Orgelklanken en carillonspel Albert Schweitzer Het orgel in de Grote Kerk geniet wereldvermaardheid. Dat was ook vroeger het geval. Organisten van heinde en ver trokken naar Alkmaar om dit instrument te beproeven. De wereldberoemde zendingsarts Albert Schweitzer, die in Lambarene in donker Afrika woonde, was tevens een begaafd organist. In 1932 bezocht hij ons land om een aantal lezingen te verzorgen en van die gelegenheid maakte hij gebruik om op het orgel van de Grote Kerk een concert te geven. Het programma bevatte onder meer werken van Johann Sebastian Bach en Cesar Franck. Na afloop van dit concert, dat werd gegeven op 21 mei 1932, stak hij zijn enthousiasme voor dit orgel tegenover een journalist van de Alkmaarsche Courant niet onder stoelen of banken. Alleen de ventielen openden zich niet voldoende volgens Schweitzer, waardoor het komt dat soms de toon valsch klinkt'. Bij een restauratie kon dit verholpen worden. Nu, na de restauratie in 1987, zal het orgel zeker aan alle maatstaven van de Michael Körnlein heeft als organist vele voorgangers gehad. In Alkmaar hingen namelijk de nodige orgels: twee in de Grote Kerk, en in de Kapelkerk, de remonstrantse en lutherse kerk elk één. Orgelklanken en carillonspel was de muziek waar de gewone Alkmaarder het meest mee in aanraking kwam. Eén van de oud-collega's van Körnlein vond in 1634 de twee orgels van de Grote Kerk maar niets. Er moest een nieuw orgel komen. Het stadsbestuur gaf de opdracht aan de beste orgelbouwer van die tijd, Germer van Hagerbeer. Hij had het orgel van Den Haag gebouwd en was net begonnen aan dat van Leiden. Jacob van Campen, de bekende bouwmeester, werd aangetrokken voor de kast. De orgelluiken werden prachtig versierd door de Alkmaarse schilder Cesar van Everdingen. Al met al was het een instrument van grote allure gewordenHet had de stad dan ook Rechtsboven: De heer N.J. Crefeld was lange tijd de vaste bespeler van de Alkmaarse carillons. We zien hem hier in 1922 aan het klavier van 'zijn' Waagcarillon. Met de 36 klokken, die waren gegoten door de Antwerpse klokkengieter Melchior de Haze, is dit carillon sinds 1687 één van de grote klokkenspelen van ons land. Midden links: Het interieur van de Grote Kerk in 1904 met het monumentale orgel in gesloten toestand. Zo krijgt men het eigenlijk nooit te zien. Het grote bankencomplex dat toen nog nodig was om iedere zondag het kerkvolk te kunnen laten zitten, is inmiddels verdwenen. Midden rechts: De Waagtoren van waaruit elke vrijdag de kaasmarkt wordt overspoeld met vrolijke klanken. Hieronder: In de Grote Kerk, waar hij zijn belangrijkste werk op het orgel verrichtte, is ook Gerardus Havinga begraven. De dankbare Alkmaarders hebben 200 jaar na zijn dood deze steen aangebracht op de plaats waar het graf van de beroemde stadsorganist was gevonden. 159

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 11