cSZSZS rrr -i/-s:!;y;OWj£.A i - f Alkmaar. kaarsen. Men stelde echter de voorwaarde dat er tijdens de bijeenkomsten niet gerookt en geen wijn gedronken mocht worden. Bovendien moest men oppassen met het aannemen van veel nieuwe leden, vooral van leden die alleen voor de gezelligheid kwamen. Niet-musicerende leden mochten niet langer dan tot negen uur 's avonds blijven. Werkelijke muziekuitoefening wilde het stadsbestuur wel ondersteunen, maar een verkapte sociëteit niet. Het muziekcollege kwam samen in de voormalige brouwerij van het begijnhof in de Gasthuisstraat. Onder leiding van orkestmeester Jan Berkhout werd er gezamenlijk gespeeld en gezongen. Op maandag, woensdag en zaterdag zong men uit de liederen- en psalmenbundel van D.P. Camphuysen en op vrijdag waren de geboorte- en kruiszangen aan de beurt. Voor de begeleiding beschikte men in ieder geval over een clavecimbel. In 1757 had de 158 stad voor de aanschaf van een nieuw exemplaar nog een bijdrage gedaan van 125 gulden. De kerk had eveneens invloed op het muziekcollege. Ze verbood gedurende het winterseizoen de zangavonden op dinsdag, omdat er op die dag ook kerkdiensten waren. De organist van de kerk, Michael Körnlein, ging zich met het vrijdagse muziekavondje bemoeien. Door zijn autoritair optreden kreeg hij ruzie met leden van het harmoniegezelschap. Burgemeester De Dieu, die voorzitter van de vereniging was, onthief hem voor een jaar van zijn functie bij de winterse concerten. Het orkest bleef spelen in de muziekzaal aan de Gasthuisstraat. De ruimte werd aanzienlijk verbeterd door de bouw van een nieuwe vloer en een schoorsteen. In 1827 vierde het gezelschap nog zijn honderdjarig bestaan, maar twintig jaar later werd het toch ontbonden. De muziekzaal werd verbouwd tot directeurswoning voor het Rijksopvoedingsgesticht. Linksboven: Het gebouw Harmonica op de hoek van de Lombardsteeg en de toen nog niet gedempte Nieuwesloot heeft een heel belangrijke rol gespeeld in het culturele leven van Alkmaar. Deze 19de-eeuwse reclameprent toont de mogelijkheden die de exploitant kon bieden. Er was een muziekzaal, kolfbaan met schouwburg, en een bovenzaal met balkon. Het hek met de zware pilaren geeft nog altijd toegang tot het Dodenveld. Rechtsboven: Ontwerp van een schouwburg aan het Nassauplein door de Rotterdamse architect Willem Stok. Midden: In 1870 schilderde de Alkmaarse kunstenaar B. G. ten Berge de Harmonie na de demping van de Nieuwesloot die vlak daarvoor had plaats gevonden. Het gebouw bezat een van de aantrekkelijkste zalen van de stad waar vele verenigingen tot lang na de Tweede Wereldoorlog hun bijeenkomsten hielden. Helaas heeft de Harmonie deze functie verloren sinds het een normaal bioscooptheater is geworden.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 10