Cadettenschool in de Alkmaarder Hout
Rechts: Stoere leerlingen
van de Alkmaarse
Cadettenschool in 1904.
Bijna iedereen had een
glaasje in de hand en rookte
een sigaret.
Hieronder: Hoofdingang
van de Cadettenschool aan
de Wilhelminalaan op een
warme dag omstreeks de
eeuwwisseling. Op de beide
pilaren staan gaslantaarns;
de gevel is versierd met
reliëfs met allerlei militaire
voorstellingen.
Tegenwoordig is het
Centraal Ziekenhuis in dit
gebouw gevestigd.
Een andere, heel unieke school in Alkmaar was de
Cadettenschool. Hiervan was er maar één in heel
Nederland en Alkmaar heeft zich dan ook heel wat
financiële offers getroost om deze school binnen
haar stadsgrenzen te krijgen. In 1891 belastte de
toenmalige minister van Oorlog, Bergansius,
kapitein L. de Vlaming, directeur van de militaire
school te Haarlem, met de opdracht een geschikte
vestigingsplaats te vinden voor een nieuw op te
richten cadettenschool. Na eerst in Nijmegen
geweest te zijn, waar hij niet enthousiast was over
de kwaliteit van de gebouwen waarin de school
ondergebracht zou moeten worden, kwam kapitein
De Vlaming naar Alkmaar. Hij had niet zo'n hoge
dunk van 'het Noord-Hollandsche Haagje'. Echter
na zijn bezoek schreef hij de minister: 'Ging ik met
zekere vooringenomenheid daarheen, gulweg moet
ik Uwer Excellentie bekennen, dat ik er met zeer
bevredigende indrukken van ben teruggekeerd. De
stad zelve viel mij zeer mede'. En toen het
Alkmaarse gemeentebestuur tevens bereid bleek
de kosten voor het bouwen van de school geheel
voor eigen rekening te nemen, werd de knoop al
snel doorgehakt en Alkmaar als vestigingsplaats
aangewezen.
Vermoedelijk is de school, die in de Alkmaarder
Hout verrees, ontworpen en gebouwd door twee
militairen, luitenant-kolonel Boonacker en
luitenant G.W.C. Westenberg. Op 30 september
1893 werd de school feestelijk geopend en dat er
direct grote belangstelling voor was, blijkt uit het
feit dat het vastgestelde aantal van vijftig cursisten
ruimschoots werd gehaald. Er moest zelfs een
wachtlijst worden ingesteld.
De school was bedoeld voor jongens tussen vijftien
en achttien jaar die waren geslaagd voor een
toelatingsexamen en lichamelijk geschikt werden
bevonden voor de militaire dienst. De opleiding
was een soort voorbereiding op de studie aan de
Koninklijke Militaire Academie, waarvoor een
diploma van de vijfjarige HBS werd vereist. De
Cadettenschool stoomde de jongens in twee jaar
klaar, zodat ze zonder HBS-diploma toch naar de
KMA konden. Behalve in typisch militaire vakken,
werd er ook les gegeven in wis- en letterkunde,
hoofdzakelijk door officieren maar ook door enkele
burgerlerarenHet schoolgeld bedroeg vierhonderd
gulden per jaar voor cadetten die in Nederland
zouden blijven; ging men naar de koloniën, dan was