HBS! |t fe m 311 "'i» li NR C*ii> ,"'tp i»w H U M' K 194 spoedig in het huwelijk trad met één van de dochters Leijers, bestond er geen enkele twijfel meer over wie de zaak zou voortzetten. Heel voorzichtig werd de winkel steeds verder uitgebreid, zowel door verbouwingen en moderniseringen als door uitbreiding van het assortiment. Naast manufacturen kwam er een afdeling woninginrichting, waar zeil, lopers en matten werden verkocht. Het pand aan het Payglop was nu echt te klein geworden. Het getuigt van een vooruitziende blik van Spruyt, dat hij in 1921 als één van de eersten een winkelpand kocht aan de Langestraat, toen nog een elitestraat met voorname patriciërshuizen. Ook dit pand was niet groot genoeg om alle winkelwaar in onder te brengen en toen tien jaar later twee aangrenzende huizen onder de slopershamer kwamen, greep Spruyt deze kans met beide handen aan. In 1935 werd het zeer vergrote winkelpand officieel geopend. Er kwam een aparte etage woninginrichting en een meubeltoonzaal. Na een moeilijke periode gedurende de Tweede Wereldoorlog werd de zaak opnieuw gemoderniseerd tot een warenhuis waar, vooral op het gebied van de textiel, heel veel te koop is. De heer J.J.P. Spruyt werd opgevolgd door zijn zonen, zodat de zaak nog steeds in handen van de familie is. Wat begon als een kiep op de rug van een Duitse marskramer, is uitgegroeid tot één van de aardigste en best gesorteerde warenhuizen van Noord-Holland. Veel is er veranderd in de loop van de eeuwen. Het winkelende publiek is verwend met wandel domeinen en overdekte winkelpassages. Op de plaats waar eens de trotse Dominicuskerk stond, is nu een ultra-modern overdekt winkelcentrum gekomen, waar de klant via roltrappen van de ene winkel naar de andere wordt gevoerd. Marskramers komen niet meer langs de deur, kleine middenstanders hebben de ongelijke strijd tegen de grote concurrenten vaak moeten opgeven.Toch grijpen veel hedendaagse winkeliers weer terug naar middeleeuwse methoden om hun waar aan te prijzen. Wie door de overvolle winkelstraten loopt, struikelt daar over koopwaar die buiten op straat is tentoongesteld. En de alleroudste vorm van handel, de markt, mag zich nog steeds in een zeer grote populariteit verheugen, getuige de grote drukte op de Gedempte Nieuwesloot op zaterdag, nog steeds dé marktdag in Alkmaar. 1988 UitgeverijWaanders b.v., Zwolle Druk: Waanders b.v., Zwolle ISBN 90 6630 763 3 Linksboven: Eén van de eerste grootwinkelbedrijven in Alkmaar was de firma Bervoets. In 1911 werd deze zaak in heren- en kinderkleding geopend op de hoek van de Laat en het Payglop. Rechtsboven: Alkmaars filiaal van C&A aan het eind van de jaren vijftig. Links: Zo zag het interieur van Vroom Dreesmann er omstreeks 1930 uit. Rechts: Het huis de Groene Klok op de hoek van de Zijdam en de Achterdam. De mooie voorgevel verdween in 1896. Op het omslag: Nadat aan het einde van de 19de eeuw de afzet van Nederlandse zuivelprodukten door geknoei met boter - er ging reuzel doorheen - ernstige schade had opgelopen, ging de rijksoverheid op kwaliteit controleren. Ook in Alkmaar kwam een controlestation dat de kwaliteit moest waarborgen. Zo probeerde men de binnenlandse markt te vergroten. 'Koopt Nederlandsch fabricaat' werd een leus die na de Eerste Wereldoorlog en vooral tijdens de crisis van de jaren dertig steeds luider ging klinken. De propaganda op het affiche, speciaal gericht op jonggehuwdenzal wel de volgende achterliggende gedachte hebben: 'Zo maakt het huwelijk pas een goede start en wat betreft eventuele kinderen van het echtpaar: jong geleerd, oud gedaan Alle afbeeldingen en afgebeelde voorwerpen zijn, tenzij anders vermeld, afkomstig uit het Gemeentearchief en het Stedelijk Museum Alkmaar.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 22