar werd gehaald om lid te worden van de tijdelijke prinsgezinde vroedschap in 1787. Met een korte onderbreking in de meest revolutionaire jaren van het Bataafse bewind (1795-1803) tot zijn dood in 1838, is hij de spil van het gemeentebestuur geweest. Hij heeft in de nationale politiek onder zeer uiteenlopende superieuren moeten werken: de Bataafse Republiek, het Koninkrijk Holland van Lodewijk Napoleon, het Franse Keizerrijk en sinds 1813 het Nederlandse Koninkrijk onder Willem 1. Fontein Verschuir, die wel de paus van Alkmaar werd genoemd, was een autoritaire figuur die geen tegenspraak duldde. Van enige invloed van de naast hem staande wethouders is in deze jaren dan ook geen sprake. Doordat de burgemeester ook lid was van deTweede Kamer en goede relaties in Den 216 Haag onderhield, kon hij voor zijn stad een aantal zaken ten goede doen keren. Zo dreigde in 1827 de rechtbank te worden opgeheven. Fontein Verschuir was erg gesteld op de vestiging van aanzienlijke families in de stad en heeft daarom met succes geijverd voor behoud van het deftige instituut. Dat het Noordhollands Kanaal dóór de stad en niet er omheen is aangelegd, is ook te danken aan de inspanningen van deze burgemeester. De scheepvaart door het kanaal, zoals de grote schepen die via Den Helder naar Indië voeren, moest de zo gewenste levendigheid in de stad brengen. Dat de betekenis van de vaarweg voor Alkmaar tegen de verwachting in - de schepen voeren direct door, zonder de stad aan te doen - al snel afnam en dat het kanaal nu als een verkeersobstakel wordt ervaren, kon Fontein Verschuir toen niet voorzien. De tweede burgemeester die lange tijd het stadsbestuur heeft gedomineerd, was Archibald Maclaine Pont, die in 1858 aantrad en in 1899 in het Linksboven: Mevrouw J. Westerhof-Koopal was, samen met mevrouw A. Aukes-Timmer, het eerste vrouwelijke raadslid. Beiden werden in 1919 gekozen, maar de eerste moest de raad in 1927 verlaten omdat de SDAP aan haar echtgenoot, de wethouder J. Westerhof, de voorkeur gafMevrouw Aukes bleef voor de Vrijzinnig Democraten in de raad tot 1922. Rechtsboven: Een lege raadzaal omstreeks 1940. Hoeveel woorden zijn binnen deze muren gesproken? Hoeveel ergernis en vreugde hebben zich hier afgespeeld? Midden: Het waren niet alleen ernstige zaken waarmee de raadsleden zich bezighielden. Op deze foto vermaakt de gemeenteraad zich in 1927 aan het strand van Bergen aan Zee. Midden op de rechterpagina: Mr. W. C. Wendelaar, hier met zijn echtgenote bij een feestelijke gelegenheid op het bordes van het stadhuis, was burgemeester van 1919 tot 1934. Dankzij zijn actieve beleid tijdens de crisistijd kon hem bij zijn 12'/2 jarig jubileum een door de gehele burgerij gedragen hartelijk feest worden bereid. Kort daarna werd hij lid van de Tweede Kamer voor de liberale partij en verliet hij Alkmaar. Hiernaast op de rechterpagina: Mr. H.J. Wytema, die burgemeester was van 1948 tot 1970, was de laatste burgervader die nog wel eens het traditionele ambtskostuum uit de kast haalde en dan in vol ornaat de hoge gasten van het stadsbestuur begroette.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 20