Spuitfeesten op het Waagplein
Linksboven: In 1870
vervaardigde de kunstenaar
B. G. ten Berge dit schilderij
van het vogelschieten op het
Doelenveld. Op
zaterdagmiddag kwamen de
leden van de
handboogschutterij Sint
Sebastiaan bij elkaar om
'naar de Vogel' te schieten.
Het stoffen beest was
bevestigd aan de top van de
houten paal.
Rechtsboven: Omstreeks de
eeuwwisseling poseert hier
een groep boogschutters in
vol ornaat voor de
fotograaf. Op de foto
herkennen wij alleen
midden voor Antonius
Matthias de Lange. Voor
hem ligt op de grond de
stoffen vogel, de papegaai,
die men met schieten moest
proberen te raken.
Midden: Op dit schilderij
van C.J. van der Heek uit
1613 vermaakt de top van de
Alkmaarse schutterij zich
tijdens een uitstapje naar
Bergen.
Ook de naamdag van hun beschermheilige, Sint
Sebastiaansdag (20 januari), werd gevierd met een
souper met bal.
Toen koning Willem II in 1842 een bezoek aan
Alkmaar bracht, werd een belangrijk deel van de
erewacht gevormd door leden van de schutterij.
Toen het bestuur ter audiëntie voor de koning
verscheen, verlangde deze dat het hele corps aan
hem werd voorgesteld en aanvaardde hij welwillend
het aangeboden beschermheerschap. Een hele eer
voor de Alkmaarse schutters!
Een hoogtepunt in het bestaan van de schutterij
vormde het bezoek in 1851 van de prins van Oranje,
Willem de op 39-jarige leeftijd gestorven zoon van
koning Willem III. Hij nam deel aan
schietoefeningen en aanvaardde het
erelidmaatschap. Hierna hebben we niet veel meer
van de schutters vernomen. Éénmaal, in 1895,
moesten ze assisteren bij het bestrijden van een
90 dagen voortdurende brand in de 'Alkmaarsche
meelfabriek' aan de Noorderkade. Ze hadden tot
taak de nieuwsgierig opdringende menigte op
afstand te houden. De stoere mannen stonden met
de bajonet op het geweer en vormden wel eens een
obstakel voor de hevig in actie zijnde spuitgasten.
Na 1900 is het geleidelijk aan stil geworden rond de
Alkmaarse schutterij.
Brandweerlieden zijn niet alleen bedreven in het
blussen van branden, maar ook het feestvieren is
hen niet vreemd. In 1879 werd de georganiseerde
vrijwillige brandweer opgericht uit de vijf jaar oude
turnvereniging Kracht en Vlugheid. De dappere
turners kregen blusmateriaal van de gemeente en
togen aan de slag. Eerst wat onwennig, maar al snel
voelden ze zich de stedelijke Rode Haan bestrijders
bij uitstek. Later ontstond er een tweede korps,
genaamd Burgerplicht. In 1904 werd het 25-jarig
Onder: Een 18de-eeuwse
gravure van de verdwenen
Oude Doelen, ontmoetings-
en oefenplaats van de oude
schutterij. Het gebouw lag
naast de Nieuwe Doelen, het
tegenwoordige Stedelijk
Museum.