Dc Nacht wacht van Alkmaar Spin- en Verbeterhuis aan «Ie Burgerij b|j het begin lies .laars 1871. Linksboven: De nachtwacht uit 1871 lijkt bij lange na niet op de politiemacht in onze dagen. Gewapend met stok, sabel en klep patrouilleerde hij door de Alkmaarse straten. De klep of klap diende om zijn komst aan te kondigen. Hij werd dan ook wel klaploper genoemd. Effectief was zo'n klap niet: gespuis kon zich door het naderende lawaai tijdig uit de voeten maken. Rechtsboven: Het al vrij talrijke politiekorps op de binnenplaats van het stadhuis in 1903. Deze foto was een cadeau aan F Vierkant bij diens ambtsjubileum. Hij staat wel op de foto maar was niet bij de opname aanwezig geweest. Iemand anders had zijn plaats ingenomen en de fotograaf monteerde daarna Vierkants hoofd in. De stoere mannen op de voorste rij zijn bekende agenten die het Alkmaarse korps lang hebben gediend: J.F. Kooman, C.J. Brouwer, F. Vierkant, R Vellinga en J. K. P. Kraan. Midden: Natuurlijk kende ook Alkmaar niet-geïnformeerde politie. De rechercheurs poseren hier op de rechercheafdeling omstreeks 1928. De speurders waren van links naar rechts de heren Grondsma, Marbus, Boster, Van den Berg, Feyen en De Boer. vijftien jaar tuchthuis en werd voor de duur van vijfentwintig jaar uit Holland en West-Friesland verbannen. Een andere jongen, Henricus Waldeman, moest toekijken hoe leeftijdgenoten werden gegeseld en vervolgens in het tuchthuis wachten tot hij naar Oost- of West-Indië werd gebracht, waar hij twintig jaar moest blijven. Wat nu als kattekwaad zou worden beschouwd, gold toentertijd als een misdrijf. De achttienjarige Jan Dirkx, die zich had vergrepen aan het stelen van koekjes, kersen en klapbessen, werd voor zes jaar uit Holland, West-Friesland en Zeeland verbannen. Ontsporingen werden in vervlogen eeuwen vaak letterlijk 'aan de kaak gesteld'. De kaak bestond uit een houten of stenen verhoging. De wetsovertreders werden daarop tentoongesteld bij wijze van afschrikwekkend voorbeeld en aan bespotting prijsgegeven. Vooral door de schout en zijn rakkers opgepakte hoeren werden nogal eens tot het op de kaak staan veroordeeld. De kaak stond op de Mienterbrug. Aan het einde van de achttiende eeuw verhuisde de kaak uit de binnenstad naar een plek even buiten de Kennemerpoort, ongeveer waar nu het borstbeeld staat van de schrijfster Bosboom-Toussaint. Voor zeer ernstige overtredingen konden wetsovertreders ook worden opgesloten. Aan het begin van de zestiende eeuw deed de kelder van het stadhuis dienst als gevangenis. Maar na het gereedkomen van de Kennemerpoort in 1532 - op de plek waar zich nu de Heilooërbrug bevindt - werd deze poort als gevangenis ingericht. Ze kreeg dan ook de naam Gevangenpoort. Een afdoende oplossing bood ook deze stadspoort niet, zoals een kwart eeuw later bleekEr was te weinig ruimte om zestien Franse krijgsgevangenen op te sluiten, die door Vilvoorde in de Belgische provincie Brabant

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 13