Accijnzen
Linksboven: Winkelpanden
aan het Verdronkenoord
naast de in 1707 gemaakte
ingang van de Kapelkerk. In
tegenstelling tot nu vond de
handel vroeger meer buiten
dan binnen de winkel
plaats. De luifel moest de
klanten beschermen tegen
weersinvloeden. De
koopwaar werd uitgestald
op luiken onder de ramen,
die uitgeklapt dienst deden
als toonbank.
Rechtsboven: Ook op deze
foto van het Luttik Oudorp
aan het einde van de 19de
eeuw zijn de meeste winkels
nog te herkennen aan hun
luifels en uitstalplanken. In
deze tijd vindt men in
Alkmaar nog slechts
sporadisch een luifel, onder
andere aan de Hekelstraat
het Heiligland en de
Huigbrouwerstraat.
Midden links: Een tekening
uit het begin van de vorige
eeuw door J.A. Crescent
van drie winkelpanden aan
de Mient (nrs. 8, 10 en 12).
Het middelste pand heeft
een uitgebouwd
vitrinekastje, een voorloper
van de moderne etalage.
Toen de uitgeklapte luiken
geleidelijk aan werden
vervangen door etalages,
ging de handel zich steeds
meer binnen de winkels
afspelen. Ook de luifels
moesten verdwijnen, omdat
zij te veel licht wegnamen en
hinderlijk waren voor het
verkeer.
Midden rechts: Het Huis
met de Luifel aan het
Heiligland nr. 18,
gefotografeerd in 1903. Hier
dreef mejuffrou w
C.l. Vermeer een
kruidenierswinkel.
met het verleggen van de LangedijkerVaart. Dit
was voor de tuinders de kortste weg om met hun
produkten naar Alkmaar te varen. Nu zou het dus
langer duren de stad te bereiken. De gemoederen
raakten zo verhit dat een groep tuinders, met
spaden gewapend, naar het zuiden trok. Niemand
wist waarheen en waarom, maar geleidelijk aan
sloten zich steeds meer opgewonden lieden aan,
totdat er een groep van honderdvijftig man op de
been was. Door de Nollen bereikte de menigte de
Halvemaansbrug, waar een begin werd gemaakt de
vaart te dempen.Toegesnelde bestuurders uit
Alkmaar en Langedijk waren niet in staat de
gemoederen tot bedaren te brengen.Twee
compagnieën soldaten moesten er aan te pas
komen om de gravers op de vlucht te jagen.Toen lag
er al wel een dam in de vaart. Ernstige gevolgen
voor de Langedijkers had dit oproer niet. Alkmaar
liet de dam opruimen en kwam met de besturen van
de dorpen tot een vergelijk. Voortaan sloegen de
Langedijkers met hun schuitjes bij de Hoornse weg
rechtsaf en stevenden naar de ZesWielen.
Op alle handelswaar die de stad binnenkwam,
moest belasting worden betaald. Ook vroeger
probeerden slimme lieden daar zoveel mogelijk
onderuit te komen. Voor het stadsbestuur waren
deze accijnzen een belangrijke bron van inkomsten.
Vandaar dat de vroedschap in 1622 besloot op een
strategisch punt, aan de Bierkade, een accijnstoren
te bouwen. Alle schepen die via het Zeglis en de
Voormeer Alkmaar binnenvoeren, kwamen vanzelf
langs deze accijnstoren, waar ze dan belasting
moesten betalen. Ook werd er hier voor het lossen
van de schepen een kraan gebouwd.
Behalve via water moest Alkmaar natuurlijk ook
goed over land bereikbaar zijn. Naar alle kanten
werden er verbindingswegen met de omringende