Uitvinder van de verrekijker bevorderde de oprichting van tekenscholen en ook Alkmaar kreeg in 1825 een stadstekenschool. De eerste stadstekenmeester, Adrianus de Visser, gaf de lessen in een lokaal in de kazerne aan de Paardenmarkt. De school bereikte een bloeiperiode onder de bezielende leiding van de kunstenaar M.J. Stucki. Van 1835 tot de opheffing van de school in 1869 stond hij aan het hoofd. Het was geen kunstopleiding maar een school voor aankomende bouwkundigen en andere ambachtslieden. Bouwkundig tekenen nam dus een belangrijke plaats in op het lesprogramma. Het echte tekenen en schilderen werd beoefend in het genootschap Kunst Zij Ons Doel, dat in 1831 werd opgericht. De eerste directeur van het genootschap was de bekende schilder van vee, Pieter Plas. In die tijd vond men Plas een belangrijk kunstenaar en de leden droegen hem op handen. Eén van hen dichtte: 'Men zag ook Plas met zijn koeien zo schoon van stand en rijk van kleur 't was of zag men de beesten loeien en de schapen stonden in hun fleur'. Plas was een uitstekend leermeester en leidde jarenlang in goede vriendschap Kunst Zij Ons Doel. Na zijn overlijden bleef zijn weduwe in moeilijke omstandigheden achter. De leden van het genootschap organiseerden daarop een verloting van kunstwerken om haar financieel wat te steunen. Ook de Haagse schilder Bosboom, de man van de bekende Alkmaarse schrijfsterTruitjeToussaint, stond voor de verloting een schilderij af. De opvolger van Plas werd StuckiHij was een knap tekenaar en heeft vele aardige stadsgezichten van Alkmaar gemaakt. Zijn specialiteit waren de 'Kafféklatschen'. Dit waren toevallige koffievlekken die hij met veel fantasie omtoverde tot een landschap. Van deze merkwaardige kunstuiting is op het gemeentearchief een serie bewaard gebleven. Goede tijden beleefde Kunst Zij Ons Doel eveneens onder opvolgers van Stucki: de kerkschilder A. Klaseneren J. Cock. Vooral directeur Cock was goed in het organiseren van feestavonden. De tekenavonden vonden plaats in de Nieuwe Doelen. Daar brachten de schilderende, tekenende en soms ook boetserende liefhebbers hun gezellige en nuttige avonden door, tot het pand in 1957 tot museum werd bestemd. Linksboven: Aan dit portret van Johannes Petrus van Horstok is wel te zien dat hij een scherp waarnemer was. Hij beschouwde zichzelf niet voor niets als de beste schilder van Alkmaar. Verschillende leden van deftige families in Alkmaar en Haarlem hebben zich door hem laten portretteren. Zijn eigen portret werd geschilderd door JReekers. Blijkbaar beviel het Van Horstok goed, want hij maakte er deze geslaagde kopie van. Rechtsboven: Kunst Zij Ons Doel organiseerde regelmatig tentoonstellingen, zoals hier in oktober 1901 in een zaal van het burgerweeshuis aan de Gasthuisstraat. Enkele leden van KZOD zijn geschaard rond een tafel waarop de tekeningen zijn uitgestald. Het zijn Keetje Witte, dochter van een Alkmaarse bierbrouwer, haar vriendin mevrouw Lissonne-Aghina, de directeur J. Cock, de kerkschilderA. Klaseneren de heer Gonnet. Midden: Toen de eerste directeur van Kunst Zij Ons Doel, Pieter Plas, overleed, bleef zijn weduwe in armelijke omstandigheden achter. Om haar te steunen organiseerde het genootschap een verloting waarvoor ook de kerkschilder Johannes Bosboom een werkstuk instuurde. Deze echtgenoot van de Alkmaarse schrijfster Truitje Toussaint vervaardigde ook dit schilderij van het kleine orgel in de Grote Kerk. Noord-Holland, met Alkmaar als centrum, vormde een rijke voedingsbodem voor mensen met aanleg voor de exacte vakken. Zeevaart en waterbouwkunde waren in dit gebied belangrijk en wie een praktische aard had, werd daardoor aangetrokken. Een voorbeeld is de Alkmaarder Adriaan Anthonisz., die rond 1600 leefde. Hij woonde in Alkmaar en was daar een vooraanstaand burger, maar zijn werkzaamheden strekten zich over het hele land uit. Hij had geen universitaire opleiding genoten, maar was in de praktijk opgeleid als landmeter. Omdat hij tijdens de roerige Tachtigjarige Oorlog veel bestuursfuncties had, kon hij zich verdiepen in de vestingbouw. Op dat gebied werd hij snel een deskundige. Zijn grote kennis werd ontdekt en hij kreeg van verschillende steden de opdracht versterkingen aan te leggen. Als

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 15