Ruzie met Hoorn
Linksboven: Een blik op de
veemarkt op het Waagplein
tijdens de Landbouwdag
omstreeks 1930. Het
gebouwtje links achteraan is
de Kleine Waag, gebouwd in
1911 om meer weegruimte te
krijgen. Enige jaren geleden
is deze gesloopt en
vervangen door winkels en
appartementen. Rechts ligt
de Schapenbrug, die in het
midden van de Voordam
uitkomt.
Rechtsboven: Het kan niet
alle dagen feest zijn, maar
als er iets moet worden
gevierd, zorg dan dat je er zo
goed mogelijk uitziet. Dat
gold niet alleen voor de
autoriteiten, maar ook voor
de gewone boeren en
buitenlui, die de opening
van de landbouw
tentoonstelling in 1902 niet
wilden missen. Deze werd
gehouden aan de
Kennemerstraatweg, waar
nu de Juliana van
Stolberglaan ligt.
Midden: Een praalwagen
uit 1902, gefotografeerd
door C. v. d. Aa. De wagen
vormtéén onderdeel van een
feestelijke optocht,
georganiseerd naar
aanleiding van het jaarlijkse
Landbouwfeest. In 1902
had dit een bijzonder tintje
omdat Alkmaar toen door
de Hollandsche
Maatschappij van
Landbouw was uitgekozen
als standplaats voor het
vijfjaarlijkse congres en de
landbouwtentoonstelling.
De kleine man met hoge
hoed op de voorgrond is
J. F. Moens, voorzitter van
de afdeling Alkmaar.
Verliep de veerdienst met Amsterdam over het
algemeen harmonieus, met Hoorn waren er
voortdurend conflicten. Net als Alkmaar deed
Hoorn z'n uiterste best hét marktcentrum voor het
omringende platteland te worden. Het was dus een
geduchte concurrent van Alkmaar. Vooral in 1618
liepen de spanningen hoog op. Hoorn was namelijk
begonnen sluizen aan te brengen tussen Obdam en
Rustenburg.en bij Avenhorn. De bedoeling hiervan
was dat de schepen uit Langedijk en Schagen naar
Hoorn zouden varen in plaats van naar Alkmaar.
Ditzinde deAlkmaarse stadsbestuurders natuurlijk
helemaal niet en resoluut grepen ze in.
Op 14 september rukten schout, schepenen en
burgemeesters, vergezeld van verscheidene
burgers met vliegende vaandels en slaande trom uit
naar Avenhorn om wat er al aan sluis was kapot te
slaan en te verbranden. Dit conflict duurde
uiteindelijk tot 1684 en Alkmaar kwam als
overwinnaar uit de strijd: de sluizen bij Avenhorn
zijn er nooit gekomen.
Wel kwam er een geregelde veerdienst op Hoorn,
waarin Alkmaar, dat het veer had aangelegd, meer
macht en invloed had dan Hoorn. Een groot
verschil met de veerdienst op Amsterdam was dat
het personenvervoer veel belangrijker was dan het
goederenvervoer. Voor passagiers en hun bagage
voeren er twee schepen per dag, terwijl er voor
goederen maar één keer per dag een lastschuit voer.
Ook waren de Hoornse schippers geen lid van het
schippersgilde, maar stonden ze onder toezicht van
een commissaris die door de stad was aangesteld.
Deze was verantwoordelijk voor een geregelde
dienst; tevens verdeelde hij de winst tussen de
schippers.
Ook naar het noorden kwam er een belangrijke
veerdienst. In 1703 werd het veer naar Schagerbrug
ingesteld. Hier waren er eveneens twee soorten 187