Rechtsboven: Zeven
Alkmaarse schoffies
poseren hier op de
Bierkade. Op de
achtergrond staat de
Accijnstoren, waar
handelaren die de stad
binnen kwamen de
accijnzen over de
ingevoerde goederen
moesten betalen. Dit
tollenaars-onderkomen
werd gebouwd in 1622.
Midden: De
Kennemersingel met de
Kennemerpoort, op een
litho van B. G. ten Berge uit
1862. Wandelaars, een ruiter
in het wed en een postkoets
vormen het verkeer. De
koetsen waren niet erg
comfortabel, want een
vering ontbrak. In de meer
dan vijf uur durende rit naar
Haarlem werd de passagier
dan ook goed door elkaar
geschud.
Onder: Een advertentie uit
de Alkmaarsclte Courant
van 1867 voor de diligence
Alkmaar-Hoorn.
li. ten BERGE, aan dc Ilouttilstraat, te Alkmaar.
Voorloopigc
.Aan k o ii <1 i k i n g.
DILIGENCE DIENST
Alkmaar-Hoorn v. v.
AANVANG 1 MEI,
corrcspondeercnde op de aankomende en vertrekkende
spoortreinen te Alkmaar. üe ondernemers,
CLAIJ WIJNKAMP
SI.I.IM- .I WAAÏÏPIÏ u v
eeuw werd het voor kooplieden onmogelijk om hun
handelswaar zelf te blijven vervoeren. Zij hielden
zich alleen nog met de in- en verkoop van goederen
bezig en lieten het transport aan beroepsschippers
over. Om het handelsverkeer zo soepel mogelijk te
laten verlopen, werden overal in het land
beurtveren opgericht. Een beurtveer is een
regelmatige scheepvaartverbinding tussen twee
steden. In het verleden hielden de betrokken
stadsbesturen toezicht op het veer. Zij stelden de
vrachtprijzen vast en namen de beurtschippers in
dienst. Wanneer er tussen twee steden een
beurtveer bestond, dan mochten goederen tussen
die twee plaatsen alleen door de officiële
beurtschipper worden vervoerd. De beurtschepen
hadden vaste aanlegplaatsen in de stad en moesten
op vastgestelde tijden vertrekken. Meestal werd er
gezeild. Maar bij te veel of te weinig wind moest de
boot geroeid of door paarde- of mensenkracht
vooruit worden getrokken. Alkmaar had
beurtvaartverbindingen met veel steden. Dagelijks
voeren er schepen af naar Amsterdam, Haarlem,
Hoorn en SchagenEn twee of drie maal in de week
vertrokken er boten naar Medemblik, Enkhuizen,
Delft, Leiden, Den Haag, Gouda. Rotterdam en
Dordrecht. Op marktdagen voegden zich bij deze
schepen nog een groot aantal 'marktschuiten'. Dit
waren kleinere scheepjes die voor het marktverkeer
van en naar de dorpen in de omgeving zorgden.
Met het beurtschip konden ook kleine pakketjes en
brieven worden verzonden. De beurtschippers
waren verantwoordelijk voor een stipte bezorging
van de post. De schippers op het veer naar
Amsterdam hadden zelfs de plicht om de brieven bij
strenge vorst, wanneer de kanalen waren
toegevroren, lopend van Alkmaar naar de
koopmansstad aan het IJ te brengen.
De beurtschippers mochten ook personen
vervoeren. Reizigers die in 1727 van Alkmaar naar
Dordrecht wilden, konden bijvoorbeeld voor 30
135