Linksboven: Het tuchthuis
in de Gasthuisstraat, zoals
dat er aan het begin van de
18de eeuw moet hebben
uitgezien. De tekening werd
echter zo'n honderd jaar
geleden gemaakt.
Rechtsboven: In 1905 nam
de heer Bender afscheid als
directeur van de
strafgevangenis aan de
Kennemersingel. Bij die
gelegenheid werd hij
vereeuwigd in gezelschap
van zijn staf, die bestond uit
de onderwijzer Koster, de
predikant Guldenarm, de
adjunct-directeur De Jong,
de geneesheer dr.
Valkenburg en de commies
Van de Velde.
De cipier werd stinkend rijk
In 1809 liet een burgemeester het Tuchthuis
inspecteren en hij moet zich een hoedje zijn
geschrokken. Het stonk er een uur in de wind.
De gevangenen waren drie maanden niet gelucht.
Gezonden, zieken en krankzinnigen lagen dwars
door elkaar op smerige bedden, zonder voldoende
kleding en dekens. Zij kregen van de cipier niet
meer dan drie pond zeep per maand. Er was een
groot tekort aan kammenpannen en lepels. Een
krankzinnig meisje sliep aan het voeteinde van twee
vrouwen in een toch al veel te kleine bedstee.
De cipier had intussen van de inkomsten uit zijn
functie een fortuin bijeengespaard. Vermogende
gevangenen konden namelijk bij de cipier allerlei
zaken kopen, die hun droef bestaan wat aangenamer
maakten. De verkoop van wijn bijvoorbeeld,
leverde zoveel drankmisbruik op, dat het
stadsbestuur in 1774 een limiet stelde van één fles per
tuchteling.
Desondanks boekte de cipier omstreeks 1809 een
winst van meer dan vijfduizend gulden per jaar, wat
in die tijd een gigantisch bedrag was. Het is
begrijpelijk dat het stadsbestuur dit te ver vond gaan
en het beheer van het tuchthuis overnam.
Het moest natuurlijk geen al te vrolijke boel
worden, daar in dat tuchthuis. Daarom stelden de
burgemeesters in 1774 een instructie voor de cipiers
op, waarin werd bepaald dat de tuchtelingen om elf
uur te bed moesten zijn en niet meer dan één fles
wijn per dag mochten kopen. Iedere keer dat de
cipier een bewoner liet ontglippen, diende hij
voortaan in de beurs te tasten en honderd gulden te
betalen. Een paar jaar later werd het de cipier
verboden sterke drank te verschaffen.
Ontsnapping kwam trouwens meer dan eens voor.
Zo ontsnapten er aan het begin van de negentiende
eeuw vijf gevangenen tegelijk. Ze maakten gebruik
van de klassieke methode: aaneengeknoopte
beddelakens. De cipier sloeg de schrik om het hart
bij de gedachte aan een niet mis te verstane boete.
Die kreeg hij dan ook. De boete was zo hoog dat
een afbetalingsregeling werd getroffen. Tevens ging
men ogenblikkelijk op zoek naar een ander baantje
dat beter voor de man geschikt was.