Bestuur en rechtspraak uiteen
Linksboven: Een typische
vertegenwoordiger van de
Franse Tijd in Alkmaar was
mr. Lucas Dijl die allerlei
bestuurlijke functies heeft
bekleed. Hij was een
voorstander van
vernieuwingen, zoals ook de
patriotten en de Franse
bezetters waren.
Rechtsboven: Lucas Dijl
was als enig erfgenaam van
zijn ouders een vermogend
man en hij kon zich dan ook
de bewoning van dit
buitenhuis Vredehof, op de
hoek van de
Kennemerstraatweg en de
Lindenlaan, veroorloven.
Het is in 1814 door brand
verwoest en niet weer
opgebouwd.
en idealen van de burgers belichaamd in plaatselijke
kiesrechtverenigingen met klinkende namen als
'Vaderland en Koning', 'Vrijheid en Recht',
'Burgerplicht' en 'De Grondwet'. Aan het einde
van de negentiende eeuw verschenen de landelijke
politieke partijen op het toneel.
Kiezen en gekozen worden was aanvankelijk een
zaak van een kleine groep aanzienlijke en gegoede
burgers, maar allengs werd door kiesrecht
uitbreiding en stijgende welvaart deze groep wat
groter. Algemeen was dit recht echter nog lang niet
en er is veel politieke strijd voor nodig geweest om
dat te realiseren. Pas in 1917 werd het kiesrecht
algemeen, zij het alleen voor mannen, van wie toen
nog maar zeventig procent kiesgerechtigd was. Het
vrouwenkiesrecht werd pas in 1922 in de grondwet
opgenomen.
Toen in 1811 bestuur en rechtspraak gescheiden
werden, kreeg Alkmaar een nieuwe rechtbank. Bij
de invoering van de Nederlandse wetboeken
Hierboven: In 1800, toen
Ouke Rondhout dit
idyllische schilderij van de
Boompoort met ophaalbrug
en wachthuisje maakte,
verkeerde Alkmaar midden
in de Franse Tijd. Franse
soldaten hielden de wacht
bij de toegang tot de stad om
het economische verkeer
tussen stad en platteland in
de gaten te houden.
gewezen Catharinaklooster, vlak bij de plaats van
het huidige postkantoor, bleven het te pronk
stellen, geselen en brandmerken evenwel nog in
zwang, zij het minder frequent.
De staatkundige veranderingen van omstreeks 1800
brachten met zich mee, dat de
zelfbeschikkingsmacht van de stad gevoelig werd
ingeperkt. De invloed van de provincie en het rijk
nam toe, zodat de vroede vaderen minder op eigen
houtje konden regelen en beslissen. Ook
verdwenen de vroedschap en de burgemeesters.
Langzamerhand kreeg het bestuur contouren die
ons vandaag de dag bekend voorkomen: één
burgemeester met wethouders aan zijn zijde en de
raad, die in de loop van de negentiende eeuw uit
een groeiend aantal kiezers en kandidaten werd
214 gekozen. Aanvankelijk werden de politieke ideeën