Tien eeuwen Alkmaar, de Alkmaarders en hun onderwijs Redactie en samenstelling: drs. Menno van der Laan, prof. dr. Leo Noordegraaf, drs. Gerrit Valk en Els vanVliet-Mak. Tekst: Christien Esmeijer en Leo Noordegraaf. Op de omslag: Of dit schilderij van Jan Steen uit 1670 de normale gang van zaken op een school weerspiegeltis maar de vraag. De schoolmeester heeft het zo druk met het snijden van zijn ganzeveer, dat hij geen aandacht heeft voor het kattekwaad dat zijn leerlingen uithalen. Gelukkig let zijn vrouw beter op. Maar veel zulten de kinderen onder deze omstandigheden niet hebben opgestoken. Interessant zijn de afgebeelde houten kistjes, die gebruikt werden als een soort schooltas om boeken en schrijfgerei in op te bergen. Links: Dat het onderwijs op de vroegste huishoudscholen meer inhield dan het aanleren van huishoudelijke vaardigheden, blijkt uit deze foto uit 1896. Hier krijgen leerlingen van de pas opgerichte Huishoud- en Industrieschool in de tuin van hun schoolgebouw aan de Oudegracht tuinbouwles, een vak dat officieel op het programma stond, naast vakken als naaien en koken. Speciaal voor de foto is men tegelijkertijd bezig met spitten, schoffelen, harken én watergeven. Rechts: Een blik in de klas van meester F. Visser, hoofd van de BLO-school aan het Victoriepark. De foto werd genomen op 26 augustus 1925, zoals op het bord valt te lezen. In onze tijd is het leren van Latijn voorbehouden aan een kleine groep knappe kinderen, echte studiehoofden, die zo goed kunnen leren dat ze naar het gymnasium gaan. Dat was vroeger wel anders. Het tegenwoordige Murmelliusgymnasium is voortgekomen uit een van de oudste schooltypen in Nederland, de zogenaamde Grote of Latijnse School. In Alkmaar was er al zo'n school in 1390. Zoals de naam al aangeeft, was het leren van Latijn daar de belangrijkste bezigheid. Maar niet, zoals nu, om bij oude Romeinse schrijvers over de heldendaden van Julius Caesar te kunnen lezen. Daar kwamen de leerlingen over het algemeen niet eens aan toe. De belangrijkste reden waarom deze school was opgericht, was het opleiden van koorknapen, die tijdens de vele kerkdiensten die er toen werden gehouden in het Latijn konden zingen. De leider van deze school, rector geheten, was dan ook in de eerste plaats kooropleider. Het is dus duidelijk dat er een hechte band bestond met de kerk waaraan deze school was verbonden. In Alkmaar was dat de Grote of Sint Laurens Kerk, gewijd aan de heilige Laurentius en de Latijnse School was dus een parochieschool. De rector en leraren van de school waren geestelijken. Gezien het lage peil waarop de geestelijkheid aan het einde van de middeleeuwen stond, moeten we ons van het niveau van het onderwijs niet te veel voorstellen. Als de leerlingen een beetje Latijn konden lezen en spreken, en vooral zingen, dan was men al lang tevreden. Als leerboeken werden honderden jaren oude lesmethoden gebruikt, helemaal in het Latijn geschreven, waar voor de kinderen kraak noch smaak aan was. Inzicht werd van hen niet verlangd alleen maar uit het hoofd leren. Als we dan ook nog weten dat de leerlingen soms met meer dan honderd tegelijk in één ruimte zaten, dan begrijpen we een beetje hoe het was om in die tijd naar school te gaan. Omstreeks 1500 kwam een nieuwe geestelijke

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Ach Lieve Tijd Alkmaar | 1988 | | pagina 3