Open wagons
Links: In 1850 begon
W. F. Stoel een
metselbedrijf je in Alkmaar.
Enkele tientallen jaren later
behoorde zijn onderneming
tot de grootste van de stad.
Deze in 1951 genomen foto
gunt ons een blik op het
wagenpark van Stoel langs
het Noordhollands Kanaal.
Op de achtergrond zien we
de Wagemakersstraat.
Door de massale sterfte op de schepen had de VOC
voortdurend gebrek aan mankracht. Om in het
personeelsgebrek te voorzien, werden soms
mannen en jongens verplicht naar Indië
opgezonden. Dit gebeurde onder andere met de
mannen die in het stedelijk tuchthuis, of
'verbeterhuis', in de Gasthuisstraat waren
geplaatst. Zo werd in 1740 Jan Carssen vanwege zijn
'onordentelijk gedragh' in het verbeterhuis gezet,
om 'bij Ocasie (bij gelegenheid) denselve na de
Oost Indien te senden'.
Ook het weeshuis was een grote leverancier van
VOC-matrozen. De regenten hadden daartoe
verschillende overeenkomsten met de
bewindvoerders van de compagnie te Hoorn
gesloten.
De tijd dat Nederland, kort na 1800, deel uitmaakte
van het keizerrijk van Napoleon duurde niet erg
lang. Maar toch is in deze Franse tijd veel gebeurd
dat blijvende gevolgen zou hebben. Hierbij valt te
denken aan de vernieuwing van de rechtspraak, de
invoering van de Burgerlijke Stand en de invoering
van de verkeersregel om aan de rechterkant van de
weg te rijden. Het verkeer genoot trouwens de
bijzondere aandacht van het Frans bestuur. De
ambtelijke en militaire berichtgeving moest snel
verlopen en daarom werd een energiek begin
gemaakt met de aanleg van verharde, doorgaande
wegen.
De verbetering van het verkeer en vervoer bleef
ook nadat de Fransen uit ons land waren
vertrokken, een belangrijke taak van de regering.
Om het vervoer te water te stimuleren, liet koning
Willem I overal in het land kanalen graven. In
Noord-Holland gaf hij opdracht tot de aanleg van
het 'Groot Noord-Hollandsch Kanaal' dat in 1824
gereed kwam. Op speciaal verzoek van het
gemeentebestuur werd het kanaal ook door
Alkmaar geleid. Het bestuur verwachtte dat het
Noordhollands Kanaal een opleving van de
stedelijke handel en nijverheid teweeg zou
brengen. Maar deze verwachting werd niet
bewaarheid. Eerder was van het tegendeel sprake.
Bleven vroeger reizigers op weg van Den Helder
naar Amsterdam in Alkmaar overnachten, nu
legden zij dit traject zonder enige tussenstop af.
Toch bracht de opening van het kanaal wel een
142 opvallende verandering in het stedelijk leven.
Sedertdien werden de stadspoorten niet meer
's nachts afgesloten. Daarmee was aan een
eeuwenoud, middeleeuws gebruik een einde
gekomen.
Minstens zo belangrijk als de kanalen waren de
nationale en provinciale wegen die in heel
Nederland werden aangelegd. De totale lengte van
het Nederlandse wegennet groeide hierdoor van
200 kilometer rond 1800 tot 1300 kilometer in 1830.
De uitbreiding van het net van verharde wegen was
een grote stimulans voor het personenvervoer te
land. Voor het eerst konden de diligences met
succes tegen de trekschuiten concurreren.
De gouden tijd van de postkoets was echter gauw
afgelopen. Binnen korte tijd diende een nieuw en
veel sneller vervoermiddel zich aan, namelijk de
stoomtrein. De trein deed in 1837 zijn intrpde in ons
land en wel op het baanvak Amsterdam-Haarlem.
De eerste treinen boden nog niet veel reisvreugde.
Sommige wagons waren open, zodat de reizigers
Hierboven: Oud en nieuw
verkeer in 1938 op de
vlotbrug over het
Noordhollands Kanaal. De
vlotbrug werd twintig jaar
later gesloopt. Aan de
overzijde is het Luttik
Oudorp te zien en links ligt
de Rotorenbrug. Ten
behoeve van het
scheepvaartverkeer kon het
middengedeelte van de
vlotbrug worden
weggevaren.