Een vol ghewicht Hiernaast: Zo tekende Cornelis Pronk in 1746 de Vismarkt, op de hoek van de Mient en het Verdronkenoord. Links op de Platte Stenenbrug staat het 'visafslagershuisje' uit 1639, dat, samen met de gedenksteen eronder, in 1799 is verdwenen. De manden dreven in het water om de zoetwatervis zo vers mogelijk te houden. Midden links: Gezicht op de visbanken vanaf het Verdronkenoord, naar een tekening uit 1788 van J.A. Crescent. De gekortwiekte ooievaar op de voorgrond was belast met het opruimen van visafval. Soms was hij zelfs getooid met een stadspenning. Midden rechts: De vismarkt was één van de weinige overdekte markten in Alkmaar. Tegenwoordig zien de visbanken er nog vrijwel net zo uit als op deze foto. Mooi is het beeldje van het vissersvrouwtje op het dak. De belangrijkste weekmarkt, waaraan Alkmaar zijn naam van Kaasstad heeft te danken, was de ook bij hedendaagse toeristen welbekende kaasmarkt. Deze markt heeft een lange geschiedenis achter zich. Al vanaf de late middeleeuwen was kaas één van de belangrijkste, zo niet het belangrijkste marktprodukt in Alkmaar. Uit oude documenten blijkt dat het huidige Waagplein, vroeger Kaasmarkt geheten, al vanaf 1600 regelmatig vergroot moest worden vanwege de steeds drukker wordende handel. Om dat te bereiken werden er van tijd tot tijd huizen op de markt afgebroken, totdat tenslotte het grote open Waagplein, zoals wij dat nu kennen, ontstond. Centraal op de Kaasmarkt stond het prachtige Waaggebouw, dat in zijn huidige vorm van 1584 dateert. In dit gebouw moesten alle op de markt verkochte kazen worden gewogen om precies te kunnen bepalen hoeveel belasting er op de verkochte kaas aan de stad moest worden betaald. Daarvoor stonden er grote weegschalen in de Waag, met bij elke schaal een waagmeester, die toezicht hield op het wegen. Voor het noteren van het gewicht waren schrijvers verantwoordelijk. Nauwkeurigheid bij het wegen en noteren was van het grootste belang ter voorkoming van fraude. Niet voor niets was al in de zeventiende eeuw op het kantoortje in de hal één van de spreuken van Salomo aangebracht: 'Een ValscheWaghe is den Heere eenen grouwel, daer en teghen een vol ghewicht is syn welbehagen' Andere functionarissen die bijdroegen tot een goed verloop van de markt waren de marktmeester, de zetters en de kaasdragers. De marktmeester was verantwoordelijk voor de goede gang van zaken tijdens de markt. Hij hield er toezicht op dat de markt niet te vroeg begon en hij wees de boeren de plaats aan waar ze met hun kazen konden gaan 179

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 7